SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
29 juin 2012 29 juni 2012
________________
Question écrite n° 5-6621 Schriftelijke vraag nr. 5-6621

de Rik Torfs (CD&V)

van Rik Torfs (CD&V)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Avocats - Ordres des barreaux francophones et germanophone - Système pro deo - Fonctionnement Advocaten - Franstalige en Duitstalige Orde van Advocaten - Pro Deo-systeem - Werking 
________________
avocat
aide judiciaire
ordre professionnel
droits de la défense
advocaat
rechtsbijstand
beroepsorde
rechten van de verdediging
________ ________
29/6/2012Verzending vraag
25/10/2012Rappel
21/12/2012Antwoord
29/6/2012Verzending vraag
25/10/2012Rappel
21/12/2012Antwoord
________ ________
Question n° 5-6621 du 29 juin 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6621 d.d. 29 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les ordres des barreaux francophones et germanophone ont fait savoir qu'ils ne font plus participer leurs avocats au système pro deo.

Comment les dossiers pro deo sont-ils répartis dans ces arrondissements francophones et germanophone ? Les avocats francophones et germanophones ne pourraient pas plaider pro deo de leur propre initiative, étant donné qu'il n'est plus possible de constituer un dossier par le biais de l'Ordre. Mais il y aurait des exceptions, par exemple pour les dossiers des étrangers.

1) La ministre peut-elle préciser la répartition des dossiers pro deo parmi les ordres francophones et germanophone ?

2) Toutes les personnes ayant droit au système pro deo ont-elles accès à un avocat ?

3) Les avocats peuvent-ils sans problème plaider pro deo ?

 

De Franstalige en Duitstalige Orde van Advocaten hebben te kennen gegeven dat zij hun advocaten niet meer laten meewerken aan het pro Deo-systeem.

Hoe verloopt de verdeling van de pro Deo-zaken dan in deze Franstalige en Duitstalige arrondissementen? Naar verluidt kunnen Franstalige en Duitstalige advocaten niet op eigen houtje een pro Deo-dossier pleiten, aangezien het via de Orde niet meer mogelijk is een dossier aan te maken. Er zouden echter uitzonderingen bestaan, bijvoorbeeld voor vreemdelingenzaken.

1) Kan u mij wat meer uitleg verschaffen over de verdeling van de pro Deo's binnen de Duitstalige en Franstalige Orde?

2) Heeft elke pro-Deaan toegang tot een advocaat?

3) Kunnen advocaten zonder problemen deze zaken pleiten?

 
Réponse reçue le 21 décembre 2012 : Antwoord ontvangen op 21 december 2012 :

Les avocats dispensant l’aide juridique de deuxième ligne de l’ordre des barreaux francophones et germanophone ont effectivement fait grève mais la situation s’est normalisée. Toute personne pouvant bénéficier de l’aide juridique de deuxième ligne a actuellement accès à un avocat. Les conditions pour pouvoir bénéficier de l’aide juridique de deuxième ligne totalement ou partiellement gratuite figurent dans l’arrêté royal du 18 décembre 2003. Les justiciables peuvent bénéficier de l’aide juridique de deuxième ligne en raison de leurs revenus, de leurs statut ou de la situation précaire dans laquelle ils se trouvent.

Les désignations des avocats qui vont effectuer des prestations sous le couvert de l’aide juridique de deuxième ligne se font par les bureaux d’aide juridique. Il s’agit d’avocats qui sont inscrits sur une liste (article 508/7 et 508/9 du Code judiciaire). Il y a un bureau d’aide juridique au sein de chaque barreau. L’OBFG se compose des ordres des barreaux d’Arlon, Bruxelles, Charleroi, Dinant, Huy, Liège, Marches-en –Famenne, Mons, Namur, Neufchâteau, Nivelles, Verviers et Eupen.

Le nombre de dossiers clôturés pour l’année 2010-2011 est de 90 751 dossiers répartis de la manière suivante : 1 150 pour Arlon, 29 300 pour Bruxelles, 11 212 pour Charleroi, 2 808 pour Dinant, 815 pour Eupen, 2 315 pour Huy, 15 392 pour Liège, 1 234 pour Marche-en-Famenne, 6 690 pour Mons, 5 617 pour Namur, 1 358 pour Neufchâteau, 4 083 pour Nivelles, 4 053 pour Tournai et 4 723 pour Verviers.

De advocaten van de Ordre des barreaux francophones et germanophone die juridische tweedelijnsbijstand verstrekken, hebben inderdaad gestaakt maar de situatie is weer normaal. Iedereen die juridische tweedelijnsbijstand kan genieten, heeft thans toegang tot een advocaat. De voorwaarden om volledig of gedeeltelijk kosteloze juridische tweedelijnsbijstand te kunnen genieten, zijn vermeld in het koninklijk besluit van 18 december 2003. Justitiabelen kunnen juridische tweedelijnsbijstand genieten wegens hun inkomsten, hun statuut of de precaire toestand waarin zij zich bevinden.

De advocaten die onder de noemer van juridische tweedelijnsbijstand prestaties zullen verrichten, worden aangewezen door de bureaus voor juridische bijstand. Het betreft advocaten die zijn ingeschreven op een lijst (de artikelen 508/7 en 508/9 van het Gerechtelijk Wetboek). Bij elke balie is er een bureau voor juridische bijstand. De OBFG bestaat uit de orde van de balies te Aarlen, Brussel, Charleroi, Dinant, Hoei, Luik, Marche-en-Famenne, Bergen, Namen, Neufchâteau, Nijvel, Verviers en Eupen.

Voor 2010-2011 werden 90 751 dossiers afgesloten. Zij waren verdeeld als volgt: 1 150 voor Aarlen, 29 300 voor Brussel, 11 212 voor Charleroi, 2 808 voor Dinant, 815 voor Eupen, 2 315 voor Hoei, 15 392 voor Luik, 1 234 voor Marche-en-Famenne, 6 690 voor Bergen, 5 617 voor Namen, 1 358 voor Neufchâteau, 4 083 voor Nijvel, 4 053 voor Doornik en 4 723 voor Verviers.