SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
23 avril 2013 23 april 2013
________________
Question écrite n° 5-8858 Schriftelijke vraag nr. 5-8858

de Patrick De Groote (N-VA)

van Patrick De Groote (N-VA)

au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister
________________
Plan abeilles fédéral - Antibiotique fumagilline - Utilisation Federaal bijenplan - Antibioticum fumagilline - Gebruik 
________________
apiculture
antibiotique
pesticide
bijenteelt
antibioticum
verdelgingsmiddel
________ ________
23/4/2013Verzending vraag
10/9/2013Antwoord
23/4/2013Verzending vraag
10/9/2013Antwoord
________ ________
Question n° 5-8858 du 23 avril 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-8858 d.d. 23 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Selon le plan abeilles fédéral « La Santé des abeilles, notre santé aussi, actions additionnelles 2012-2014 » du 23 octobre 2012 que le secrétaire d'État a présenté à la presse le 20 mars 2013, l'antibiotique fumagilline ne serait pas agréé en Belgique et son utilisation dans le cadre de la lutte contre les parasites Nosema apis et Nosema ceranea serait interdite. Il est pourtant indiqué dans le plan abeilles que cet antibiotique a été utilisé durant des années contre le parasite.

« La fumagiline (antibiotique) a été utilisée pendant des années comme remède contre la nosémose, mais cette molécule ne dispose d’aucun agrément au niveau européen. Elle a donc été retirée du marché ». (p. 13)

Mes questions sont les suivantes.

1) Quelles années le plan abeilles fédéral vise-t-il ? Quand a-t-on couramment utilisé la fumagilline en Belgique ? Quand l'absence d'agrément et donc l'interdiction d'utilisation a-t-elle été communiquée aux apiculteurs ?

2) Comment expliquer que cet antibiotique est encore largement utilisé dans d'autres pays européens ?

3) Des alternatives existent-elles pour lutter contre le parasite ?

4) Au-delà de l'absence d'un agrément européen dans le cadre de la lutte contre le Nosema apis et le Nosema ceranea, d'autres raisons justifiaient-elles le retrait du marché de l'antibiotique fumagilline, à savoir :

a) Le SPF SPSCAE a-t-il connaissance d'études scientifiques ayant porté sur l'effet à long terme de la fumagilline utilisée contre le Nosema chez les abeilles mellifères  ? Dans l'affirmative, quelles sont les conclusions sur l'efficacité de la lutte contre le Nosema ou concernant d'éventuels effets secondaires nocifs pour l'abeille méllifère ?

b) Existait-il des indications de résistance du Nomesa à la fumagilline ?

c) L'interdiction de l'utilisation dans l'apiculture et donc l'arrêt soudain du traitement par antibiotique peuvent-ils (théoriquement) avoir eu une influence sur la résistance du parasite ?

d) La fumagilline est active chez l'homme contre les infections dues à des microspores. L'Union européenne a communiqué au fabricant que la fumagilline était un médicament orphelin indiqué dans le traitement de la diarrhée en cas d'infection interne due à des microspores chez les patients adultes atteints par une infection au VIH. Cela a-t-il influencé le retrait du marché de l'antibiotique utilisé pour lutter contre le Nosema ?

 

Volgens het federaal bijenplan "Bijengezondheid, ook onze gezondheid, Bijkomende acties 2012-2014" van 23 oktober 2012 dat de secretaris op 20 maart 2013 aan de pers heeft voorgesteld, zou het antibioticum fumagilline in België niet erkend zijn en dus verboden zijn om de schimmels Nosema apis en Nosema ceranea te bestrijden. Nochtans staat in het bijenplan dat dit antibioticum jarenlang werd gebruikt tegen de schimmel:

"Fumagiline (antibiotica) werd gedurende jaren gebruikt als remedie tegen nosemose, maar deze molecule beschikt over geen enkele erkenning op Europees niveau. Ze werd dus van de markt gehaald." (blz. 13)

Vandaar mijn vragen:

1) Op welke jaren doelt het federaal bijenplan? Wanneer was het gebruik van fumagilline in België gangbaar? Wanneer werd de niet- erkenning en aldus het verbod naar de sector van de bijenhouders gecommuniceerd?

2) Hoe kan worden verklaard dat men in andere Europese landen dit antibioticum wel nog gebruikt?

