SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
17 février 2012 17 februari 2012
________________
Question écrite n° 5-5676 Schriftelijke vraag nr. 5-5676

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie
________________
Mariages - Suspicion de mariages de complaisance - Chiffre - Évolution Huwelijken - Verdachte of schijnhuwelijken - Aantal - Ontwikkeling 
________________
mariage
mariage mixte
mariage de complaisance
Office des étrangers
statistique officielle
huwelijk
gemengd huwelijk
schijnhuwelijk
Dienst Vreemdelingenzaken
officiële statistiek
________ ________
17/2/2012Verzending vraag
22/3/2012Antwoord
17/2/2012Verzending vraag
22/3/2012Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 5-3874 Réintroduction de : question écrite 5-3874
________ ________
Question n° 5-5676 du 17 février 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5676 d.d. 17 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Des chiffres récents de l'Office des étrangers indiquent que cette année, 4427 dossiers ont déjà été constitués pour des supposés mariages de complaisance. L'Office des étrangers ouvre un dossier lorsque l'on suspecte un mariage de complaisance et il fait intervenir le parquet et l'état civil de la commune concernée.

1) Combien de dossiers sur des supposés mariages de complaisance ont-ils été constitués chaque année au cours de la période 2006-2011 ? Comment le secrétaire d'État interprète-t-il et explique-t-il cette évolution ?

2) Combien de ces dossiers se sont-ils soldés chaque année par un refus pour cause de mariage de complaisance ?

3) Quelle politique a-t-elle été menée en la matière ? Comment l'Office des étrangers, les parquets et l'administration communale coopèrent-ils ?

4) Les instruments légaux actuels sont-ils suffisamment efficaces ? Dans la négative, quelles propositions le secrétaire d'État compte-t-il concrétiser ?

 

Recente cijfers van de Dienst Vreemdelingenzaken wijzen uit dat er dit jaar al 4 427 dossiers wegens vermeende schijnhuwelijken werden opgesteld. De dienst start zulk dossier vanaf het moment van twijfel en schakelt dan parket en burgerlijke stand van de betrokken gemeente in.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoeveel dossiers over vermeende schijnhuwelijken werden er jaarlijks opgesteld in de periode 2006-2011? Hoe interpreteert en duidt de geachte staatssecretaris deze ontwikkeling, welke oorzaken vindt hij?

2) Hoeveel van deze dossiers werden er jaarlijks afgehandeld met een weigering wegens schijnhuwelijk?

3) Welke beleid wordt hieromtrent gevoerd, hoe werken de Dienst Vreemdelingenzaken en de parketten en de gemeentebestuur hier samen?

4) Oordeelt de geachte staatssecretaris het huidige wettelijke instrumentarium als voldoende slagkrachtig? Zo niet, welke voorstellen wil hij hieromtrent concretiseren?

 
Réponse reçue le 22 mars 2012 : Antwoord ontvangen op 22 maart 2012 :

L'honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.

1) Nombre total d’enquêtes administratives menées par l’Office des Étrangers (OE) concernant des mariages de complaisance potentiels (arriéré 2011 compris)

 

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

Mariages contractés

1.267

985

877

1.278

2.557

4.087

4.187

4.819

Mariages projetés

1.343

2.247

5.474

7.775

6.607

6.327

4.964

5.909

Total

2.610

3.232

6.351

9.053

9.164

10.414

9.151

10.728

Cette hausse s’explique par l’intensification et l’amélioration de la collaboration entre les services concernés. Par conséquent, davantage de cas sont signalés à l’OE.

2) L’échange obligatoire d’informations entre l’OE et l’officier de l’état civil - qui refuse ou non de conclure le mariage -, concerne uniquement le signalement d’un mariage projeté, conformément à la circulaire du 13.09.2005 et non sa décision finale. Dans chaque cas, l’OE souhaite également connaître le résultat final. Cette information est en effet importante pour l’OE car lorsque la décision de refus a été notifiée, il est possible de procéder à l’éloignement de l’étranger. J’entends dès lors entreprendre les démarches en vue d’intensifier encore davantage cette collaboration.

3) Vous n’êtes pas sans savoir que la Circulaire du Collège des Procureurs généraux du 1er octobre 2009 reprend l’ensemble des procédures relatives à la collaboration entre l’OE, les Parquets et les administrations communales. Vu l’ampleur de ces procédures, je vous renvoie à ce texte original.

4) Le dispositif actuel est assez efficace mais il peut très certainement être amélioré au regard des évolutions constatées par les différents acteurs. Ainsi, je compte également lutter tant de manière préventive que répressive contre les déclarations de cohabitation légale de complaisance. Les dispositions légales relatives aux mariages de complaisance seront dans la mesure du possible consolidées mais aussi étendues aux cohabitations légales de complaisance. Les circulaires seront également adaptées dans ce sens. Un projet de loi dans ce sens est déjà en cours de préparation en collaboration avec le SPF Justice. Un projet de modification de la circulaire de 2005 a été demandé à l’Office des Étrangers.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

1) Totaal aantal administratieve onderzoeken door de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) met betrekking tot potentiële schijnhuwelijken (achterstand 2011 inbegrepen)

 

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

Afgesloten huwelijken

1.267

985

877

1.278

2.557

4.087

4.187

4.819

Voorgenomen huwelijken

1.343

2.247

5.474

7.775

6.607

6.327

4.964

5.909

Totaal

2.610

3.232

6.351

9.053

9.164

10.414

9.151

10.728

De reden voor deze stijging is te wijten aan de intensieve en verbeterde samenwerking tussen de betrokken diensten waardoor er meer meldingen zijn bij de DVZ.

2) De verplichte informatie-uitwisseling tussen de DVZ en de Ambtenaar Burgerlijke Stand,- die al dan niet het afsluiten van het huwelijk weigert-, heeft enkel betrekking op de melding van een voorgenomen huwelijk overeenkomstig de omzendbrief van 13 september 2005 en niet op zijn uiteindelijke beslissing. In elk geval is de DVZ vragende partij voor het eveneens verkrijgen van het eindresultaat. Dit is immers voor de DVZ belangrijk omdat na de betekening van de weigeringsbeslissing kan worden overgegaan tot de verwijdering van de vreemdeling. Ik ben dan ook van plan om stappen te ondernemen om deze samenwerking nog te intensifiëren.

3) Zoals U weet, staan alle procedures over de samenwerking van de DVZ, de parketten en de gemeentebesturen beschreven in de Omzendbrief van het College Procureurs-Generaal van 1 oktober 2009. Gelet op de omvang van al deze procedures verwijs ik U naar deze brontekst.

4) De actuele samenwerking is efficiënt, maar kan zeer waarschijnlijk worden verbeterd aan de hand van de door de diverse partners vastgestelde evoluties. Op deze manier wordt zowel op een preventieve als repressieve manier de strijd aangebonden met de verklaringen van wettelijke schijnsamenwoonst. De wettelijke bepalingen met betrekking tot schijnhuwelijken zullen in de mate van het mogelijke versterkt worden maar ook uitgebreid worden naar de wettelijke schijnsamenwoonst. De omzendbrieven zullen in deze zin eveneens worden aangepast. In dit kader wordt een wetsvoorstel voorbereid in samenwerking met de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie. Een voorstel van aanpassing van de omzendbrief van 2005 werd gevraagd aan de Dienst Vreemdelingenzaken.