SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
5 mars 2012 5 maart 2012
________________
Question écrite n° 5-5787 Schriftelijke vraag nr. 5-5787

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Hôpitaux publics - Déficits d'exploitation - Ayants droit - Communes - Constatation tardive - Règlement équitable Openbare ziekenhuizen - Exploitatietekorten - Rechtsopvolgers - Gemeenten - Laattijdige vaststelling - Billijke regeling 
________________
établissement hospitalier
déficit
finances locales
ziekenhuis
tekort
lokale financiën
________ ________
5/3/2012Verzending vraag
8/5/2012Antwoord
5/3/2012Verzending vraag
8/5/2012Antwoord
________ ________
Question n° 5-5787 du 5 mars 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5787 d.d. 5 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Fin décembre 2011, les hôpitaux publics ont reçu un courrier émanant du Service public fédéral Santé publique relatif à la détermination du déficit d'exploitation pour les années 1995-2001. La réglementation relative aux déficits de gestion des hôpitaux publics prévoit que ces déficits sont à charge de la commune dans laquelle se situe l'hôpital.

Il s'agit souvent de déficits d'exploitation de plusieurs millions d'euros qui remontent à des années. Mais il y a aussi des hôpitaux publics qui entre-temps n'existent plus, soit parce qu'ils ont été englobés dans de nouvelles entités soit parce qu'il a été mis fin à leurs activités. Pour les villes de Vilvorde, Herentals et Roulers par exemple, les montants se situent entre 2 et 3 millions d'euros.

À la suite de toutes sortes de fusions et reprises, la plupart des ayants droit de ces hôpitaux ne sont plus des hôpitaux publics. La question se pose de savoir si ces ASBL peuvent réclamer des sommes qui trouvent leur origine dans la réglementation relative aux déficits de gestion des hôpitaux publics et qui portent sur une période antérieure à leur création et sur des dossiers dans lesquels la commune de tutelle de l'hôpital public est déjà intervenue.

De très nombreuses communes s'étonnent de cette procédure. Cette facture inattendue et tardive constitue une douche froide pour les finances communales. Or elles sont déjà sous forte pression. On ne peut pas dire que constater le déficit d'exploitation seize ans après la clôture de l'exercice comptable et refiler ensuite la facture à la commune constituent un modèle de bonne gestion.

Mes questions sont les suivantes :

1) La ministre dispose-telle de données chiffrées relatives au nombre d'hôpitaux pour lesquels un déficit d'exploitation a été constaté ? Pour quelles périodes et quels montants ? Peut-elle mettre en regard de ces données un aperçu des communes et hôpitaux concernés, avec éventuellement une ventilation par région ?

2) La ministre reconnaît-elle qu'il s'agit aussi d'hôpitaux publics qui entre-temps n'existent plus, soit parce qu'ils ont été englobés dans de nouvelles entités soit parce qu'il a été mis fin à leurs activités ? Juge-t-elle que les ayants droit peuvent réclamer des sommes qui trouvent leur origine dans la réglementation relative aux déficits de gestion des hôpitaux publics et qui portent sur une période antérieure à leur création et sur des dossiers dans lesquels la commune de tutelle de l'hôpital public est déjà intervenue ? Peut-elle motiver sa réponse ?

3) Constater un déficit d'exploitation seize ans après la clôture de l'exercice comptable et refiler ensuite la facture à la commune ne constituent pas un modèle de bonne gestion. La ministre partage-t-elle cette vision ?

4) Quelles mesures la ministre envisage-telle en vue d'un règlement équitable pour les communes concernées ? Quand seront-elles appliquées et avec quels moyens ?

 

Eind december 2011 ontvingen de openbare ziekenhuizen een brief van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid over de vaststelling van het exploitatietekort voor de jaren 1995-2001. In het kader van de tekortenregeling voor de openbare ziekenhuizen worden die tekorten ten laste gelegd van de gemeente waar het ziekenhuis gelegen is.

Vaak gaat het over ettelijke miljoenen euro die betrekking hebben op exploitatietekorten van jaren geleden. Maar het gaat ook over openbare ziekenhuizen die vandaag niet meer bestaan omdat ze opgegaan zijn in nieuwe entiteiten of om ziekenhuizen waarvan de activiteit stopgezet werd. Voor de steden Vilvoorde, Herentals en Roeselare bijvoorbeeld gaat het over bedragen van 2 tot 3 miljoen euro.

Als gevolg van allerlei fusies en overnames zijn de meeste rechtsopvolgers van die ziekenhuizen geen openbare ziekenhuizen meer. De vraag is of deze vzw's bedragen kunnen claimen die hun oorsprong vinden in de tekortenregeling voor de openbare ziekenhuizen en die betrekking hebben op een periode waarin ze nog niet opgericht waren en op dossiers waarvoor de moedergemeente van het openbaar ziekenhuis al is tussengekomen.

Heel veel gemeenten zijn hierdoor ook verrast. De onverwachte en laattijdige afrekening is zeker een koude douche voor de gemeentefinanciën. Die staan immers al zeer zwaar onder druk. Dat het exploitatietekort pas zestien jaar na het verstrijken van het betrokken boekjaar wordt vastgesteld en dat de factuur vervolgens naar de gemeenten wordt doorgeschoven, is niet onmiddellijk een voorbeeld van behoorlijk bestuur.

