SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
3 mai 2013 3 mei 2013
________________
Question écrite n° 5-8946 Schriftelijke vraag nr. 5-8946

de Cindy Franssen (CD&V)

van Cindy Franssen (CD&V)

à la ministre de l'Emploi

aan de minister van Werk
________________
Le traitement différent par l'ONSS et le fisc des bonus non récurrents liés aux résultats De verschillende behandeling van niet-recurrente resultaatsgebonden bonussen door de RSZ en de fiscus 
________________
prime de salaire
cotisation sociale
intéressement des travailleurs
impôt des personnes physiques
loonpremie
sociale bijdrage
winstdeling voor werknemers
belasting van natuurlijke personen
________ ________
3/5/2013Verzending vraag
11/6/2013Antwoord
3/5/2013Verzending vraag
11/6/2013Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3387 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3387
________ ________
Question n° 5-8946 du 3 mai 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-8946 d.d. 3 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ce 1er janvier sont entrées en vigueur différentes mesures qui concernent les bonus non récurrents liés aux résultats en faveur des salariés. Une contribution de solidarité de 13,07 % à la charge du salarié a été introduite ; elle s 'ajoute à la cotisation patronale de 33 %. Pour 2013, le plafond annuel a été relevé à 3 100 euros.

Au même moment, nous constatons que le fisc, en réponse à une question de l'Union des secrétariats sociaux agréés, déclare que le plafond fiscal pour 2013 n'a pas été porté à 3 100 Euros, mais reste fixé à 2 488 euros. Au-delà de ce montant, les règles normales relatives au précompte professionnel sont d'application.

Le traitement différent par l'ONSS et par le fisc des bonus non récurrents liés aux résultats, plus particulièrement le fait que le fisc n'ait pas aligné son plafond, a pour conséquence que le salarié ne conserve qu'une fraction inférieure de son bonus. Au demeurant, les salariés ont du mal à comprendre ce système peu transparent.

Je souhaiterais obtenir de la ministre les renseignements suivants :

1. Est-il exact que, pour 2013, une différence subsistera entre le traitement fiscal et celui par l'ONSS ?

2. Dans l'affirmative, comment la ministre communiquera-t-elle pour clarifier cette divergence ?

3. Si cette différence est destinée à être supprimée en 2013, quelles sont les mesures envisagées par la ministre et quand seront-elles prises ?

4. Dans l'hypothèse où on n'harmonisera pas en 2013 les traitements différents par l'ONSS et par le fisc, la ministre prévoit-elle de le faire pour 2014 ?

 

Sinds 1 januari van dit jaar zijn een aantal maatregelen in werking getreden die betrekking hebben op de niet-recurrente resultaatsgebonden bonus voor werknemers. Op deze voordelen wordt een solidariteitsbijdrage van 13,07% ingevoerd ten laste van de werknemer, bovenop de patronale bijdrage van 33 %. Het jaarlijkse grensbedrag wordt verhoogd naar 3100 euro voor 2013.

Tegelijk stellen we vast dat de fiscus naar aanleiding van een vraag van de Unie van erkende sociale secretariaten verklaart dat op gebied van fiscaliteit het grensbedrag niet op 3100€ werd gebracht voor 2013, maar dat het fiscaal plafond van 2488€ wordt behouden. Dat wil zeggen dat boven dat grensbedrag de normale regels van bedrijfsvoorheffing van toepassing zijn.

Het verschil in de behandeling van de niet-recurrente resultaatsgebonden bonus voor werknemers door de RSZ en de fiscus, namelijk het niet gelijkschakelen van de grensbedragen door de fiscus, zorgt ervoor dat de werknemer uiteindelijk minder overhoudt van de verdiende bonus. Bovendien is dit heel verwarrend en ondoorzichtig voor de werknemers.

Graag had ik van de minister het volgende vernomen:

1. Klopt het dat er voor 2013 een afwijking zal blijven bestaan tussen de fiscale behandeling en de behandeling door de RSZ?

2. Indien deze afwijking blijft bestaan, hoe gaat de minister communiceren om deze afwijking te verduidelijken?

3. Indien deze afwijking in 2013 weggewerkt wordt, welke acties plant de minister om deze afwijking weg te werken en wanneer zal dat gebeuren?

4. Indien deze verschillende aanpak van de RSZ en de fiscus niet wordt gelijkgeschakeld in 2013, heeft de minister plannen om dat wel te doen voor 2014?

 
Réponse reçue le 11 juin 2013 : Antwoord ontvangen op 11 juni 2013 :

En réponse aux questions de l’honorable membre, je peux communiquer ce qui suit.

Vos questions sont pertinentes, mais elles devraient, en réalité, être posées en premier lieu au ministre compétent en la matière, c’est-à-dire le ministre des Finances.

Par la présente, j’attire votre attention sur la réponse du ministre des Finances à la question orale n° 15270 de Mme Veerle Wouters, députée, relative à la différence du traitement en droit social et en droit fiscal des avantages non récurrents liés aux résultats (Compte rendu intégral du 5 février 2013 de la Commission des Finances et du Budget, p. 20).

Lors du conclave budgétaire de novembre, il a été décidé d’adapter le traitement du bonus salarial en droit social. Aucune décision n’a été prise quant à l’aspect fiscal ou quant à toute autre modification. Il va de soi que le traitement en droit social et en droit fiscal doit concorder.

Le relèvement éventuel à 3 100 euros brut du montant de base de l’exonération fiscale ne sera évidemment pas sans incidence budgétaire, et aucune décision n’ayant été prise en la matière à ce jour, le coût de la mesure n’a pas encore été budgétisé. On peut en discuter au sein du gouvernement, mais envisager prendre une telle mesure engendrera des coûts budgétaires.’

Au sein du gouvernement, je plaide déjà depuis un certain pour un traitement cohérent des bonus tant au niveau social qu’au niveau fiscal.

Je vais donc transmettre vos questions au ministre des Finances pour qu’il puisse vous répondre directement.

In antwoord op de vragen van het geachte lid, kan ik het volgende meedelen.

Uw vragen zijn pertinent, maar ze dienen eigenlijk in eerste instantie aan de bevoegde vakminister gesteld te worden en dat is de minister van Financiën.

Ik vestig hierbij uw aandacht op het antwoord van de minister van Financiën op de mondelinge vraag nr. 15270 van Mevrouw Veerle Wouters, Volksvertegenwoordiger, met betrekking tot het verschil tussen de sociaalrechtelijke en de fiscale behandeling van de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen (Integraal verslag van 5 februari 2013 van de Commissie voor de Financiën en de Begroting, p. 20).

Tijdens het begrotingsconclaaf van november is beslist om de sociale behandeling van de loonbonus aan te passen. Over het fiscale aspect en een of andere wijziging ter zake is er geen beslissing genomen. Uiteraard moeten de fiscale en sociale behandeling goed op mekaar worden afgestemd.

Het eventueel optrekken van het basisbedrag van de fiscale vrijstelling naar 3 100 euro bruto zou uiteraard een budgettaire kostprijs inhouden. Die budgettaire kosten zijn nu niet gebudgetteerd omdat die beslissing nog niet werd genomen. Men kan hierover overleg plegen binnen de regering, maar mocht men dit wensen door te voeren dan zal dit budgettaire kosten met zich meebrengen.

Ik ijver reeds enige tijd binnen de regering voor een coherente behandeling van deze bonussen zowel op sociaal als fiscaal vlak.

Ik zal dan ook uw vragen aan de bevoegde minister overmaken zodat hij u rechtstreeks kan antwoorden.