SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
19 avril 2013 19 april 2013
________________
Question écrite n° 5-8783 Schriftelijke vraag nr. 5-8783

de Cindy Franssen (CD&V)

van Cindy Franssen (CD&V)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
L'imagerie médicale De medische beeldvorming 
________________
diagnostic médical
matériel médical
Centre fédéral d'expertise des soins de santé
radioprotection
rayonnement ionisant
medische diagnose
medisch en chirurgisch materiaal
Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg
stralingsbescherming
ioniserende straling
________ ________
19/4/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
19/4/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3284 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3284
________ ________
Question n° 5-8783 du 19 avril 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-8783 d.d. 19 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le Centre fédéral d’expertise des soins de santé (KCE), l'INAMI et l'Institut scientifique de santé publique ont présenté récemment les résultats de leur étude sur la performance de notre système de soins de santé.

L'étude révèle entre autres que l'exposition au rayonnement médical est encore très fréquente dans notre pays. En outre, une comparaison entre 33 pays européens révèle que la Belgique occupe la quatrième place et fait partie des pays où le rayonnement médical par habitant est le plus élevé.

Les patients les plus exposés au rayonnement médical sont des malades chroniques et des patients cancéreux, des personnes en soins résidentiels et les plus de 45 ans. Les enfants sont moins exposés.

Deux types de scanners sont surtout utilisés pour l'imagerie médicale. D'une part les scanners IRM, qui n'utilisent pas de rayons x et dont le nombre est soumis à une programmation, et d'autre part les scanners CT qui utilisent des rayons x et dont le nombre n'est pas soumis à une programmation. Étant donné que l'exposition fréquente aux rayons x accroît les risques de cancer induit par le rayonnement, le KCE a déjà plaidé dès 2009 pour le remplacement des scanners CT par des scanners IRM.

À l'époque, le KCE a formulé les recommandations suivantes :

- supprimer ou assouplir la programmation IRM ;

- à long terme, passer à une financement plus global de l'ensemble de l'imagerie médicale.

En réponse à une question écrite (5-339) que j'ai posée sur les recommandations précitées, la ministre a répondu : « J’ai bien pris note des recommandations du KCE concernant la programmation IRM. En complément des initiatives précitées, il me paraît en effet souhaitable de réfléchir à la programmation des IRM. La collaboration et la concertation entre toutes les parties est évidemment nécessaire. Le groupe de travail informel peut, je crois, jouer un rôle de soutien dans ce processus décisionnel ».(Le SPF Santé publique, l'INAMI, l'Agence fédérale de contrôle nucléaire, le Collège d’imagerie médicale, les prescripteurs et les prestataires sont représentés au sein du groupe de travail).

L'accord médico-mutualiste 2013 dit ce qui suit concernant la programmation IRM : « À cet égard, la programmation en matière d’appareils RMN sera revue en liaison avec un moratoire en matière d’appareils CT. De même, il sera développé un registre des appareils onéreux à fortes doses ionisantes ».

J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) Quelles actions la ministre envisage-t-elle pour réduire l'exposition au rayonnement médical ?

2) Peut-elle donner des chiffres sur la répartition des scanners IRM et des scanners CT en Belgique (en Flandre et en Wallonie) ?

a) Quelle conclusion peut-on en tirer ?

b) Combien de services de radiologie ont-ils déjà remplacé des scanners CT par des scanners IRM depuis 2009 ?

c) Quelles actions la ministre compte-t-elle entreprendre pour stimuler le remplacement des scanners CT par des scanners IRM ?

3) Des actions concrètes ont-elles déjà été entreprises sur la base des deux recommandations formulées par le KCE ?

4) Quel rôle le groupe de travail informel a-t-il déjà joué dans la réflexion sur la programmation IRM ? La ministre s'est-elle aussi concertée avec le secteur médical et les spécialistes ? Quel est leur point de vue ?

5) Quand la partie de l'accord médico-mutualiste sur l'imagerie médicale sera-t-elle exécutée ? Un moratoire sera-t-il effectivement prévu concernant les appareils CT ?

6) La Conférence interministérielle Santé publique a-t-elle déjà discuté de la révision de la programmation en matière d’appareils RMN en liaison avec un moratoire en matière d’appareils CT ?

a) Dans l'affirmative, quelles ont été les conclusions ? Qu'a-t-il été convenu à cet égard ?

b) Dans la négative, quand la Conférence interministérielle Santé publique discutera-t-elle encore de ce point ?

