SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
27 décembre 2010 27 december 2010
________________
Question écrite n° 5-638 Schriftelijke vraag nr. 5-638

de Bart Tommelein (Open Vld)

van Bart Tommelein (Open Vld)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Justice - Transport de détenus - Introduction de la « téléaudition » dans les tribunaux Justitie - Gevangenentransport - Invoeren "telehoren" in rechtbanken 
________________
audience judiciaire
vidéocommunication
procédure pénale
transfèrement de détenus
Pays-Bas
témoignage
gerechtszitting
videocommunicatie
strafprocedure
overbrenging van gedetineerden
Nederland
getuigenverklaring
________ ________
27/12/2010Verzending vraag
8/9/2011Rappel
7/12/2011Dossier gesloten
27/12/2010Verzending vraag
8/9/2011Rappel
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-5040 Heringediend als : schriftelijke vraag 5-5040
________ ________
Question n° 5-638 du 27 décembre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-638 d.d. 27 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La justice néerlandaise a recours à des moyens modernes pour l’audition de suspects et de témoins. Au cours des deux prochaines années, tous les centres de détention pour étrangers et la plupart des prisons seront équipés d’appareils permettant la vidéoconférence avec un tribunal.

Les suspects détenus, les étrangers, les témoins et les experts à l’étranger peuvent alors être entendus à distance depuis la salle du tribunal.

L’introduction de la « téléaudition » permet une économie considérable. Cela a été confirmé aux Pays-Bas par le Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum du ministère de la Justice.

La téléaudition contribuera aussi à « moderniser le pouvoir judiciaire et à augmenter l’efficacité de la procédure ».

Ce nouveau système permet de réduire le nombre de personnes à transporter, d’où de réelles économies. Outre un impact positif sur l’environnement, cet élément est particulièrement important pour les transports à risques entre les prisons et les tribunaux. Cette mesure est donc avant tout favorable à la sécurité.

On s’attend aussi à une diminution du nombre d’arrestations durant les affaires criminelles et à une réduction des délais d’attente pour les audiences.

Trois projets pilotes, qui se sont déroulés en 2007 aux Pays-Bas, ont déjà été jugés positifs. Des étrangers se trouvant dans le bateau-prison de Dordrecht sont entendus à distance par le tribunal à Maastricht. Le tribunal de La Haye utilise le système depuis quelque temps pour l’audition de témoins et d’experts à l’étranger. Une liaison vidéo a déjà été réalisée entre le tribunal de Haarlem et la Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. Selon le ministère, jusqu’à présent, ces expériences sont positives.

En divers endroits, les autorités ont maintenant l’intention d’aménager des espaces de vidéoconférences. Selon le ministère, il est parfaitement possible d’utiliser aussi des webcams, surtout à l’étranger. On ne peut cependant pas avoir recours à la téléaudition pour toutes les affaires car une confrontation personnelle est souvent indispensable.

Je souhaite une réponse aux questions suivantes.

1. Comment le ministre réagit-il à cette étude ? Le ministre estime-t-il possible d’instaurer la téléaudition dans notre pays pour de simples audiences normales ? Dans la négative, le ministre peut-il expliquer en détail quels sont les aspects positifs et négatifs de la téléaudition ainsi que la raison pour laquelle les aspects négatifs prévalent ? Dans l’affirmative, le ministre peut-il préciser quand la téléaudition pourrait être instaurée ?

2. Des projets pilotes de téléaudition ont-ils déjà été développés dans notre pays. Dans l’affirmative, quels en ont été les résultats ? Dans la négative, le ministre est-il disposé à lancer de tels projets dans notre pays ?

3. Le ministre peut-il indiquer aussi exactement que possible combien de membres du personnel des services publics sont impliqués dans le transport de détenus ainsi que dans leur accompagnement policier et ce tant en ce qui concerne le nombre d'agents que le nombre d’heures par homme et sur une base annuelle ? Le ministre peut-il également préciser le coût ?

 

De Nederlandse Justitie grijpt naar moderne middelen voor het verhoren van verdachten en getuigen. De komende twee jaar worden alle detentiecentra voor vreemdelingen en de meeste gevangenissen uitgerust met apparatuur die videoconferentie met een rechtbank mogelijk maakt.

Gedetineerde verdachten, vreemdelingen, getuigen en deskundigen in het buitenland zijn dan op afstand te verhoren vanuit de rechtszaal.

De invoering van het 'telehoren' levert een aanzienlijke besparing. Dit werd in Nederland bevestigd door het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie.

Ook moet het telehoren de "rechterlijke macht moderniseren en de efficiëntie van de rechtsgang vergroten".

Door het nieuwe systeem hoeven minder mensen te worden vervoerd, en dat levert een aanzienlijke kostenbesparing op. Naast een positieve impact voor het milieu is het vooral belangrijk wat betreft de risicovolle transporten tussen de gevangenissen en de rechtbanken. Deze maatregel komt dus vooral de veiligheid ten goede.

Het aantal aanhoudingen tijdens strafzaken wordt kleiner en de wachttijd voor zittingen neemt af, zo verwacht men.

Drie pilootprojecten die in 2007 plaatsvonden in Nederland werden alvast positief bevonden. Vreemdelingen die op de detentieboot in Dordrecht zitten, worden op afstand verhoord door de rechtbank in Maastricht. De rechtbank Den Haag gebruikt het systeem sinds enige tijd voor het horen van getuigen en deskundigen in het buitenland. Tussen de rechtbank Haarlem en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba is ook al een video verbinding gerealiseerd. Volgens het ministerie zijn de ervaringen tot nu toe positief.

Op diverse locaties gaat de overheid nu videoconferentie ruimtes inrichten. Ook webcams kunnen volgens het ministerie prima worden gebruikt, vooral in het buitenland. Telehoren kan echter niet voor alle zaken worden ingezet, omdat een persoonlijke confrontatie vaak onontbeerlijk is.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de Minister:

1)Hoe reageert de minister op dit onderzoek en kan de minister aangeven of het telehoren ook in ons land kan worden ingevoerd voor eenvoudige standaardzittingen? Zo neen, kan de minister uitvoerig aangeven welke de positieve en welke de negatieve punten zijn van "telehoren" alsook waarom de negatieve punten uiteindelijk de doorslag geven? Zo ja, kan de minister aangeven wanneer dit zou worden doorgevoerd?

2)Werden er in ons land reeds proefprojecten inzake "telehoren" opgezet? Zo ja, welke waren de resultaten? Zo neen, is de minister bereid proefprojecten op te zetten in ons land?

3)Kan de minister zo accuraat mogelijk aangeven hoeveel personeelsleden van de overheid betrokken zijn bij het vervoer van gevangenen alsook bij de politiebegeleiding ervan en dit zowel wat betreft aantallen personeelsleden als wat betreft manuren en dit op jaarbasis? Kan de minister tevens het financiële plaatje ervan aangeven?