SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
19 décembre 2012 19 december 2012
________________
Question écrite n° 5-7625 Schriftelijke vraag nr. 5-7625

de Cindy Franssen (CD&V)

van Cindy Franssen (CD&V)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Une présence équilibrée des femmes et des hommes au sein des juridictions supérieures Een evenwichtige aanwezigheid van vrouwen en mannen in de hogere rechtscolleges 
________________
intégration des questions d'égalité entre les hommes et les femmes
magistrat
égalité homme-femme
juridiction supérieure
gendermainstreaming
magistraat
gelijke behandeling van man en vrouw
hogere rechtspraak
________ ________
19/12/2012Verzending vraag
28/1/2013Antwoord
19/12/2012Verzending vraag
28/1/2013Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2683 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2683
________ ________
Question n° 5-7625 du 19 décembre 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7625 d.d. 19 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En Belgique, les femmes ont déjà beaucoup obtenu mais elles se heurtent toujours à un plafond de verre lorsqu'il s'agit d'accéder aux fonctions supérieures, y compris au sein de l'administration fédérale. Le secrétaire d'État à la Fonction publique, Hendrik Bogaert, et la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, Joëlle Milquet, ont dès lors pris l'initiative d'instaurer des quotas pour qu'un tiers des 150 fonctionnaires supérieurs soient des femmes.

Mais l'administration fédérale n'est pas le seul domaine où les femmes sont sous-représentées. Elles sont également largement minoritaires dans les juridictions supérieures en dépit d'un pourcentage de présence élevé dans la magistrature. La Cour constitutionnelle, qui est pourtant la juridiction chargée de veiller au respect du principe d'égalité, ne compte que 17 % de femmes. À la Cour de cassation, seuls 5 des 28 magistrats sont des femmes, ce qui équivaut à un pitoyable 18 %. Au Conseil d'État, les femmes n'occupent que 14 % des fonctions judiciaires (Institut pour l'égalité des femmes et des hommes - 2011).

Dans l'accord de gouvernement, le gouvernement promet de prendre des mesures pour assurer une meilleure représentation des femmes dans les structures publiques. Les juridictions supérieures font aussi partie de ces structures publiques et ont en outre un rôle d'exemple à jouer.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) Prendra-t-on des mesures pour faciliter l'accès des femmes aux juridictions supérieures ? Quelles sont ces mesures et dans quel délai seront-elles mises en œuvre ?

2) La ministre suivra-t-elle l'exemple du secrétaire d'État Bogaert et veillera-t-elle à un équilibre entre les genres dans la composition des juridictions supérieures de notre pays ?

 

In België hebben vrouwen reeds veel bereikt, maar vrouwen stoten nog steeds op een glazen plafond bij de doorstroming naar topfuncties, ook bij de federale overheid. Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken Hendrik Bogaert en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen Joëlle Milquet namen daarop het initiatief om quota in te stellen, zodat één op drie van de 150 hoogste ambtenaren vrouw is.

Maar de federale administratie is niet het enige overheidsdomein waar vrouwen ondervertegenwoordigd zijn. Ook bij de hoogste rechtscolleges zijn vrouwen sterk in de minderheid, ondanks het hoge percentage van vrouwen in de magistratuur. Het Grondwettelijke Hof, toch het rechtscollege dat waakt over het gelijkheidsbeginsel, bestaat voor 17% uit vrouwen. Aan het Hof van Cassatie is amper 5 van de 28 magistraten een vrouw, dit is een schamele 18 %. Bij de Raad van State bezetten vrouwen slechts 14 % van de rechterlijke functies (Instituut voor de Gelijkheid tussen Vrouwen en Mannen - 2011).

In het regeerakkoord belooft de regering maatregelen te nemen om een betere vertegenwoordiging van vrouwen in overheidsstructuren te verzekeren. De hoogste rechtscolleges behoren ook tot die overheidsstructuren en hebben tevens een voorbeeldfunctie.

Graag had ik van de minister antwoord gekregen op volgende vragen:

1) Zullen er maatregelen worden genomen om vrouwen meer doorstromingsmogelijkheden te bieden naar de hogere rechtscolleges? Welke zijn die maatregelen en op welke termijn zullen die worden doorgevoerd?

2) Zal de minister het voorbeeld van staatssecretaris Bogaert volgen omtrent een gender evenwichtige samenstelling van de hoogste rechtscolleges van ons land?

 
Réponse reçue le 28 janvier 2013 : Antwoord ontvangen op 28 januari 2013 :

Vous le savez, en tant que femme politique, je serai toujours une fervente partisane d'une proportion correcte entre hommes et femmes.

Il en est de même en ce qui concerne la magistrature.

On compte actuellement un total de 2 439 magistrats parmi lesquels 52 % sont des hommes et 48 % sont des femmes. Sur ce plan, si l'on considère la magistrature dans son ensemble, il existe un équilibre relativement sûr entre le nombre de magistrats masculins et féminins. 

