| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Session 2012-2013 | Zitting 2012-2013 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| 7 décembre 2012 | 7 december 2012 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question écrite n° 5-7511 | Schriftelijke vraag nr. 5-7511 | ||||||||
de Yoeri Vastersavendts (Open Vld) |
van Yoeri Vastersavendts (Open Vld) |
||||||||
au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale et fiscale, adjoint au premier ministre |
aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Travail au noir combiné à une allocation de chômage - Constats - Contrôles physiques - Mesures | Zwartwerk in combinatie met een werkloosheidsuitkering - Vaststellingen - Fysieke controles - Maatregelen | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| travail au noir assurance chômage statistique officielle inspection du travail revenu minimal d'existence |
zwartwerk werkloosheidsverzekering officiële statistiek arbeidsinspectie minimumbestaansinkomen |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Aussi posée à : question écrite 5-7510 | Aussi posée à : question écrite 5-7510 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question n° 5-7511 du 7 décembre 2012 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-7511 d.d. 7 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
Il est difficile de détecter quand une personne qui perçoit des allocations de chômage travaille au noir. En outre, l'Office national de l'Emploi (ONEm) ne cache pas qu'il peut tout au plus estimer l'ampleur du phénomène. Dans une interview récente, Mieke Jaenen, employée du service central de contrôle, déclare : « Nous n'avons tout simplement pas la moindre idée du nombre de personnes qui travaillent au noir. Comment pourrions-nous avancer des chiffres concrets ? Le travail au noir n'est enregistré nulle part. Il nous est impossible, pour lutter contre le fléau, de comparer les données de différentes banques de données. La seule manière de prendre les fraudeurs au collet est de procéder à des contrôles et des constatations sur le terrain, que ce soit ou non sur la base d'indications. On ne collecte toutefois pas de statistiques à ce sujet. » Je souhaiterais poser les questions suivantes à la ministre. 1) Quel a été, au cours des années 2009, 2010 et 2011, le nombre annuel de constats dressés contre des bénéficiaires d'allocations de chômage ou du revenu d'intégration pris à travailler au noir ? De combien de dossiers par an s'agit-il ? De quels montants annuels s'agit-il ? Combien d'amendes a-t-on infligées ? Quel a été le montant annuel des sommes indument versées qui ont été réclamées ? 2) La ministre pense-t-elle comme l'ONEm que seuls des contrôles physiques permettront de découvrir les bénéficiaires d'allocations de chômage ou du revenu d'intégration qui travaillent au noir ? Dans la négative, quelles autres techniques applique-t-elle alors et quelles méthodes nouvelles de contrôle compte-t-elle instaurer ? 3) La ministre est-elle prête à organiser davantage d'inspections physiques pour déceler le cumul de travail au noir avec des allocations de chômage ou un revenu d'intégration ? Peut-elle détailler sa réponse ? 4) Peut-on dégager une tendance dans le nombre de constats dressés contre des bénéficiaires d'allocations de chômage ou du revenu d'intégration qui travaillent au noir ? 5) La ministre juge-t-elle opportun d'accroître les amendes ou d'allonger la période durant laquelle le paiement des allocations de chômage ou du revenu d'intégration est suspendu pour cause de travail au noir, afin de renforcer l'effet dissuasif ? |
Zwartwerk in combinatie met een werkloosheidsuitkering is een moeilijk te detecteren probleem. Meer nog, de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA) windt er geen doekjes om dat het gissen blijft naar de omvang van dit fenomeen. "We hebben er gewoonweg geen flauw idee van hoeveel mensen nu eigenlijk zwartwerken", vertelt Mieke Jaenen van de centrale controledienst in een recent interview. "Hoe zouden we daar ook concrete cijfers moeten op kleven? Zwartwerk is natuurlijk nergens geregistreerd. Om die plaag aan te pakken, kunnen we niet zomaar eventjes de gegevens van verschillende databanken naast elkaar gaan leggen. De enige manier om zwartwerkers bij de lurven te vatten, is via controles en vaststellingen op het terrein, al dan niet op basis van tips. Cijfers daarover worden evenwel niet bijgehouden." Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de minister: 1) Hoeveel vaststellingen werden in de jaren 2009, 2010 en 2011 op jaarbasis gedaan wegens zwartwerk in combinatie met het ontvangen van een werkloosheidsuitkering of een leefloon? Om hoeveel dossiers ging het per jaar? Om welke bedragen? Hoeveel boetes werden uitgeschreven? Hoeveel onterecht uitgekeerde gelden werden op jaarbasis teruggevorderd? 2) Is de minister het eens met de stelling vanwege de RVA dat zwartwerkers die dit combineren met een werkloosheidsuitkering of een leefloon enkel kan vatten door fysieke controles? Zo nee, welke andere technieken past ze toe en welke nieuwe handhavingmethodes gaat ze invoeren? 3) Is de minister bereid meer fysieke inspecties in te stellen naar de combinatie van zwartwerk met een werkloosheidsuitkering of een leefloon? Kan ze dit uitvoerig toelichten? 4) Is er een tendens in het aantal vaststellingen inzake de combinatie van zwartwerk met werkloosheidsuitkeringen of leeflonen? 5) Acht de minister het raadzaam om de boetes en/of de periode dat de betaling van de werkloosheidsuitkering en/of het leefloon ingeval van zwartwerk kan worden geschorst uit te breiden om het afschrikkingseffect te vergroten? |
||||||||
| Réponse reçue le 15 avril 2013 : | Antwoord ontvangen op 15 april 2013 : | ||||||||
En réponse à votre question vous voudrez bien prendre connaissance de la réponse apportée à votre question n° 5-7510 du 27 février 2013 (à la ministre De Coninck) dont l'objet est identique à celui de la présente question. |
In antwoord op uw vraag gelieve u kennis te willen nemen van het antwoord verstrekt op uw vraag nr. 5-7510 van 27 februari 2013 (aan minister De Coninck) waarvan het onderwerp gelijkaardig is aan onderhavige vraag. |