SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
27 janvier 2011 27 januari 2011
________________
Question écrite n° 5-975 Schriftelijke vraag nr. 5-975

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Centre pénitentiaire de recherche et d'observation clinique - Création - État de la situation Penitentiair Onderzoeks- en Klinisch Observatiecentrum - Oprichting - Stand van zaken 
________________
administration pénitentiaire
gevangeniswezen
________ ________
27/1/2011Verzending vraag
29/4/2011Antwoord
27/1/2011Verzending vraag
29/4/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-975 du 27 janvier 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-975 d.d. 27 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

À la suite de l'affaire Dutroux, un Centre pénitentiaire de recherche et d'observation clinique (CPROC) a été créé par l'arrêté royal du 19 avril 1999. Ce centre doit être un carrefour de compétences relatives à la recherche clinique systématique sur les personnes qui posent des problèmes particuliers de diagnostic, de pronostic, de risque de rechute ou de traitement. Le Centre peut orienter cette recherche sur les accusés, les condamnés ou les internés.

Près de onze ans se sont écoulés depuis lors. Pour autant que je puisse en juger, la création de ce centre n'a pas encore avancé. Cette inertie presque incroyable ne peut certainement pas être justifiée en disant que ce centre n'aurait plus d'intérêt. Bien au contraire. La précédente décennie s'est tragiquement illustrée par les affaires high profile portant sur des abus sexuels et sur des cas ingérables extrêmes au sein de la psychologie légale. Toutes ces pratiques nécessitent une recherche durable et spécifique. En même temps, la situation des internés, navrante depuis des années, est devenue d'une désolation absolument insupportable et est caractérisée par une absence inacceptable d'humanité.

Depuis lors, les ministres de la Justice et les gouvernements successifs ont solennellement déclaré que ce centre serait réellement créé.

Je voudrais poser les questions suivantes à ce sujet.

1) Le gouvernement actuel s'est-il engagé à procéder finalement et immédiatement à la création du Centre pénitentiaire de recherche et d'observation clinique ?

2) Le ministre peut-il dresser un état concret de la situation et un planning relatif à l'opérationnalisation du centre ? Quels moyens a-t-on prévus à cet effet dans le budget 2011 ? Peut-il garantir que le budget et le temps prévu suffiront pour que le centre soit opérationnel ? Pour quand peut-il garantir que le CPROC sera totalement opérationnel ?

3) Même si le point de vue est clair, de nombreuses incertitudes subsistent, notamment au sujet de la concrétisation du CPROC. Le ministre peut-il me fournir des informations détaillées, notamment sur les objectifs concrets, les choix méthodologiques, le cadre du personnel, la direction, la communication, la diffusion des découvertes issues de la recherche, les liens de coopération avec les universités, etc. ?

4) Bien que ce centre n'existe pas, plusieurs contractuels ont été engagés grâce aux budgets prévus. Ces personnes ont été intégrées dans les effectifs des différentes prisons. De combien de collaborateurs s'agit-il ? Quels sont les descriptifs de leurs fonctions ? Ces membres du personnel s'inscrivent-ils dans la mission originale du CPROC ? Quel sera leur sort une fois que le centre sera réellement opérationnel ?

 

In de nasleep van de zaak Dutroux werd er bij koninklijk besluit van 19 april 1999 een Penitentiair Onderzoeks- en Klinisch Observatiecentrum opgericht (POKO). Dit centrum beoogt een kruispunt van deskundigheid rond systematisch klinisch onderzoek van personen die bijzondere problemen stellen inzake diagnose, prognose, terugvalrisico of behandeling. Het Centrum kan dit onderzoek richten op beklaagden, veroordeelden of geïnterneerden.

Ondertussen is het bijna elf jaar later. Voor zover ik het kan nagaan staat de oprichting van dit Centrum nog geen stap verder. Deze schier ongelofelijke inertie kan zeker niet gelegitimeerd worden omdat de focus van dit Centrum niet meer relevant zou zijn. Helemaal in tegendeel. Het voorbije decennium muntte tragisch uit in de " high profile " zaken rond seksueel misbruik en doorgedreven, onbeheersbare casussen binnen de forensische psychologie. Allemaal praktijken die smeken om specifiek en duurzaam onderzoek. Tegelijkertijd groeit de al jarenlange schrijnende situatie van de geïnterneerden naar een helemaal ondraaglijke triestheid en een onaanvaardbaar gebrek aan menselijkheid.