En ce qui concerne les fonctions supérieures au sein de la magistrature, je peux vous confirmer que des magistrates sont régulièrement désignées dans un mandat de chef de corps et que deux magistrates francophones ont très récemment encore été présentées par la commission de nomination compétente du Conseil supérieur de la Justice pour une nomination en tant que conseiller à la cour de cassation. Les portes de la plus haute juridiction du pays s'ouvrent donc également aux femmes, bien qu'il est exact que la proportion hommes-femmes n'y est pas encore celle que j'appellerais de mes vœux.  

Les nominations à une fonction et les désignations dans un mandat au sein de la magistrature sont tributaires de différents facteurs.

Tout d'abord, chaque juridiction dispose d'un cadre défini par la loi. Ledit cadre implique que des magistrats ne peuvent être nommés au sein d'une juridiction déterminée que pour autant que des postes y soient vacants.

Par ailleurs, comme cela a déjà été mentionné ci-avant, les magistrats sont nommés dans une fonction de base ou désignés dans un mandat de chef de corps sur la présentation des commissions de nomination et de désignation compétentes du Conseil supérieur de la Justice. Le Conseil supérieur de la Justice est un organe indépendant, compétent pour l'examen de la compétence et des mérites des candidats. Après l'évaluation de la compétence et des mérites des candidats, l'un d'entre eux est présenté et cette présentation est signifiée au ministre de la Justice. Le roi peut accepter ou refuser cette présentation mais ne peut opérer aucun autre choix. Le sexe ne peut constituer un élément de l'évaluation. 

Vu le rapport actuel entre le nombre d'hommes et le nombre de femmes au sein de la magistrature, notons que des femmes sont présentées très régulièrement et que le nombre de femmes au sein de la magistrature est en constante progression. Cette progression doit également contribuer à ce que de plus en plus de magistrates entrent en ligne de compte pour des fonctions supérieures. J'ai donc bon espoir que les choses s'arrangeront à terme, sans que l'on doive pour autant imposer aujourd'hui des quotas et des critères de sélection supplémentaires.

U weet dat ik als politica altijd een fervente verdediger ben van een goede man-vrouw verhouding.

Voor wat betreft de magistratuur is dit net zo.

Op dit ogenblik zijn er in totaal 2 439 magistraten waarvan er in verhouding 52 % mannen zijn en 48 % vrouwen. In dit opzicht bestaat er, de gehele magistratuur in beschouwing genomen, een vrij zekere evenwichtigheid tussen het aantal mannelijke en vrouwelijk magistraten. 

Met betrekking tot de topfuncties binnen de magistratuur kan ik u bevestigen dat op regelmatige basis vrouwelijke magistraten worden aangewezen tot een mandaat van korpschef en dat nog zeer recent door de bevoegde benoemingscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie twee Franstalige vrouwelijke magistraten werden voorgedragen voor een benoeming tot raadsheer in het Hof van Cassatie. Er bestaat dus ook in het hoogste rechtscollege van het land een doorstroming van vrouwen. Hoewel het juist is dat de verhouding daar nog niet de verhouding is zoals ik ze zelf het liefst zou zien.  

Benoemingen tot een ambt en aanwijzingen in een mandaat binnen de magistratuur zijn afhankelijk van verschillende factoren.

Vooreerst heeft ieder rechtscollege een door de wet bepaald kader. Dit houdt in dat magistraten maar binnen een bepaald rechtscollege kunnen worden benoemd voor zover er vacante plaatsen zijn.

Daarnaast worden, zoals hoger reeds vermeld, de magistraten benoemd in een basisambt of aangewezen in een mandaat van korpschef op voordracht van de bevoegde benoemings- en aanwijzingscommissies van de Hoge Raad voor de Justitie. De Hoge Raad voor de Justitie is een onafhankelijk orgaan, bevoegd voor het onderzoek naar de bekwaamheid en de verdiensten van de kandidaten. Na afweging van de bekwaamheid en verdiensten van de kandidaten wordt een kandidaat voorgedragen en wordt deze voordracht betekend aan de minister van Justitie. De Koning kan deze voordracht aanvaarden of weigeren maar kan geen andere keuze maken. Het geslacht mag geen element zijn in deze afweging. 

Gelet op de huidige verhouding van het aantal mannen en vrouwen binnen de magistratuur kan er opgemerkt worden dat op zeer regelmatige basis vrouwen worden voorgedragen en dat het aantal vrouwen in de magistratuur steeds toeneemt. Deze toename moet er ook toe bijdragen dat meer en meer vrouwelijke magistraten in aanmerking komen voor topfuncties. Ik heb er dus goede hoop op dat dit op termijn in orde komt, zonder dat we daarom nu quota moeten opleggen en bijkomende selectiecriteria moeten opleggen.