SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
24 mai 2013 24 mei 2013
________________
Question écrite n° 5-9103 Schriftelijke vraag nr. 5-9103

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
Cybercriminalité - Europe orientale - Hackers belges Cybercriminaliteit - Oost-Europa - Belgische hackers 
________________
criminalité informatique
Europe centrale et orientale
computercriminaliteit
Midden- en Oost-Europa
________ ________
24/5/2013Verzending vraag
18/9/2013Rappel
12/11/2013Rappel
13/12/2013Herkwalificatie
23/1/2014Antwoord
24/5/2013Verzending vraag
18/9/2013Rappel
12/11/2013Rappel
13/12/2013Herkwalificatie
23/1/2014Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 5-9102
Requalifiée en : demande d'explications 5-4559
Aussi posée à : question écrite 5-9102
Requalifiée en : demande d'explications 5-4559
________ ________
Question n° 5-9103 du 24 mai 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-9103 d.d. 24 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Lorsqu'il est question de cybercriminalité, l'Asie orientale passe généralement pour la plaque tournante de ces activités. Par le passé, ces criminels ont déjà souvent attaqué des entreprises et des administrations. Les experts considèrent toutefois que le rôle des cybercriminels est-européens ne doit pas être sous-estimé : leur technologie serait plus sophistiquée, et l'Asie orientale ne représente pas la seule, ni même la principale, menace.

Les pirates est-européens fabriqueraient et diffuseraient des maliciels plus complexes. Leur infrastructure est plus sophistiquée. Alors que les hackers d'Extrême-Orient opèrent en masse pour de grandes organisations, les hackers est-européens travaillent en groupes plus petits. On peut pour ainsi dire les engager comme mercenaires, et ils gagnent gros. Cela signifie qu'on peut les identifier individuellement, à la différence des pirates est-asiatiques qui se fondent dans la foule ; les pirates est-européens se cachent et se protègent donc beaucoup mieux.

Je souhaiterais poser au ministre les questions suivantes :

1) Dans quelle mesure cette présentation correspond-elle à la réalité ?

2) Au niveau européen, est-on conscient du rôle croissant des cybercriminels est-européens ? De quelle manière ?

3) A-t-on déjà signalé à des pays européens que des criminels de ce type sont actifs sur leur territoire ? Le ministre peut-il préciser ?

4) Dans ce cadre, un rôle négatif de notre pays a-t-il déjà été identifié ? Le ministre peut-il préciser ? Est-il au courant d'un groupe organisé de hackers dans notre pays ? Si oui, peut-il préciser ? Si non, estime-t-il néanmoins possible que de telles bandes agissent depuis notre pays ?

 

Wanneer het over cybercriminaliteit gaat, geldt Oost-Azië meestal als het centrum van deze activiteiten. Deze criminelen hebben in het verleden reeds vele aanvallen uitgevoerd op bedrijven en overheden. Toch stellen experts dat we de rol van cybercriminelen uit Oost-Europa niet mogen onderschatten. Hun technologie en aanvallen zouden meer gesofisticeerd zijn en aldus is Oost-Azië zeker niet de gevaarlijkste, laat staan de enige dreiging.

Oost-Europese hackers zouden meer complexe malware bouwen en lanceren. Hun infrastructuur is ook gesofisticeerder. Daar waar Oost-Aziatische hackers in grote "legers" opereren vanuit grotere organisaties, werken Oost-Europese hackers in veel kleinere groepjes. Ze kunnen als ware huurlingen ingezet worden en verdienen hieraan grof geld. Dit betekent ook dat ze individueel detecteerbaar zijn, in tegenstelling tot de Oost-Aziatische criminelen die opgaan in het collectief, waardoor Oost-Europese hackers zich veel beter verbergen en indekken.

Graag had ik deze vragen aan de geachte minister gesteld:

1) In welke mate klopt het beeld zoals beschreven in de toelichting?

2) Is er op het Europese niveau een bewustzijn van de groeiende rol van cybercriminelen in Oost-Europa? Op welke manier?

3) Zijn bepaalde Europese landen reeds gewezen op de aanwezigheid van dergelijke criminelen in hun land? Kan de minister dit toelichten?

4) Is ons land in het verleden al gewezen op een negatieve rol inzake deze problematiek? Kan de minister dit toelichten? Heeft hij weet van een georganiseerde groep hackers uit ons land? Zo ja, kan hij dit toelichten? Zo neen, acht hij het mogelijk dat dergelijke groeperingen toch actief zijn in ons land?

 
Réponse reçue le 23 janvier 2014 : Antwoord ontvangen op 23 januari 2014 :

Je vous renvoie à ma réponse à votre question parlementaire écrite numéro 5-10410 du 18 novembre 2013.

Ik verwijs u naar mijn antwoord op uw schriftelijke parlementaire vraag nummer 5-10410 van 18 november 2013.