SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
25 février 2013 25 februari 2013
________________
Question écrite n° 5-8292 Schriftelijke vraag nr. 5-8292

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
Manifestation du jeudi 11 février 2013 - Participation - Grève - Travail à domicile - Conséquences Betoging van donderdag 21 februari 2013 - Deelname - Staking - Thuiswerk - Gevolgen 
________________
statistique officielle
grève
droit de manifester
ministère
syndicat de fonctionnaires
travail à distance
travail à domicile
officiële statistiek
staking
recht tot betogen
ministerie
ambtenarenvakbond
werk op afstand
thuiswerk
________ ________
25/2/2013Verzending vraag
25/4/2013Antwoord
25/2/2013Verzending vraag
25/4/2013Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8287
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8288
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8289
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8290
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8291
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8293
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8294
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8295
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8296
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8297
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8298
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8299
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8287
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8288
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8289
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8290
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8291
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8293
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8294
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8295
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8296
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8297
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8298
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8299
________ ________
Question n° 5-8292 du 25 février 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-8292 d.d. 25 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le jeudi 11 février 2013, les organisations syndicales ont voulu lancer un signal fort au gouvernement en faveur du maintien de l'index et contre le blocage salarial en organisant une manifestation à Bruxelles. De très nombreuses personnes ont arrêté le travail au moins pendant quelques heures pour participer à la manifestation à Bruxelles. Bien qu'il s'agisse d'une manifestation, la SNCB a quand même communiqué que des actions de grève étaient possibles.

J'aimerais que les ministres répondent aux questions suivantes pour les services administratifs et entreprises publiques qui relèvent de leurs compétences :

1)

(a) Combien de personnes ont-elles participé à la manifestation ?

(b) Combien de ces personnes étaient-elles affiliées à un syndicat ?

(c) Ont-elles dû prendre congé pour participer à la manifestation ou bien leur salaire a-t-il été payé normalement ?

(d) Si elles ont été payées normalement doivent-elles rattraper le temps de travail perdu ?

2)

(a) Combien de personnes ont-elles travaillé à domicile pour échapper aux embouteillages que la manifestation a provoqués.

(b) Combien de ces personnes travaillent-elles de toute façon toujours à domicile le jeudi ?

3) Quelle perte de productivité la manifestation a-t-elle engendrée pour les services ?

4) Des collaborateurs des cabinets ont-ils aussi participé à la manifestation ?

5)

(a) Des personnes ont-elles aussi invoqué la manifestation pour faire grève ?

(b) Dans l'affirmative, de combien de personnes s'agit-il ?

(c) Cette grève a-t-elle alors été reconnue officiellement par les syndicats ?

(d) Quelles conséquences cette manifestation a-t-elle eues sur le salaire des grévistes ?

 

Donderdag 21 februari 2013 hebben de vakbonden met een betoging in Brussel aan de regering een krachtig signaal willen geven met betrekking tot het bewaren van de koopkracht en tegen de loonstop. Heel wat mensen zullen minstens gedurende een aantal uur het werk hebben neergelegd om in Brussel deel te nemen aan de betoging. Ondanks het feit dat het ging om een betoging, liet de NMBS toch weten dat er mogelijks stakingsacties zouden volgen.

Graag kreeg ik van de ministers voor de administratieve diensten en eventuele overheidsbedrijven die onder zijn of haar bevoegdheden vallen graag een antwoord op volgende vragen:

1)

(a) Hoeveel personen hebben aan de betoging deelgenomen?

(b) Hoeveel van deze personen waren aangesloten bij een vakbond?

(c) Hebben ze verlof moeten nemen om deel te nemen aan de betoging of werden ze gewoon doorbetaald?

(d) Indien ze gewoon doorbetaald werden, moeten ze de verloren arbeidstijd ophalen?

2)

(a) Hoeveel personen hebben thuis gewerkt omwille van de verkeersoverlast die de betoging met zich heeft gebracht?

