SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
31 mai 2012 31 mei 2012
________________
Question écrite n° 5-6380 Schriftelijke vraag nr. 5-6380

de Piet De Bruyn (N-VA)

van Piet De Bruyn (N-VA)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
La législation relative aux contaminations conscientes par le SIDA De wetgeving rond bewuste HIV-besmettingen 
________________
sida
droit pénal
aids
strafrecht
________ ________
31/5/2012Verzending vraag
22/6/2012Antwoord
31/5/2012Verzending vraag
22/6/2012Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2328 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2328
________ ________
Question n° 5-6380 du 31 mai 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6380 d.d. 31 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Par le passé, notre pays a été confronté à plusieurs reprises à des dossiers pénaux où une personne séropositive était accusée d'avoir contaminé d'autres personnes à l'occasion de relations sexuelles à risque. Notre pays ne dispose pour l'instant d'aucune législation spécifique sur le SIDA et de telles affaires judiciaires sont traitées sur la base d'une série de dispositions légales générales, comme la tentative d'homicide ou les coups et blessures volontaires. La ministre est-elle favorable à la pratique actuelle ou à l'usage de législations spécifiques ? Existe-t-il, selon elle, une circulaire qui fait la clarté sur les circonstances dans lesquelles le ministère public peut ou non poursuivre ?

 

In het verleden werd ons land al een aantal keren geconfronteerd met strafzaken waarbij een seropositieve persoon werd aangeklaagd omdat anderen werden besmet door onveilig seksueel contact met de seropositieve persoon in kwestie. Momenteel heeft ons land geen HIV-specifieke wetgeving en worden dergelijke rechtszaken behandeld via een aantal algemene wetsbepalingen, zoals poging tot moord, opzettelijke slagen en verwondingen. Is de minister voorstander van de huidige praktijk of van het gebruik van HIV-specifieke wetten? Bestaat er volgens de minister een richtlijn die duidelijkheid biedt wanneer het openbaar ministerie wel en wanneer niet zal vervolgen?

 
Réponse reçue le 22 juin 2012 : Antwoord ontvangen op 22 juni 2012 :

La transmission délibérée du virus HIV par contact sexuel ne figure en effet pas en tant que telle dans le Code pénal belge. Pour punir pareil acte, il faut donc recourir aux textes existants. Au sein du ministère public, il n'existe pas davantage de directives spécifiques concernant les poursuites en matière de contamination délibérée au HIV.

Dans le cadre de la législation belge en vigueur, différentes incriminations peuvent être appliquées selon le cas.

La transmission délibérée du virus HIV par contact sexuel relève en premier lieu du champ d'application des dispositions relatives aux coups et blessures volontaires (article 398 et suivants du Code pénal), ainsi que des dispositions relatives au meurtre ou à l'assassinat s'il y a eu préméditation (article 393 et suivants du Code pénal).

L'entretien de contacts sexuels sans informer le partenaire de sa propre séropositivité constitue bel et bien une blessure conformément à la jurisprudence fixe en la matière, et en particulier une lésion interne apportée au corps humain de l'extérieur par une cause chimique agissant sur l'état physique (Cass., 12 avril 1983).

Les articles 402 et 405 du Code pénal concernant l'administration volontaire de substances nocives peuvent également englober la transmission du virus HIV par contact sexuel.

L'article 402 prévoit ce qui suit : « Sera puni d'un emprisonnement de trois mois à cinq ans et d'une amende de cinquante euros à cinq cents euros, quiconque aura causé à autrui une maladie ou incapacité de travail personnel, en lui administrant volontairement, mais sans intention de tuer, des substances qui peuvent donner la mort, ou des substances qui, sans être de nature à donner la mort, peuvent cependant altérer gravement la santé. »

L'article 405 vise la tentative.

A l'égard des éléments constitutifs de l’infraction visée à l'article 402, la transmission du virus du sida par contact sexuel sans en informer le partenaire, équivaut à l'administration volontaire d'une substance qui peut donner la mort ou peut altérer gravement la santé.

Malgré le fait qu'il n'existe en la matière aucune incrimination spécifique dans le droit pénal, il me semble que les qualifications pénales existantes suffisent pour punir les actes sexuels à risque.

De opzettelijke overdracht van HIV via seksueel contact staat als zodanig inderdaad niet vermeld in het Belgisch Strafwetboek. Voor de bestraffing van een dergelijke handeling moet dus gebruik gemaakt worden van de bestaande teksten. Er bestaan binnen het openbaar ministerie ook geen specifieke richtlijnen omtrent de vervolging van bewuste HIV-besmettingen.

In het kader van de geldende Belgische wetgeving zijn verschillende strafbaarstellingen toepasselijk naargelang het geval.

De opzettelijke overdracht van HIV via seksueel contact valt ten eerste onder het toepassingsgebied van de bepalingen met betrekking tot opzettelijke slagen en verwondingen (art. 398 en volgende van het Strafwetboek) alsook van de bepalingen met betrekking tot doodslag ofwel moord indien met voorbedachten rade (art. 393 en volgende van het Strafwetboek).

Het onderhouden van seksuele contacten zonder de partner op de hoogte te brengen van de eigen staat van seropositiviteit is wel degelijk een verwonding volgens de vaste rechtspraak terzake, inzonderheid een inwendig letsel dat aan het menselijk lichaam van buiten uit door een chemische op de lichaamsgesteltenis inwerkende oorzaak wordt toegebracht (Cass., 12 april 1983).

De artikelen 402 en 405 van het Strafwetboek betreffende het opzettelijk toedienen van schadelijke stoffen kunnen ook de overdracht van HIV via seksueel contact dekken.

Artikel 402 bepaalt: “Met gevangenisstraf van drie maanden tot vijf jaar en met geldboete van vijftig frank tot vijfhonderd frank wordt gestraft hij die bij een ander een ziekte of ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid veroorzaakt door hem, opzettelijk maar zonder het oogmerk om te doden, stoffen toe te dienen die de dood kunnen teweegbrengen, of stoffen die, al zijn zij niet van die aard dat zij de dood teweegbrengen, toch de gezondheid zwaar kunnen schaden”.

Artikel 405 doelt op de poging.

Ten aanzien van de bestanddelen van het strafbaar feit bedoeld in artikel 402, staat de overdracht van het aidsvirus via seksueel contact zonder de partner daarvan op de hoogte te brengen, gelijk met het opzettelijk toedienen van een stof die de dood kan teweegbrengen of de gezondheid zwaar kan schaden.

Ondanks het feit dat er terzake geen specifieke incriminatie bestaat in het strafrecht lijkt het mij dat de bestaande strafrechtelijke kwalificaties dus voldoende toereikend zijn om risicovol seksueel handelen te bestraffen.