SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
9 octobre 2012 9 oktober 2012
________________
Question écrite n° 5-7141 Schriftelijke vraag nr. 5-7141

de Bart Tommelein (Open Vld)

van Bart Tommelein (Open Vld)

au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister
________________
Aéroports flamands - Personnel - Administration de l’Aéronautique - Examens - Législation linguistique - Préjudice subi par les néerlandophones Vlaamse luchthavens - Personeel - Bestuur der Luchtvaart - Examens - Taalwetgeving - Benadeling Nederlandstaligen 
________________
aéroport
emploi des langues
aviation civile
transport aérien
personnel des transports
luchthaven
taalgebruik
burgerluchtvaart
luchtvervoer
vervoerspersoneel
________ ________
9/10/2012Verzending vraag
3/1/2013Dossier gesloten
9/10/2012Verzending vraag
3/1/2013Dossier gesloten
________ ________
Question n° 5-7141 du 9 octobre 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7141 d.d. 9 oktober 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le personnel des aéroports flamands doit subir des tests tous les trois ans auprès de l'Administration de l'aéronautique à Haren. Ces tests servent à obtenir un certificat pour le screening des bagages dans les aéroports et sont donc importants pour permettre au personnel concerné de continuer à exercer son emploi.

À l'Administration de l'aéronautique, les membres du personnel sont systématiquement reçus par un membre du personnel francophone qui ne maîtrise pas suffisamment le néerlandais. Personne n'y est jamais en mesure de s'adresser à eux en néerlandais.

Pour certains membres du personnel (niveau D), c'est un vrai problème. Ils ne peuvent poser aucune question ou n'obtiennent pas de réponse en néerlandais. Ainsi, ils sont confrontés à des problèmes concrets lors des explications données et des questions posées dans le cadre des tests. Cela me semble contraire à la législation linguistique et témoigne d'un manque de respect à l'égard du personnel néerlandophone.

J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Comment le secrétaire d'État réagit-il à cette manière de procéder ? Comprend-il la frustration des membres du personnel qui ne peuvent être ni conseillés ni accueillis dans leur propre langue ? Cette procédure est-elle normale, et cela n'est-il pas en contradiction manifeste avec la législation linguistique ? Le secrétaire d'État peut-il donner des explications détaillées ?

2) Le secrétaire d'État peut-il expliquer concrètement si le personnel concerné pourra compter à l'avenir sur des explications correctes ? Prévoira-t-on un membre du personnel pouvant accueillir le personnel concerné en néerlandais ?

3) Le secrétaire d'État a-t-il déjà reçu des plaintes concernant ces tests ou d'autres examens réalisés auprès de l'Administration de l'aéronautique ? Dans l'affirmative, peut-il donner des explications ?

4) Le cas échéant, est-il disposé à organiser une concertation avec le ministre flamand de la Mobilité ? Dans l'affirmative, peut-il donner des explications ? Dans la négative, pour quelles raisons ?

 

Het personeel van de Vlaamse luchthavens dient om de drie jaar testen af te leggen bij het Bestuur der Luchtvaart in Haren. Deze testen dienen om een certificaat te behalen voor bagage-screening op luchthavens en zijn dus belangrijk voor het betrokken personeel om hun job te kunnen blijven uitoefenen.

Bij het Bestuur der Luchtvaart worden de personeelsleden systematisch ontvangen door een Franstalig personeelslid die het Nederlands onvoldoende beheerst. Nooit kan er iemand hen te woord staan in het Nederlands.

Voor sommige personeelsleden (niveau D), is dit echt een probleem. Ze kunnen geen vragen stellen of krijgen geen antwoorden in het Nederlands. Aldus ondervinden zij concrete problemen bij de toelichting en de vragen naar aanleiding van de testen. Dit lijkt me niet conform de taalwetgeving en het getuigt van weinig respect jegens het Nederlandstalig personeel.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Hoe reageert de geachte staatssecretaris op deze gang van zaken? Begrijpt hij de frustratie van de personeelsleden dat zij niet kunnen worden begeleid en te woord gestaan in hun eigen taal? Is dit de normale gang van zaken en is dit niet manifest in strijd met de taalwetgeving? Kan hij uitvoerig toelichten?

2) Kan de geachte staatssecretaris concreet toelichten of de betrokken personeelsleden in de toekomst zullen kunnen rekenen op een correcte toelichting? Zal er een personeelslid zijn dat hen te woord kan staan in het Nederlands?

3) Heeft hij reeds klachten hieromtrent ontvangen wat betreft deze testen alsook over de andere examens die worden afgenomen bij het Bestuur der Luchtvaart? Zo ja, kan hij toelichten?

4) Is hij bereid hieromtrent desgevallend overleg te organiseren met de Vlaamse minister van Mobiliteit? Zo ja, kan hij toelichten? Zo neen, waarom niet?