7) Est-il exact que l'on recommande soit un scanner CT soit un scanner IRM en fonction de l'organe qui doit être radiographié pour des tumeurs et métastases ? Pour quels organes devant être radiographiés pour des tumeurs ou métastases un scanner CT est-il quand même recommandé et pourquoi ? J'aimerais obtenir un aperçu du scanner recommandé par type de cancer ?

 

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE), het RIZIV en het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid stelden onlangs de resultaten voor van hun onderzoek naar de performantie van ons gezondheidssysteem.

Uit het onderzoek bleek onder meer dat de blootstelling aan medische straling in ons land nog steeds heel hoog ligt. Bovendien toont een vergelijking tussen 33 Europese landen aan dat België op de vierde plaats staat, tussen de landen met de hoogste medische straling per inwoner.

De patiënten die het meest worden blootgesteld aan medische straling zijn chronisch zieken en kankerpatiënten, personen in de residentiële zorg en 45-plussers. Kinderen worden minder blootgesteld.

Voor medische beeldvorming worden vooral twee soorten scanners gebruikt. Enerzijds de MRI-scanners, die geen gebruik maken van röntgenstralen en waarvan het aantal is geprogrammeerd, en anderzijds de CT-scanners, die wel gebruik maken van röntgenstralen en waarvan het aantal niet is geprogrammeerd. Aangezien frequente blootstelling aan röntgenstralen meer kans geeft op door straling geïnduceerde kanker, pleitte het KCE er reeds in 2009 voor om de vervanging van CT-scans door MRI-scans te bevorderen.

Specifiek gaf het KCE toen de volgende aanbevelingen:

- de MRI-programmatie versoepelen of afschaffen;

- op lange termijn overgaan tot een meer globale financiering van alle medische beeldvorming.

In antwoord op een mondelinge vraag (5-339) die ik stelde met betrekking tot bovenstaande aanbevelingen antwoordde de minister : "Ik ben goed op de hoogte van de KCE-aanbevelingen betreffende de MRI-programmatie. Ter aanvulling van bovenvermelde initiatieven lijkt mij een reflectie over de MRI-programmatie dus wenselijk. Uiteraard zijn samenwerking en overleg met alle partijen noodzakelijk. De informele werkgroep kan volgens mij in dat beslissingsproces een ondersteunende rol spelen." (In de werkgroep zijn de FOD Volksgezondheid, het RIZIV, het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, het college voor medische beeldvorming, de voorschrijvers en de verstrekkers vertegenwoordigd.)

In het akkoord geneesheren -ziekenfondsen 2013 staat het volgende met betrekking tot de MRI-programmatie: "Hierbij zal de programmatie inzake MRI-toestellen worden herzien en gekoppeld aan een moratorium inzake CT-toestellen. Tevens zal een register inzake dure apparatuur of apparatuur met een hoge stralingsbelasting worden ontwikkeld."

Graag had ik van de minister het volgende vernomen:

1) Welke acties zal ze ondernemen om de blootstelling aan medische straling te doen afnemen?

2) Kan ze cijfers geven over de spreiding in België (in Vlaanderen en Wallonië)van MRI-scans en CT-scans?

a) Welke conclusie kan hierbij worden vastgesteld?

b) Hoeveel radiologiediensten vervingen de CT-scans reeds door een MRI-scan sinds 2009?

c) Welke acties zal de minister ondernemen om de omschakeling van CT-scans naar MRI-scans te stimuleren?

3) Werden reeds concrete acties ondernomen op basis van de twee aanbevelingen die het KCE in 2009 deed?

4) Welke rol heeft de informele werkgroep reeds gespeeld bij de reflectie over de MRI-programmatie? Heeft de minister tevens overleg gepleegd met de medische sector en specialisten? Wat is hun standpunt?

5) Wanneer zal het onderdeel van het akkoord geneesheren-ziekenfondsen over de medische beeldvorming worden uitgevoerd? Zal hierbij effectief worden voorzien in een moratorium inzake CT-toestellen?

6) Werd de herziening van de programmatie inzake NMR-toestellen en de koppeling van deze programmatie aan een moratorium inzake CT-toestellen reeds besproken op de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid?

a) Zo ja, wat waren de conclusies? Wat is hieromtrent afgesproken?

b) Zo neen, wanneer zal dit punt alsnog op de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid worden besproken?

7) Is het correct dat afhankelijk van het orgaan dat moet worden gescreend op tumoren en metastasen een CT-scan of MRI-scan wordt aanbevolen? Bij welke organen die moeten worden gescreend op tumoren of metastasen wordt toch een CT-scan aanbevolen en waarom? Graag hierbij ook een overzicht van de aanbevolen scan per kankertype.