3) Zijn er alternatieven om de schimmel te bestrijden?

4) Waren er naast het ontbreken van een Europese erkenning voor de bestrijding van Nosema apis en Nosema ceranea nog andere redenen om het antibioticum fumagilline van de markt te halen, met name:

a) Heeft de FOD VVVL weet van wetenschappelijke studies die de werking van fumagilline bij honingbijen tegen Nosema op langere termijn hebben onderzocht? Zo ja, hoe luiden de conclusies met betrekking tot de effectiviteit van de bestrijding van Nosema of met betrekking tot eventuele nadelige bijwerkingen voor de honingbij?

b) Waren er aanwijzingen dat Nomesa resistent werd tegen fumagilline?

c) Kan het verbod op het gebruik in de bijenteelt (theoretisch) een invloed hebben gehad op het resistent worden van de schimmel door de plotse stopzetting van de behandeling met het antibioticum?

d) Fumagilline is werkzaam tegen microsporidia-infecties bij mensen. De producent heeft van de Europese commissie de aanwijzing bekomen van fumagilline als weesgeneesmiddel voor de behandeling van diarree bij inwendige microsporidia-infectie bij volwassen patiënten met een hiv-infectie. Heeft dat invloed gehad om het antibioticum voor de bestrijding van Nosema van de markt te halen?

 
Réponse reçue le 10 septembre 2013 : Antwoord ontvangen op 10 september 2013 :

Je suis heureux de constater votre intérêt pour le plan abeilles du Service public fédéral (SPF) Santé Publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement suite à la communication publique qui lui a été consacrée le 20 mars 2013.

Comme présenté à la Chambre des Représentants le 24 avril dernier, le plan abeilles fédéral est élaboré en deux parties :

  • Une mise en perspective qui décrit le contexte et les causes du déclin des abeilles ainsi que les premières réponses apportées au niveau mondial, européen et belge jusqu’au début de cette législature. La problématique de la Nosema apis et de la Nosema ceranea est abordée dans cette première partie. 

  • Un engagement concret, orienté « résultats » et faisant l’objet d’un monitoring régulier face à cette situation d’urgence identifiant les acteurs clés (pouvoirs publics, monde académique et scientifique, Organisations non-gouvernementales (ONG), acteurs de terrain, etc.) et le niveau d’actions le plus efficace (Union européenne (UE), État fédéral, collaboration nationale). 

Pour ce qui concerne la santé animale, le plan abeilles fédéral ne contient qu’une mesure additionnelle pour la période 2012-2014. Il s’agit de l’élaboration d’un programme-pilote de surveillance pour les maladies des abeilles par l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire (AFSCA).

Enfin, en vue d’obtenir les réponses à vos questions 2 à 5, je vous saurai gré de bien vouloir vous adresser à la ministre compétente, ma collègue la ministre de la Santé publique, madame Laurette Onkelinx.

Ik stel met genoegen vast dat u belangstelling toont voor het bijenplan van de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu na de openbare bekendmaking ervan op 20 maart 2013.

Zoals uiteengezet in de Kamer van Volksvertegenwoordigers op 24 april laatstleden, omvat het federaal bijenplan twee onderdelen :

  • Een situatieschets waarbij de context en de oorzaken van de teloorgang van de bijen worden toegelicht en ook de eerste reacties op wereldwijd, Europees en Belgisch niveau tot aan het begin van deze legislatuur. De Nosemaproblematiek komt aan bod in dit eerste deel. 

  • Een concrete, « resultaatgerichte » verbintenis, met als doel een regelmatige monitoring om het hoofd te bieden aan deze noodtoestand, met vermelding van de sleutelactoren (overheid, academische en wetenschappelijke wereld, Niet-gouvernementele organisaties (NGO’s), terreinactoren, enz.) en het meest efficiënte actieniveau (Europese Unie (EU), Federale Staat, nationale samenwerking). 

Wat de dierengezondheid betreft, omvat het federale bijenplan slechts één extra maatregel voor de periode 2012-2014. Het gaat om de uitwerking van een pilootmonitoringprogramma voor bijenziektes door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV).

Voor de antwoorden op uw vragen 2 tot 5 tot slot, zou ik u willen verzoeken u te wenden tot de terzake bevoegde minister, mijn collega de minister van Volksgezondheid, mevrouw Laurette Onkelinx.