SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
3 juillet 2012 3 juli 2012
________________
Question écrite n° 5-6649 Schriftelijke vraag nr. 5-6649

de Piet De Bruyn (N-VA)

van Piet De Bruyn (N-VA)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken
________________
La destruction de projets d'assistance belges et européens en Israël De vernietiging van Europese en Belgische hulpprojecten in Israël 
________________
Palestine
aide de l'UE
Israël
question de la Palestine
aide au développement
droit humanitaire international
Palestina
EU-steun
Israël
Palestijnse kwestie
ontwikkelingshulp
internationaal humanitair recht
________ ________
3/7/2012Verzending vraag
23/10/2012Antwoord
3/7/2012Verzending vraag
23/10/2012Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2336 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2336
________ ________
Question n° 5-6649 du 3 juillet 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6649 d.d. 3 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Selon les organisations humanitaires actives dans les territoires palestiniens occupés, plus de soixante projets humanitaires européens ont été détruits par les forces d'occupation israéliennes depuis janvier 2011. Il s'agit de logements, d'infrastructures agricoles, de réservoirs d'eau et d'abris pour animaux. En outre, les autorités d'occupation israéliennes ont donné l'ordre de démolir plus de 110 projets humanitaires, dont une école maternelle et un réseau d'électricité qui ont été financés par notre pays.

Les autorités israéliennes auraient donné un ordre de destruction de différents bâtiments et logements dans le village de Khirbat al Twaeel, parmi lesquels un réseau électrique installé dernièrement grâce à des fonds belges. Le second projet, une école à Al Aqaba créée grâce à l'aide belge, est menacée par un ordre de destruction de 2004. Les réalisations menacées représenteraient au total 172.000 euros.

De telles destructions de propriétés civiles peuvent être considérées comme une violation de la Quatrième Convention de Genève. La Belgique et l'UE doivent veiller à ce que la législation humanitaire internationale soit respectée pour que les Palestiniens puissent développer leur propre communauté.

Ce contexte m'inspire les questions suivantes.

1) Quelle est la vision du ministre sur ce problème ?

2) Quelles actions le ministre entreprendra-t-il au niveau belge pour dénoncer cette situation auprès des autorités israéliennes ?

3) Quelles actions le ministre entreprendra-t-il au niveau européen pour dénoncer cette situation auprès des autorités israéliennes ?

 

Volgens hulporganisaties die werken in de bezette Palestijnse gebieden, werden sinds januari 2011 meer dan zestig Europese hulpprojecten door de Israëlische bezettingsmacht vernield. Het gaat dan om landbouw- en wooninfrastructuur, waterreservoirs en verblijfplaatsen voor dieren. Daarnaast hebben de Israëlische bezettingsautoriteiten ook de opdracht gegeven voor de afbraak van meer dan 110 hulpprojecten, waaronder een kleuterschool en een elektriciteitsnetwerk, die door ons land zijn gefinancierd.

De Israëlische autoriteiten zouden een bevel tot vernietiging hebben uitgevaardigd voor verschillende gebouwen en woningen in het dorp Khirbat al Twaeel. Daarbij zit een elektriciteitsnetwerk dat recent met Belgisch geld werd geïnstalleerd. Het tweede project, een school in Al Aqaba die werd opgericht met Belgische steun, wordt bedreigd door een bevel tot vernietiging van 2004. In totaal zou het gaan om een bedrag van 172.000 euro dat in gevaar is.

Dat soort vernietiging van civiele eigendom kan worden beschouwd als een schending van de Vierde Conventie van Genève. België en de EU moeten ervoor zorgen dat de internationale humanitaire wetgeving wordt gerespecteerd, zodat de Palestijnen hun gemeenschap kunnen ontwikkelen.

Met dit in het achterhoofd heb ik de volgende vragen.

1) Wat is de visie van de minister op dit probleem?

2) Welke acties zal de minister op Belgisch niveau ondernemen om de situatie bij de Israëlische autoriteiten aan te klagen?

3) Welke acties zal de minister op het Europees niveau ondernemen om de situatie bij de Israëlische autoriteiten te doen aanklagen?

 
Réponse reçue le 23 octobre 2012 : Antwoord ontvangen op 23 oktober 2012 :

À titre d’information, je souhaite rappeler que la coopération au développement belge a contribué en 2007 au financement d’un réseau d’électricité pour une dizaine de villages palestiniens. Le budget total s’élevait à 2,2 millions d’euros. Le transformateur et le réseau de basse tension ont reçu - ensemble avec de nombreux autres bâtiments et structures- un ordre de destruction de l’administration civile israélienne dans les Territoires occupés.

