SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
24 avril 2012 24 april 2012
________________
Question écrite n° 5-6138 Schriftelijke vraag nr. 5-6138

de Hassan Bousetta (PS)

van Hassan Bousetta (PS)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken
________________
La protection des minorités en Iran et plus particulièrement de la minorité arabophone Ahwazi Bescherming van minderheden in Iran en in het bijzonder van de Arabisch sprekende Ahwazi-minderheid 
________________
Iran
protection des minorités
groupe religieux
groupe ethnique
droits de l'homme
Iran
bescherming van minderheden
godsdienstige groep
etnische groep
rechten van de mens
________ ________
24/4/2012Verzending vraag
20/7/2012Antwoord
24/4/2012Verzending vraag
20/7/2012Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2071 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2071
________ ________
Question n° 5-6138 du 24 avril 2012 : (Question posée en français) Vraag nr. 5-6138 d.d. 24 april 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Amnesty International a publié un communiqué le 13 février 2012 selon lequel : " Il existe un risque réel que les forces de sécurité iraniennes recourent une nouvelle fois à une force excessive pour réprimer la contestation à travers le pays. " (Déclaration de Ann Harrison, directrice adjointe par intérim du programme Moyen-Orient et Afrique du Nord d'Amnesty International). Des journalistes, des blogueurs et des minorités ont fait l'objet d'une répression grandissante à travers le pays, en amont des élections législatives du 2 mars 2012.

La vague d'arrestations visant des membres des minorités ethniques et religieuses iraniennes, des journalistes et des personnes soupçonnées d'entretenir des liens avec les médias étrangers s'inscrit dans une stratégie ayant pour but de limiter le débat public et de dissuader la population de manifester dans le cadre des élections du 2 mars 2012.

En particulier, quelque quarante-neuf membres de la minorité arabe ahwazis auraient été appréhendés depuis le 10 janvier 2012 dans au moins trois villes de la province du Khuzestan, dans le sud-ouest du pays. La minorité arabe ahwazie est l'une des nombreuses communautés minoritaires en Iran. Une grande partie de cette communauté est implantée dans la province du Khuzestan, dans le sud-ouest du pays, région frontalière de l'Irak.

En 2005, des dizaines d'Ahwazis avaient été tués et un très grand nombre, peut-être des centaines, arrêtés pendant et après des manifestations. Ces événements avaient mis le feu aux poudres dans la province, déclenchant des attentats à la bombe meurtriers, suivis par de nouvelles arrestations, des procès iniques et au moins quinze exécutions. Plus récemment, le 18 avril 2011, le prix Nobel de la paix 2003, Shirin Ebadi, écrivait une lettre au haut commissaire pour les Droits de l'homme de l'Organisation des Nations unies (ONU) où elle souligne : " Le 16 avril 2011, un groupe d'Iraniens sunnites arabophones, de la ville d'Ahvaz, province du Khuzestan, située dans le sud de l'Iran, ont manifesté leur détresse à travers des manifestations pacifiques (…) Malheureusement, ils ont été violemment réprimés par le gouvernement. À la suite de la violente attaque, des conflits sporadiques ont éclaté (...). Les familles et les amis des victimes ont été réduits au silence par les menaces des autorités gouvernementales. Ceux qui ont donné des interviews à la presse arabophone ont aussi été arrêtés. "

L'honorable ministre des Affaires étrangères pourrait-il nous donner des explications sur la position du gouvernement au niveau des instances internationales compétentes en vue d'agir dans le sens de garantir les droits des minorités en Iran, en général, et ceux des Ahwazis, en particulier ? Quels sont les informations que le gouvernement fédéral a pu recevoir et quels contacts a-t-il pu nouer avec le rapporteur spécial des Nations unies sur la situation des minorités en Iran ?

 

Ann Harrison, interim adjunct-directeur van Amnesty International's programma voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika, verklaarde op 13 februari 2012 in een communiqué dat de kans reëel is dat de Iraanse veiligheidstroepen opnieuw excessief geweld gaan gebruiken om de protestbewegingen in heel het land de kop in te drukken. In de aanloop van de parlementsverkiezingen van 2 maart 2012 werden journalisten, bloggers en minderheidsgroepen in heel het land zwaar onder druk gezet.

De golf van arrestaties van leden van Iraanse etnische en religieuze minderheden, journalisten en burgers die worden verdacht van banden met buitenlandse media, maakt deel uit van een strategie om het publieke debat te smoren en de bevolking ervan te weerhouden de straat op te trekken in het kader van de verkiezingen van 2 maart 2012.

Ongeveer negenenveertig Ahwazi, een Arabische minderheidsgroep, zouden sinds 10 januari 2012 gearresteerd zijn in ten minste drie steden in de provincie Khuzestan, in het zuidwesten van het land. Deze Arabische minderheid is één van de talrijke minderheidsgemeenschappen in Iran. Een groot deel van deze gemeenschap heeft zich gevestigd in de provincie Khuzestan, in het zuidwesten van het land, in de grensstreek met Irak.

