SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
4 septembre 2012 4 september 2012
________________
Question écrite n° 5-6976 Schriftelijke vraag nr. 5-6976

de Bart Tommelein (Open Vld)
van Bart Tommelein (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances
aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
Organe de coordination pour l'analyse de la menace (OCAM) - Analyse de risques - Bâtiment du Conseil européen Orgaan voor de Coördinatie en de Analyse van de Dreiging (OCAD) - Risicoanalyse - Gebouw Europese raad 
________________
Organe de coordination pour l'analyse de la menace
terrorisme
Conseil européen
espionnage
Régie des Bâtiments
Conseil de l'Union européenne
 Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse
terrorisme
Europese Raad
spionage
Regie der Gebouwen
Raad van de Europese Unie
________ ________
4/9/2012Verzending vraag
28/9/2012Antwoord
4/9/2012Verzending vraag
28/9/2012Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6977
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6978		 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6977
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6978
________ ________
Question n° 5-6976 du 4 septembre 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6976 d.d. 4 september 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans l'optique de l'extrémisme et du terrorisme, le bâtiment du Conseil européen à Bruxelles est une cible potentielle à haute valeur symbolique. L'environnement physique du site de construction - non hermétiquement fermé au public et à proximité des tunnels de métro - constitue en outre, dans une perspective sécuritaire, un fameux défi.

Une autre menace potentielle est l'espionnage : durant la construction du bâtiment du Juste Lipse qui abrite encore actuellement le Conseil européen, des inconnus ont en effet installé dans les murs en béton cinq boîtes noires remplies de dispositifs d'écoute sophistiqués. C'est seulement en 2003, huit ans après la réception des travaux, qu'ils ont été découverts par hasard.

Selon diverses sources, il est frappant de constater que l'organe de lutte contre le terrorisme, l'OCAM, n'a pas été sollicité pour réaliser une étude de risques du site de construction dans le quartier européen. Pour les nouveaux quartiers généraux de l'OTAN, en chantier à Evere, l'Organe de coordination pour l'analyse de la menace (OCAM) a effectivement réalisé une telle étude, et des règles sécuritaires sévères sont en vigueur. Le propriétaire de l'ensemble du projet est, à ce jour, la Régie des bâtiments - ensemble des frais : 240 millions d'euros (valeur au 1er janvier 2004) ; elle assure le préfinancement. Selon ses dires, le Conseil européen est conscient des risques tant en matière d'espionnage que de menace terroriste. Le service de presse de la Commission indique que les recommandations en matière de prévention des risques ont été transmises à la Régie des Bâtiments, à laquelle il revient d'entreprendre des démarches.

J'aimerais poser les questions suivantes à la ministre.

1) Pourquoi l'OCAM n'a-t-il pas été impliqué dans la réalisation d'une analyse de risques du site de construction du bâtiment du Conseil européen ? La ministre peut-elle indiquer qui est effectivement responsable de l'analyse de risques en ce qui concerne la sécurité et la menace d'espionnage ? Peut-elle donner des explications détaillées ?

2) Dans quelle mesure la Régie des Bâtiments s'intéresse-t-elle à la menace d'activités d'espionnage dans le chantier du bâtiment du Conseil, compte tenu de précédents dans d'autres bâtiments de l'UE ? La ministre peut-elle expliquer si le chantier est à présent sécurisé ?

3) La Régie des Bâtiments a-t-elle intégralement mis en œuvre les recommandations de l'Union européenne en matière de prévention des risques ? Dans l'affirmative, quelles en sont les lignes directrices ? Dans la négative, pourquoi ?

 

Vanuit het oogpunt van extremisme en terrorisme is het Europese Raadsgebouw in Brussel een potentieel doelwit met hoge symboolwaarde. De fysieke omgeving van de bouwsite -niet waterdicht afgeschermd van het publiek én vlakbij metrotunnels- vormt vanuit beveiligingsperspectief bovendien een hele uitdaging.

Een andere potentiële dreiging is spionage: tijdens de bouw van het Justus Lipsiusgebouw, waar de Europese Raad momenteel nog gehuisvest is, brachten onbekenden immers vijf zwarte dozen vol gesofistikeerde afluisterapparatuur aan in de betonnen muren. Pas in 2003 -acht jaar na de oplevering- werden die bij toeval ontdekt.

Opmerkelijk is dat het Belgische antiterreurorgaan OCAD niet gevraagd is om een risicoanalyse te maken van de constructiesite in de Europese wijk, aldus diverse bronnen. Voor het nieuwe Navo-hoofdkwartier dat in Evere in aanbouw is, heeft het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) wél zo'n studie opgesteld en zijn strenge beveiligingsmaatregelen in voege. Eigenaar van het hele project is -tot op heden- de Belgische Regie der Gebouwen - kostenplaatje: 240 miljoen euro (waarde op 1 januari 2004) -, die instaat voor de voorfinanciering. De Europese Raad is zich naar eigen zeggen bewust van de risico's "zowel rond spionage als terreurdreiging". De persdienst van de Commissie geeft aan dat de aanbevelingen inzake risicopreventie werden overgemaakt aan de Regie der Gebouwen. Het is aan hen om stappen te doen.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Waarom werd OCAD niet betrokken bij het opstellen van een risicoanalyse van de constructiesite van het Europese Raadsgebouw? Kan de geachte minister aangeven wie dan wel instaat voor de risicoanalyse wat betreft de veiligheid en de dreiging van spionage? Kan dit uitvoerig worden toegelicht?

2) In hoeverre heeft de Regie der Gebouwen aandacht voor de dreiging van spionageactiviteiten bij de bouwwerf van het raadsgebouw, gelet op eerdere precedenten bij andere EU-gebouwen, en kan de bevoegde minister toelichten of de werf heden beveiligd is?

3) Heeft de Regie der Gebouwen de aanbevelingen van de Europese Unie inzake risicopreventie integraal geïmplementeerd? Zo ja, wat zijn de hoofdlijnen ervan? Zo neen, waarom niet?

 
Réponse reçue le 28 septembre 2012 : Antwoord ontvangen op 28 september 2012 :

1. L’Organe de Coordination pour l' Analyse de la Menace (OCAM) a reçu les questions via ma collègue, la ministre de la Justice, Mme Turtelboom et donnera via cette voie une réponse à ces questions

2 et 3. Ces questions ne relèvent pas de ma responsabilité mais de celle de mon collègue, le secrétaire d'État pour la Réforme de l'État et la Régie des Bâtiments, M. Servais Verherstraeten, à qui vous avez également posé ces questions.

1. Het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) heeft deze vragen ontvangen via mijn collega, de minister van Justitie, mevrouw Turtelboom en zal ook via die weg een antwoord verschaffen op deze vragen.

2 en 3. Deze vragen behoren niet tot mijn bevoegdheid, maar tot de bevoegdheid van mijn collega, de Staatssecretaris voor Staatshervorming en voor de Regie der gebouwen,de heer Servais Verherstraeten, aan wie u de vragen ook gesteld heeft.