Al-Aqaba est un village palestinien situé dans la Vallée du Jourdain, à l’est de la ville de Tubas. Plus de 97 % des bâtiments se sont vus opposer un ordre de destruction par le gouvernement israélien, justifié par l’absence de projet d’aménagement du territoire. Depuis le début de l’occupation en 1967, aucun permis  de bâtir n’a été délivré par l’ICA (Israel Cooperation Authority). Il semblerait que les forces d’occupation souhaitent la disparition du village.

Ensuite, nos postes suivent un projet dans le cadre duquel trois containeurs, qui doivent faire office de bâtiments scolaires pour les bédouins de la Vallée du Jourdain, ont été achetés en 2007 pour un montant de 15 000 euros a région.

En réponse aux trois questions, je peux vous dire que je regrette le déroulement des évènements.

Israël utilise la législation en matière d’aménagement du territoire pour freiner le développement socio-économique des villages se trouvant dans le territoire « Area C ». C’est pour cette raison qu’il est nécessaire d’avoir une approche coordonnée de l’Union européenne et de la communauté internationale. Les États-Unis ont eux aussi exprimé leur inquiétude, comme en témoigne la dernière déclaration du Quartet. Le but est qu’Israël démontre concrètement qu’elle contribue au développement de cette partie des Territoires occupés. Il s’agit du maintien de la solution des deux États. Cette solution des est de l’intérêt même d’Israël. C’est le contenu et le but des conclusions du Conseil européen du 14 mai 2012 qui insistent sur la nécessité du développement du territoire C. Nos diplomates tentent de convenir d’une approche méthodique avec Israël et avec l’Autorité palestinienne. J’espère que cela réussira.

Als achtergrond geef ik graag mee dat de Belgische ontwikkelingssamenwerking in 2007 een elektriciteitsnetwerk mee financierde voor tientallen Palestijnse dorpen. Het totale budget bedroeg 2,2 miljoen euro. Een specifiek bedrag voor het netwerk in Khirbat al Taweel is niet gekend. De transformator en het laagspanningsnetwerk hebben - samen met vele andere gebouwen en structuren –in januari 2008 een vernielingsbevel heeft ontvangen van het burgerlijk Israëlisch bestuur in bezet gebied. 

Al-Aqaba is een Palestijns dorp in de Jordaanvallei, ten oosten van de stad Tubas. Liefst 97 % van de gebouwen heeft een vernielingsbevel ontvangen, volgens de Israëlische overheid omdat er geen ruimtelijke planning voor het dorp bestaat. Sinds de bezetting in 1967 werd geen enkele bouwvergunning door de ICA (Israel Cooperation Authority) afgeleverd. Het lijkt erop dat de bezettende macht dat dorp wil doen verdwijnen. 

Verder volgen onze posten een project waarbij 3 containers werden aangekocht in 2007 voor 15 000 euro, dienstig als schoolgebouwen voor Bedoeïen in de Jordaanvallei. De plaatsing wordt sindsdien geblokkeerd omdat de Israëlische autoriteit weigert een vergunning af te leveren, omdat er geen ontwikkelingsplan voor het gebied bestaat. 

Als antwoord op de drie vragen samen kan ik stellen dat ik uiteraard deze gang van zaken betreur. 

Israel gebruikt de wetgeving op de ruimtelijke ordening om de socio-economische ontwikkeling van de dorpen in het “Area C” gebied te remmen. Daarom is er een gecoördineerde aanpak van de Europese Unie en de internationale gemeenschap nodig. Ook de VS zijn bezorgd, zoals blijkt uit de jongste Kwartetverklaring. Het is de bedoeling dat Israël concreet aantoont dat het meewerkt aan de ontwikkeling van dat deel van de bezette gebieden. Het gaat om het behoud van de tweestatenoplossing. Die oplossing is in het belang is van Israel zelf. Dat is de teneur en de bedoeling van de EU Raadsconclusies van 14 mei 2012. Zij gaan in op de noodzaak van de ontwikkeling van het C-gebied. Onze diplomaten trachten nu met Israël en de Palestijnse Autoriteit tot een planmatige aanpak te komen. Ik hoop dat dat zal lukken.