In 2005 werden tientallen Ahwazi gedood en een groot aantal, misschien wel honderden, zijn tijdens en na de demonstraties gearresteerd. Die gebeurtenissen hebben in de provincie het vuur aan de lont gestoken en waren aanleiding voor dodelijke bomaanslagen, gevolgd door nieuwe arrestaties, oneerlijke processen en ten minste vijftien executies. Meer recent, op 18 april 2011 schreef de winnaar van de Nobelprijs voor de vrede 2003, Shirin Ebadi, een brief aan de Hoge VN-Commissaris voor de Rechten van de Mens waarin ze onderstreept dat een groep soennitische Arabisch sprekende Iraniërs van de stad Ahvaz, in de provincie Khuzestan in het zuiden van Iran, op 16 april 2011 tijdens vreedzame betogingen uiting hebben gegeven aan hun wanhoop. Die betogingen werden door de regering jammer genoeg gewelddadig uiteengeslagen. Naar aanleiding van dat gewelddadige optreden zijn er sporadische conflicten uitgebarsten. De families en vrienden van de slachtoffers werd het zwijgen opgelegd door bedreigingen van de regeringsautoriteiten. Ook zij die interviews gegeven hebben aan de Arabisch sprekende pers werden gearresteerd.

Kan de minister van Buitenlandse Zaken uitleg geven over de positie van de Belgische regering in de bevoegde internationale instanties om de rechten van de minderheden in Iran in het algemeen en die van de Ahwazi in het bijzonder te waarborgen? Welke informatie heeft de federale regering kunnen bemachtigen en welke contacten heeft ze kunnen leggen met de Speciale VN-rapporteur over de situatie van de minderheden in Iran?

 
Réponse reçue le 20 juillet 2012 : Antwoord ontvangen op 20 juli 2012 :

La Belgique porte systématiquement la situation des droits de l’homme en Iran à l'attention du Conseil des droits de l'homme lors du débat sous le point de l’agenda «situations qui requièrent l'attention du Conseil ». Lors de la séance du Conseil de mars 2012, la Belgique a exprimé sa préoccupation relative à la situation des droits de l’homme en Iran et a spécialement visé les persécutions des minorités ethniques et religieuses. Au cours du dialogue interactif avec le rapporteur spécial pour la situation des droits de l’homme en Iran, la Belgique a de nouveau exprimé sa préoccupation quant au sort des minorités ethniques et religieuses.

Lors de cette même session, le Conseil des droits de l'homme a adopté une résolution sur la situation des droits de l’homme en Iran qui a prolongé le mandat du rapporteur spécial. La Belgique a bien entendu pleinement soutenu cette résolution. En décembre 2011, le groupe de travail « Droits de l'Homme » du Conseil de l'UE (COHOM) avait eu l’occasion d’avoir un échange de vues approfondi avec M. Ahmed Shaheed, le rapporteur spécial pour la situation des droits de l’homme en Iran.

Je voudrais souligner que l’Iran a adhéré à plusieurs conventions des droits de l’homme, comme le Pacte International relatif aux droits civils et politiques. La Belgique ne manque aucune occasion d’appeler l’Iran à respecter les obligations découlant de ces conventions. Chacune de ces conventions a établi un organe composé d’experts indépendants qui surveille l’application de la Convention. C’est ainsi que, lors de la discussion du rapport sur l’Iran, en octobre 2011, le Comité des droits de l’homme, qui veille à la mise en œuvre du Pacte international des droits civils et politiques, s’est déclaré préoccupé par la discrimination continue subie par les minorités religieuses et ethniques en Iran.

Vous constaterez avec moi que la question de la violation des droits de minorités en Iran a été abordée dans toutes les enceintes internationales pertinentes et que la Belgique n’a manqué aucune occasion de soulever la question de la protection de leurs droits.

België vraagt systematisch om de mensenrechtensituatie in Iran in te schrijven op de agenda van de mensenrechtenraad tijdens het debat onder het punt “toestanden die de aandacht van de Raad vereisen”. Tijdens de zitting van maart 2012 heeft België zijn bezorgdheid geuit betreffende de mensenrechtensituatie in Iran en heeft het in het bijzonder gehad over de vervolgingen van de etnische en religieuze minderheden. Tijdens de interactieve dialoog met de speciale rapporteur over de mensenrechtensituatie in Iran heeft België opnieuw zijn bezorgdheid geuit over het lot van de etnische en religieuze minderheden.

Tijdens deze zitting heeft de mensenrechtenraad een resolutie goedgekeurd over de mensenrechtensituatie in Iran die het mandaat van de speciale rapporteur heeft verlengd. België heeft vanzelfsprekend deze resolutie volledig ondersteund. In december 2011 heeft de werkgroep “Mensenrechten” van de Raad van EU (COHOM) de gelegenheid gehad om een diepgaande meningsuitwisseling te hebben met de heer Ahmed Shaheed, de speciale rapporteur voor de mensenrechtensituatie in Iran.

Ik wil onderlijnen dat Iran meerdere mensenrechtenverdragen heeft ondertekend, zoals het internationale Pact betreffende de burgerlijke en politieke rechten. België herinnert Iran er regelmatig aan zijn verplichtingen komende uit deze verdragen na te leven. Elk van deze verdragen heeft een orgaan gecreëerd bestaande uit zelfstandige deskundigen die de toepassing van het verdrag bewaken. Tijdens de discussie over het rapport over Iran, in oktober 2011, heeft het mensenrechtencomité, dat toekijkt op de toepassing van het internationale pact van de burgerlijke en politieke rechten, verklaard dat het bezorgd was door de permanente discriminatie ondergaan door de religieuze en etnische minderheden in Iran.

U kan dus samen met mezelf vaststellen dat de kwestie van de schending van de rechten van de minderheden in Iran werd aangepakt in alle relevante internationale instellingen en dat België geen gelegenheid heeft gemist om de kwestie van de bescherming van hun rechten aan te pakken.