SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
3 mai 2013 3 mei 2013
________________
Question écrite n° 5-8940 Schriftelijke vraag nr. 5-8940

de Willy Demeyer (PS)

van Willy Demeyer (PS)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Prisons - Drogue - Saisies - Sanctions disciplinaires - Comparution devant le tribunal - Chiffres Gevangenissen - Drugs - Inbeslagnames - Tuchtmaatregelen - Verschijning voor de rechtbank - Cijfers 
________________
établissement pénitentiaire
toxicomanie
stupéfiant
trafic de stupéfiants
saisie de biens
statistique officielle
strafgevangenis
drugverslaving
verdovend middel
handel in verdovende middelen
beslag op bezittingen
officiële statistiek
________ ________
3/5/2013Verzending vraag
10/9/2013Antwoord
3/5/2013Verzending vraag
10/9/2013Antwoord
________ ________
Question n° 5-8940 du 3 mai 2013 : (Question posée en français) Vraag nr. 5-8940 d.d. 3 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

Pour éviter l'entrée en fraude de drogue en prison à la suite d'un contact avec l'extérieur, le gouvernement envisage de réformer le statut des prisonniers en rendant automatique la fouille à corps dans plusieurs cas : à l'entrée des prisons, lors du placement dans une cellule sécurisée, ou après avoir reçu la visite de tierces personnes (cf. doc. Parl. Chambre n° 53-2744/001).

Actuellement, la loi de principes du 12 janvier 2005 concernant l'administration pénitentiaire et le statut juridique des détenus prévoit deux types de fouilles visant à vérifier si le détenu est en possession de substances ou d'objets interdits ou dangereux :

- la fouille des vêtements, lorsque cela est nécessaire dans l'intérêt du maintien de l'ordre ou de la sécurité ;

- la fouille à corps, si des indices individuels laissent supposer que la fouille des vêtements du détenu ne suffit pas pour détecter lesdits objets.

Pour me faire une idée de la manière dont ces dispositions légales sont actuellement exécutées, j'aimerais obtenir de l'honorable ministre une réponse aux questions suivantes :

1) À combien se chiffrent les saisies de drogue en prison ? J'aimerais obtenir une ventilation par année.

2) Quelles sont les sanctions disciplinaires prises par l'administration pénitentiaire en cas de saisie à l'occasion d'une fouille, et quel est le nombre de sanctions prises par année ?

3) Combien de saisies aboutissent chaque année à une comparution devant le tribunal ?

 

Om te vermijden dat drugs de gevangenissen binnenkomen via contacten met de buitenwereld, is de regering van plan het statuut van de gevangenen te wijzigen en op verschillende momenten automatisch op het lichaam te fouilleren: bij het binnenkomen in de gevangenis, bij het onderbrengen in een beveiligde cel of na het bezoek van derden (zie document Kamer nr 53-2744/001)

De basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van gedetineerden voorziet in twee soorten fouillering om na te gaan of de gevangene in het bezit is van verboden of gevaarlijke stoffen of voorwerpen:

- onderzoek van de kledij, wanneer het nodig is voor het handhaven van de orde of de veiligheid;

- fouillering op het lichaam, indien er individuele aanwijzingen zijn dat het onderzoek aan de kledij van de gedetineerde niet volstaat om voormelde voorwerpen te detecteren.

Om een idee te hebben van de manier waarop deze wettelijke bepalingen momenteel worden toegepast, kreeg ik graag een antwoord op volgende vragen:

1) Hoeveel keer worden in de gevangenis drugs in beslag genomen? Graag de cijfers per jaar.

2) Welke tuchtmaatregelen neemt het gevangeniswezen wanneer bij een fouillering drugs worden gevonden? Om hoeveel sancties gaat het per jaar?

3) Hoeveel inbeslagnames monden er per jaar uit op een verschijning voor de rechtbank?

 
Réponse reçue le 10 septembre 2013 : Antwoord ontvangen op 10 september 2013 :

1) Le nombre de saisies de drogue n'est pas enregistré de manière systématique. 

2) Conformément à l’article 129, 7°, de la loi de principes du 12 janvier 2005 concernant l’administration pénitentiaire ainsi que le statut juridique des détenus, « la possession ou le trafic de substances ou d'objets interdits par ou en vertu de la loi » sont considérés comme infractions disciplinaires de la première catégorie. 

Vous trouverez aux articles 132 et 133 de la loi de principes un aperçu de toutes les sanctions disciplinaires susceptibles d'être infligées pour la possession de substances interdites.

Il s'agit principalement des sanctions suivantes : 

  • l'isolement dans l'espace de séjour attribué au détenu pour une durée maximale de trente jours ; 

  • l'enfermement en cellule de punition pour une durée maximale de neuf jours ;

  • la privation ou la restriction des contacts avec des visiteurs extérieurs à la prison pour une durée maximale de trente jours ;

  • l'interdiction de participer à des activités culturelles, sportives ou de détente communes pour une durée maximale de trente jours ;

  • l'interdiction de participer au travail en commun pour une durée maximale de trente jours.

  • Les sanctions disciplinaires qui sont infligées sont inscrites, dans chaque établissement pénitentiaire, dans un registre prévu à cet effet. Le nombre de sanctions disciplinaires qui sont infligées chaque année dans un établissement déterminé n'est toutefois pas répertorié de manière systématique. 

3) Ces données ne sont pas répertoriées de manière systématique. 

À l'avenir, la mise en service d'un nouveau système de gestion « SIDIS-suite » étendra les possibilités d'enregistrement.

1) Het aantal inbeslagnames van drugs wordt niet op systematische wijze geregistreerd.

2) Overeenkomstig artikel 129, 7° van de Basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden wordt “ het bezit van of de handel in door of krachtens de wet verboden voorwerpen of substanties” beschouwd als een tuchtinbreuk van de eerste categorie. 

In artikel 132 en 133 van de Basiswet vindt u een overzicht van alle tuchtsancties die kunnen worden opgelegd voor het bezit van verboden substanties.

Het gaat hierbij voornamelijk om : 

  • Afzondering in de aan de gedetineerde toegewezen verblijfsruimte voor een   maximumduur van 30 dagen

  • Opsluiting in de strafcel voor een maximumduur van 9 dagen

  • Ontzegging of beperking van de omgang met bezoekers van buiten de gevangenis voor een maximumduur van 30 dagen

  • Het verbod om deel te nemen aan culturele, sportieve of ontspanningsactiviteiten in gemeenschappelijk verband voor een maximumduur van 30 dagen

  • Het verbod om deel te nemen aan werk in gemeenschappelijk verband voor een maximumduur van 30 dagen

  • De tuchtsancties die worden opgelegd worden in elke penitentiaire inrichting ingeschreven in een daartoe bestemd register. Er wordt echter niet systematisch bijgehouden hoeveel tuchtsancties er jaarlijks in een bepaalde inrichting worden opgelegd. 

3) Deze gegevens worden niet op systematische wijze bijgehouden. 

In de toekomst zal de ingebruikstelling van een nieuw beheerssysteem “SIDIS-suite” de

mogelijkheden tot registratie verruimen.