SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
29 aôut 2012 29 augustus 2012
________________
Question écrite n° 5-6939 Schriftelijke vraag nr. 5-6939

de Bart Tommelein (Open Vld)

van Bart Tommelein (Open Vld)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Sûreté de l'État - Menaces imminentes - Procédure d'urgence pour les méthodes spécifiques et exceptionnelles Staatsveiligheid - Acute dreigingen - Urgentieprocedure voor specifieke en uitzonderlijke methoden 
________________
sûreté de l'Etat
procédure administrative
Comités permanents de contrôle des services de police et de renseignements
staatsveiligheid
administratieve procedure
Vaste Comités van Toezicht op de politie- en inlichtingendiensten
________ ________
29/8/2012Verzending vraag
14/11/2012Antwoord
29/8/2012Verzending vraag
14/11/2012Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6938 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6938
________ ________
Question n° 5-6939 du 29 aôut 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6939 d.d. 29 augustus 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Je me réfère au rapport d'activités 2011 du Comité R (p. 107) : « Pour toutes les méthodes spécifiques et exceptionnelles, il convient de prévoir une procédure d’extrême urgence qui autorise les services à réagir immédiatement à des menaces imminentes, tout en permettant un contrôle approfondi. »

1. Comment réagissez-vous à la recommandation relative à la loi MSR de prévoir une procédure d'extrême urgence pour les méthodes spécifiques et exceptionnelles en cas de menace imminente ?

2. Êtes-vous disposée à élaborer un projet de loi à ce sujet ? Pouvez-vous donner des explications ?

 

Ik verwijs naar het activiteitenverslag 2011 van het Comité I (pg 107): "Voor alle specifieke en uitzonderlijke methoden moet in een hoogdringendheidprocedure worden voorzien die de diensten enerzijds toelaat onmiddellijk te reageren op acute dreigingen, terwijl zij anderzijds een gedegen controle mogelijk maakt.".

1. Hoe reageert u op de aanbeveling betreffende de BIM-wet om te voorzien in een Hoogdringendheidsprocedure voor specifieke en uitzonderlijke methoden bij acute dreigingen?

2. Bent u bereid hieromtrent een wetsontwerp uit te werken? Kan u toelichten?

 
Réponse reçue le 14 novembre 2012 : Antwoord ontvangen op 14 november 2012 :

1. Je souhaiterais avant tout attirer votre attention sur le fait que la loi organique des services de renseignement et de sécurité du 30 novembre 1998 prévoit une procédure d'urgence permettant de recourir à des méthodes exceptionnelles de recueil de données afin de réagir à des menaces imminentes. Selon cette procédure, établie dans l'article 18/10, § 4, de la loi organique des services de renseignement et de sécurité, le dirigeant du service de renseignement peut autoriser une méthode exceptionnelle après avoir obtenu l'avis conforme préalable du président de la commission MSR (à savoir, la commission administrative chargée de la surveillance des méthodes spécifiques et exceptionnelles utilisées par les services de renseignement et de sécurité pour le recueil de données). La loi ne requiert à cet égard aucun avis conforme écrit de la commission MSR. L'autorisation du dirigeant du service mentionne les raisons qui justifient la procédure d'urgence et est immédiatement portée à la connaissance des trois membres de la commission MSR. Cette commission informe à son tour le Comité R de l'existence de l'autorisation. Les deux instances peuvent dès lors contrôler la légalité de la méthode employée.

Les méthodes spécifiques de recueil de données peuvent uniquement être utilisées après que la décision écrite du dirigeant du service a été portée à la connaissance de la commission MSR. Seules quelques méthodes font l'objet d'une procédure d'urgence orale. Ainsi, avec l'accord verbal préalable du dirigeant du service, un opérateur postal ou un opérateur/fournisseur de services de télécommunication peut être requis verbalement de communiquer les informations demandées. Pour le recours à d'autres méthodes spécifiques (observation de lieux et inspection d'objets), une procédure écrite est toujours requise.

En ce qui concerne la réponse concrète à la question de monsieur le sénateur, je peux communiquer que la Sûreté de l'État considère opportun de prévoir une procédure d'urgence orale pour le recours à toutes les méthodes spécifiques de recueil de données.

2. La loi MSR n'est en vigueur que depuis environ deux ans et est effectivement appliquée par les services de renseignement depuis septembre 2010. Différentes méthodes prévues dans la loi n'ont pas encore été appliquées ou utilisées à ce jour par ces services. Il convient en outre de tenir compte de l'évolution constante de l'utilisation et des applications des nouveaux moyens technologiques.

Il me paraît dès lors indiqué d'attendre d'abord qu'une évaluation générale de la loi MSR soit réalisée avant de procéder à d'éventuelles propositions de modification de la loi.

1. Eerst en vooral wens ik u erop te wijzen dat de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WIV) voorziet in een spoedprocedure om uitzonderlijke methoden voor het verzamelen van gegevens te kunnen inzetten om te reageren op acute dreigingen. Volgens deze procedure, vastgelegd in artikel 18/10, § 4 WIV, kan het hoofd van de inlichtingendienst een uitzonderlijke methode machtigen na eensluidend advies van de voorzitter van de BIM-commissie (dit is de bestuurlijke commissie belast met het toezicht op de specifieke en uitzonderlijke methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten). De wet vereist hiervoor geen schriftelijk eensluidend advies van de BIM-commissie. De machtiging van het diensthoofd vermeldt de redenen die de spoedprocedure wettigen en wordt onmiddellijk ter kennis gebracht aan de drie leden van de BIM-commissie. Deze commissie brengt op haar beurt het Vast Comité I op de hoogte van de machtiging. Beide instanties kunnen bijgevolg hun controle uitoefenen op de wettigheid van de ingezette methode.

Specifieke methoden voor het verzamelen van gegevens kunnen enkel ingezet worden nadat de schriftelijke beslissing van het diensthoofd ter kennis gebracht is van de BIM-commissie. Slechts voor enkele methoden is een mondelinge spoedprocedure voorzien. Zo kan, mits voorafgaand mondeling akkoord van het diensthoofd, een postoperator of een telecomoperator of –leverancier mondeling gevorderd worden om de gevraagde informatie mee te delen. Voor de inzet van andere specifieke methoden – observatie van plaatsen en doorzoeking van voorwerpen – is steeds een schriftelijke procedure vereist.

Voor wat het concrete antwoord op de vraag van mijnheer de senator betreft, kan ik meedelen dat de Veiligheid van de Staat het opportuun acht dat een mondelinge spoedprocedure voorzien wordt voor de inzet van alle specifieke methoden voor het verzamelen van gegevens.

2. De BIM-wet is slechts een tweetal jaar in voege en wordt sinds september 2010 effectief toegepast door de inlichtingendiensten. Verschillende methoden, voorzien in de wet, werden tot op heden nog niet toegepast of gebruikt door deze diensten. Daarenboven moet er rekening mee gehouden worden dat er een constante evolutie is in het gebruik en de toepassingen van nieuwe technologische middelen.

Het lijkt mij bijgevolg aangewezen om nog even te wachten met een algemene evaluatie van de BIM-wet en pas daarna eventuele voorstellen tot wetswijziging te doen.