Ondertussen declameerden de achtereenvolgende ministers van Justitie en de regeringen plechtig om dit centrum werkelijk op te richten.

Ik heb hierover de volgende vragen:

1) Engageerde deze regering zich om finaal en onverwijld over te gaan tot de oprichting van een Penitentiair Onderzoeks- en Klinisch Observatiecentrum?

2) Kan de geachte minister mij een concrete stand van zaken en een toekomstplanning geven over de operationalisering van dit Centrum? Welke budgetten zijn hierover op de begroting 2011 opgenomen? Kan hij waarborgen dat het budget en het tijdspad zullen volstaan om het Centrum werkzaam te maken? Wanneer waarborgt hij een volledige werkzaam POKO?

3) Ondanks de duidelijke visie, blijven er nog heel wat onduidelijkheden, onder andere over de concretisering van dit Penitentiair Onderzoeks- en Klinisch Observatiecentrum. Kan hij mij hierover uitgebreid informeren, met onder andere over de concrete doelstellingen, de methodische keuzes, het personeelsbestand, de aansturing, de communicatie, de verspreiding van onderzoeksbevindingen, de samenwerkingsverbanden met universiteiten, …?

4) Ondanks het feit dat dit Centrum feitelijk niet bestaat, werden er met de voorziene budgetten een aantal contractuele medewerkers aangeworven. Deze personen werden geïntegreerd in het personeelsbestand van de verschillende gevangenissen. Over hoeveel medewerkers gaat het hier, met welke functieomschrijvingen? Passen deze personeelsleden in de oorspronkelijke opdracht van het POKO? Wat zal er met deze medewerkers gebeuren eenmaal het centrum daadwerkelijk zal werken?

 
Réponse reçue le 29 avril 2011 : Antwoord ontvangen op 29 april 2011 :

1) Le centre en question a été créé par l'arrêté royal du 19 avril 1999 déjà. Sous la pression de la surpopulation et par manque de capacité, ce centre n'a pas encore été matérialisé à ce jour. A l'occasion du dépôt du budget, je remettrai cette initiative sur la table.

2) Aucun élément détaillé n'est encore disponible actuellement. Tout dépendra des résultats du conclave budgétaire.

Pour l'instant, il n'y a encore aucun budget 2011.

3) Dans ma note "politique pénale et d'exécution des peines", j'avance l'option d'abriter le CPROC dans l'un des centres de psychiatrie légale qui sont actuellement en construction à Gand et à Anvers.

4) Le cadre organique du centre a été fixé par l'arrêté royal du 9 mars 2001. Il est exact que l'ancien directeur général de la direction générale Établissements pénitentiaires a utilisé un certain nombre de ces postes pour engager des membres supplémentaires à la direction des prisons. Il n'est plus possible aujourd'hui de déterminer ce qu'il est advenu de ces membres du personnel.

1) Het centrum in kwestie werd reeds opgericht bij Koninklijk besluit van 19 april 1999. Onder druk van de overbevolking en wegens capaciteitsgebrek, werd er tot nog toe geen concrete uitwerking gegeven aan dit centrum. Bij het indienen van de begroting zal ik dit initiatief opnieuw op de tafel leggen.

2) Er zijn momenteel nog geen gedetailleerde elementen beschikbaar. Een en ander zal afhangen van de resultaten van het begrotingsconclaaf.

Op dit moment ligt er nog geen begroting 2011 voor.

3) In mijn nota “straf- en strafuitvoeringsbeleid”, schuif ik als optie naar voren om het POKO onder te brengen in één van de Forensisch Psychiatrische Centra die momenteel worden gebouwd in Gent, respectievelijk Antwerpen.

4) Bij koninklijk besluit van 9 maart 2001 werd de personeelsformatie van het centrum vastgesteld. Het klopt dat de toenmalige directeur-generaal van het directoraat-generaal penitentiaire inrichtingen een aantal van die betrekkingen heeft gebruikt om bijkomende directieleden voor de gevangenissen aan te trekken. Er kan vandaag niet meer achterhaald worden wat er met deze personeelsleden is gebeurd.