(b) Hoeveel van deze personen werken sowieso thuis op donderdag?

3) Wat is het productiviteitsverlies voor de diensten van deze betoging ?

4) Hebben er ook kabinetsmedewerkers aan de betoging deelgenomen?

5)

(a) Hebben er ook personen van de betoging gebruik gemaakt om te staken?

(b) Zo ja, om hoeveel mensen ging het?

(c) Werd die staking dan officieel erkend door de vakbonden?

(d) Welke gevolgen heeft dit gehad voor de verloning van de stakers?

 
Réponse reçue le 25 avril 2013 : Antwoord ontvangen op 25 april 2013 :
  1. a. Le Service public fédéral (SPF) Intérieur ne dispose pas de données chiffrées à ce sujet. Les participants avaient la possibilité de prendre un jour de congé ou de récupération. A cet effet, les membres du personnel ne devaient pas motiver leur décision. Les membres du personnel qui, pour des raisons de service, ne pouvaient pas prendre un jour de congé ou de récupération ou qui ne souhaitaient pas le faire, pouvaient recourir au droit de grève.

    b. Le statut syndical ne permet pas à l’employeur de savoir qui est affilié à un syndicat.

    c. Les participants pouvaient prendre un jour de congé ou de récupération. Si cela n’était pas possible pour des raisons de service ou s’ils ne souhaitaient pas le faire, ils pouvaient recourir au droit de grève.

    d. Pas d’application.

  2. a. Nous n’avons pas connaissance de membres du personnel qui n’ont pas su rejoindre leur lieu de travail suite aux embarras de circulation.

    b. quarante-deux membres du personnel font en tout cas du télétravail le jeudi.

  3. La continuité des services n’a pas été compromise.

  4. Aucun membre de mon cabinet a participé à la grève.

  5. a. Oui

    b. cinquante-cinq membres du personnel ont signalé qu’ils participaient à la grève.

    c. Oui, le préavis de grève a été reconnu par les trois syndicats représentatifs.

    d. L’article 5 de l’arrêté royal du 19 novembre 1998 relatif aux congés et aux absences accordés aux membres du personnel des administrations de l’Etat prévoit que la participation de l’agent à une cessation concertée du travail est assimilée à une période d’activité de service. Il n’a pas droit toutefois à son traitement.

  1. a. De Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken heeft hierover geen cijfergegevens. Deelnemers hadden de mogelijkheid om verlof op recuperatie op te nemen. Hiervoor dienen personeelsleden geen motief op te geven. Personeelsleden die omwille van dienstredenen geen verlof of recuperatie konden opnemen of die geen verlof of recuperatie wensten te nemen konden beroep doen op het stakingsrecht.

    b. Het syndicaal statuut laat de werkgever niet toe te weten wie aangesloten is bij de vakbond.

    c. Deelnemers konden verlof of recuperatieverlof nemen. Indien dit niet mogelijk was omwille van dienstredenen of indien zij geen verlof of recuperatie wensten te nemen, konden zij beroep doen op het stakingsrecht.

    d. Niet van toepassing.

  2. a. Wij hebben geen kennis van personeelsleden die ingevolge de verkeershinder niet op het werk zijn geraakt.

    b. tweeënvertig personeelsleden telewerken sowieso op donderdag.

  3. De continuïteit van de diensten is niet in het gedrang gekomen.

  4. Er hebben geen kabinetsmedewerkers aan de staking deelgenomen.

  5. a. Ja

    b. vijfenvijftig personeelsleden hebben zich opgegeven als staker.

    c. Ja, de stakingsaanzegging werd erkend door de drie representatieve vakbonden

    d. Artikel 5 van het koninklijk besluit (KB) van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, bepaalt dat de deelneming van een ambtenaar aan een georganiseerde werkonderbreking gelijkgesteld wordt met een periode van dienstactiviteit. Het personeelslid heeft evenwel geen recht op zijn wedde.