In dit kader volgende vragen:

1) Beschikt de geachte minister over cijfergegevens betreffende het aantal ziekenhuizen waarvoor exploitatietekorten werden vastgesteld? Voor welke periodes en voor welk bedrag? Kan ze die koppelen aan een overzicht van de betrokken gemeenten en ziekenhuizen, eventueel opgesplitst per gewest?

2) Erkent de geachte minister dat het hier ook gaat om openbare ziekenhuizen die vandaag niet meer bestaan omdat ze opgegaan zijn in nieuwe entiteiten of om openbare ziekenhuizen waarvan de activiteit stopgezet werd? Is ze van oordeel dat de rechtsopvolgers bedragen kunnen claimen die hun oorsprong vinden in de tekortenregeling voor de openbare ziekenhuizen en die betrekking hebben op een periode waarin ze nog niet opgericht waren en op dossiers waarvoor de moedergemeente van het openbaar ziekenhuis al is tussengekomen? Kan ze haar standpunt motiveren?

3) Dat het exploitatietekort tot zestien jaar na het verstrijken van het betrokken boekjaar wordt vastgesteld en dat de factuur vervolgens wordt doorgeschoven naar de gemeenten is niet onmiddellijk een goed voorbeeld is van behoorlijk bestuur. Deelt de geachte minister die visie?

4) Welke maatregelen heeft de geachte minister in gedachten om te komen tot een billijke regeling voor de betrokken gemeenten? Wanneer zullen die worden uitgevoerd en met welke middelen?

 
Réponse reçue le 8 mai 2012 : Antwoord ontvangen op 8 mei 2012 :

Les montants provisoires des déficits des hôpitaux publics néerlandophones pour la période 1995-2001 ont en effet été envoyés, pour information, aux institutions hospitalières concernées dans le courant du mois de décembre 2011.

Je souhaite attirer votre attention sur le fait que les calculs concernés sont provisoires et que les institutions hospitalières ont disposé du temps nécessaire pour faire part de leurs remarques. Ces remarques sont actuellement traitées au sein de mon Administration.

Cela concerne un total de 41 institutions néerlandophones.

Actuellement, nous examinons dans quelle mesure les montants calculés devraient être de facto prélevés sur les comptes des « communes-mères ». En effet, comme vous le mentionnez dans votre question, de nombreuses institutions hospitalières publiques n’existent plus et/ou se sont transformées en de nouvelles entités juridiques, et il est possible que, légalement, le prélèvement des déficits n’ait plus besoin d'être mis en œuvre.

Les conclusions de l’examen de la législation seront communiquées à toutes les parties.

Reste cependant le problème de la fixation tardive de ces calculs. La loi relative aux hôpitaux et à d’autres établissements de soins, coordonnée le 10 juillet 2008 (article 125), prévoit explicitement que soient calculés ces déficits et qu’ils soient communiqués aux institutions concernées.

L’objectif est de fixer le déficit juste après qu’ait été clôturé le dossier de révision du budget des moyens financiers Compte tenu de la résorption du retard dans les révisions du budget des moyens financiers, il doit être possible de récupérer, dans les toutes prochaines années, l’arriéré dans la fixation des déficits.

De voorlopige bedragen van de deficieten van de Nederlandstalige openbare ziekenhuizen voor de dienstjaren 1995-2001 werden inderdaad in december 2011 ter informatie aan de betrokken instellingen bezorgd.

Ik wijs u er op dat de betrokken berekeningen slechts voorlopig zijn en dat de betrokkenen de tijd kregen om opmerkingen hierover te formuleren. Deze opmerkingen worden momenteel door mijn administratie behandeld.

Het betreft in totaal 41 Nederlandstalige instellingen.

Momenteel wordt onderzocht in welke mate de berekende bedragen de facto dienen ingehouden te worden op de rekeningen van de moedergemeenten. Zoals u in uw vraag aangeeft bestaan immers veel openbare instellingen ondertussen niet meer of zijn omgevormd tot nieuwe juridische entiteiten en het is mogelijk dat juridisch gezien een inhouding van de deficieten niet hoeft doorgevoerd te worden. De conclusies van dit onderzoek van de wetgeving zal aan alle partijen meegedeeld worden.

Blijft nog het probleem dat de huidige berekeningen inderdaad heel laattijdig gebeurden. De wet op de ziekenhuizen en andere verzorginstellingen, gecoördineerd op 10 juli 2008 (artikel 125) bepaalt met name dat deze tekorten dienen te worden berekend en aan de betrokken instellingen medegedeeld.

Het is de bedoeling het tekort voortaan vast te stellen onmiddellijk na het afsluiten van de herziening van het budget van financiële middelen. Gelet op de inhaalbeweging inzake de herzieningen van het budget van financiële middelen, moet het mogelijk zijn in de eerstvolgende jaren de achterstand inzake de vaststelling van de tekorten in te lopen.