SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
20 février 2013 20 februari 2013
________________
Question écrite n° 5-8261 Schriftelijke vraag nr. 5-8261

de Cindy Franssen (CD&V)

van Cindy Franssen (CD&V)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
La création d'un observatoire des violences conjugales et des violences envers les femmes De oprichting van een observatorium voor partnergeweld en geweld tegen vrouwen 
________________
violence domestique
violence sexuelle
Institut pour l'égalité des femmes et des hommes
huiselijk geweld
seksueel geweld
Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen
________ ________
20/2/2013Verzending vraag
10/4/2013Antwoord
20/2/2013Verzending vraag
10/4/2013Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2682 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2682
________ ________
Question n° 5-8261 du 20 février 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-8261 d.d. 20 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En 2006, le conseil des ministres a décidé d'adjoindre à l'IEFH (Institut pour l'égalité des femmes et des hommes) un point d'appui pour le pilotage et l'évaluation de l'entrée en vigueur du PAN (Plan d'action national de lutte contre la violence entre partenaires et d’autres violences intrafamiliales). L'accord de gouvernement prévoit de renforcer ce rôle de l'IEFH et d'en faire un observatoire de la problématique de la violence entre partenaires et la violence à l'égard des femmes. En outre, à la suite de l'élargissement du PAN, les missions de l'Institut dans la lutte contre la violence à l'égard des femmes seront de facto également étendues. Tout cela exige une adaptation des moyens financiers et ressources humaines.

De plus, la note de politique de la ministre mentionne la désignation d’un délégué à la lutte contre la violence faite aux femmes et propose de faire de 2013 l'année de la lutte contre la violence à l'égard des femmes.

Je souhaiterais obtenir de la ministre une réponse aux questions suivantes:

1) Quel budget est-il consacré à l'extension du rôle de l'IEFH ? Combien de personnes supplémentaires seront-elles engagées ou sont-elles déjà entrées en fonction ?

2) Quel est l'état actuel de ce dossier ? Peut-on déjà parler d'un observatoire à part entière ?

3) Un délégué à la lutte contre la violence à l'égard des femmes a-t-il déjà été désigné ? Dans l'affirmative, s'agit-il d'une fonction de cabinet ou d'une fonction au sein de l'IEFH ?

4) Pouvez-vous déjà confirmer que 2013 sera l'année de la lutte contre la violence faite aux femmes ?

 

In 2006 heeft de Ministerraad beslist om aan het IGVM een steunpunt toe te voegen voor de begeleiding en de evaluatie van de inwerkingstelling van het NAP. In het regeerakkoord werd beslist deze rol van het IGVM te versterken en van het IGVM een observatorium van de problematiek van partnergeweld en geweld op vrouwen te maken. Bovendien zullen de opdrachten van het Instituut in de strijd tegen geweld tegen vrouwen ten gevolge van de verruiming van het NAP de facto ook uitgebreid worden. Dit alles vergt een aanpassing van de personeels- en financiële middelen.

Daarnaast maakt de beleidsnota van de minister gewag van het aanstellen van een afgevaardigde in de strijd tegen het geweld op vrouwen en het voorstel om van 2013 het jaar tegen geweld op vrouwen te maken.

Graag had ik van de minister een antwoord op volgende vragen gekregen:

1) Wat is het budget voor de uitbreiding van de rol van het IGVM? Hoeveel extra mensen zullen in dienst worden genomen of werden al in dienst genomen?

2) Hoever staat het met dit dossier? Kunnen we al spreken van een volwaardig observatorium?

3) Werd reeds een afgevaardigde in de strijd tegen het geweld op vrouwen aangesteld? Zo ja, is dit een kabinetsfunctie of een functie binnen het IGVM?

4) Kan u reeds bevestigen dat 2013 het jaar tegen geweld op vrouwen wordt?

 
Réponse reçue le 10 avril 2013 : Antwoord ontvangen op 10 april 2013 :

1)L'institut pour l’égalité des femmes et des hommes remplit actuellement quatre missions fondamentales dans le cadre de la mise en œuvre du PAN. Il coordonne le groupe interdépartemental chargé d’assurer le suivi du PAN. Il veille à l’échange d’information entre les différents acteurs concernés par la réalisation concrète du PAN. Il rassemble différents avis et évaluations relatives au PAN. Et il développe des actions soit de sa propre initiative.

L'institut dispose actuellement d’un budget de l’ordre de 270 000 euros afin de remplir ces missions. Un élargissement du champ d’action du PAN devrait intervenir en 2014 afin de se conformer aux engagements pris sur le plan international,. Une réallocation des ressources sera alors nécessaire

2)L'institut poursuit déjà un rôle d’observatoire de la problématique en collectant, en analysant et en diffusant les avis, les évaluations et les rapports relatifs aux mesures entreprises dans le cadre du PAN ou en dehors ainsi que les bonnes pratiques développées au niveau européen et international. A cet égard, et tel que convenu dans l’accord de gouvernement, je soutiendrai le renforcement du rôle de l’Institut en tant qu’observatoire de la problématique de la violence entre partenaires et de la violence à l’égard des femmes ce qui impliquera une adaptation des moyens humains et financiers à cet effet.

3)L'institut jouit de réels experts en matière de lutte contre les violences envers les femmes. Pour des raisons budgétaires, un délégué à la lutte contre les violences n’a pas pu être envisagé cette année.

4)Étant donné que le Conseil de l’Union européenne, demande de considérer 2015 comme l’année européenne de la tolérance zéro à l’égard de la violence envers les femmes, il n’est plus envisagé de faire de 2013 une année nationale de lutte contre la violence.

1) Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen vervult momenteel vier fundamentele opdrachten in het kader van de uitvoering van het NAP. Het coördineert de interdepartementale groep die belast is met de opvolging van het NAP. Het waakt over de uitwisseling van informatie tussen de verschillende actoren die betrokken zijn bij de concrete uitvoering van het NAP. Het verzamelt verschillende adviezen, evaluaties rond de in het NAP opgenomen acties. Ten slotte ontwikkelt het ook zelf acties.

Het Instituut beschikt momenteel over een budget van ongeveer 270 000 euro om deze opdrachten uit te voeren. In 2014 zou het actiegebied van het NAP moeten uitgebreid worden teneinde de verbintenissen te kunnen nakomen die op internationaal vlak werden aangegaan. Een herverdeling van de middelen zou dus nodig zijn .

2)Het Instituut vervult al een rol als observatorium van de problematiek door het verzamelen, analyseren en verspreiden van de adviezen, evaluaties en verslagen over de in het NAP genomen maatregelen en de op Europees en internationaal niveau ontwikkelde goede praktijken. In dit kader, en zoals overeengekomen in het regeerakkoord, zal ik de versterking van de rol van het Instituut als observatorium voor partnergeweld en geweld tegen vrouwen ondersteunen, hetgeen een aanpassing van de menselijke en financiële middelen met zich mee brengt.

3)Het Instituut heeft vele experten rond geweld tegen vrouwen, maar omwille van budgettaire redenen kon er dit jaar nog geen vertegenwoordiger aangesteld worden rond de strijd tegen geweld op vrouwen.

4)De Europese Raad heeft gevraagd om van 2015 het Europees jaar van zerotolerantie ten opzichte van geweld tegen vrouwen te maken. Daardoor lijkt het mij beter ons daarop af te stemmen dan 2013 als nationaal jaar ter bestrijding van geweld tegen vrouwen te maken.