SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session extraordinaire de 2010 Buitengewone zitting 2010
________________
30 aôut 2010 30 augustus 2010
________________
Question écrite n° 5-53 Schriftelijke vraag nr. 5-53

de Bart Tommelein (Open Vld)

van Bart Tommelein (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________________
Réchauffement climatique - Déplacements - Utilisation de l'avion - Préférence pour les voyages en train Klimaatopwarming - Verplaatsingen - Gebruik van het vliegtuig - Voorkeur voor reizen per trein 
________________
réchauffement climatique
voyage
ministère
échange de droits d'émission
réduction des émissions de gaz
transport aérien
transport ferroviaire
quota d'émission
Protocole de Kyoto
empreinte écologique
opwarming van het klimaat
reis
ministerie
emissiehandel
vermindering van gasemissie
luchtvervoer
vervoer per spoor
emissierechten
Protocol van Kyoto
ecologische voetafdruk
________ ________
30/8/2010Verzending vraag
22/9/2010Antwoord
30/8/2010Verzending vraag
22/9/2010Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-52
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-54
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-55
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-56
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-57
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-58
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-59
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-60
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-61
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-62
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-63
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-64
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-65
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-66
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-67
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-68
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-69
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-70
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-71
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-72
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-52
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-54
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-55
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-56
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-57
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-58
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-59
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-60
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-61
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-62
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-63
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-64
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-65
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-66
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-67
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-68
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-69
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-70
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-71
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-72
________ ________
Question n° 5-53 du 30 aôut 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-53 d.d. 30 augustus 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En 2008, le ministre du Climat et de l'Énergie avait déclaré qu'il préparait une circulaire à l'attention des membres du gouvernement belge, où il les exhortait à utiliser davantage le train.

Le ministre s'est en effet indigné du fait que les membres du gouvernement belge et les membres des cellules stratégiques faisaient environ 6 500 vols allers et retours par an. Avec les 13 000 tonnes d'émissions de CO2 que ces vols représentent, l'État est un grand émetteur de polluants atmosphériques. Le ministre du Climat et de l'Énergie a déclaré que cet impact sur l'environnement était considérable.

Dans une circulaire, il a proposé de ne plus utiliser l'avion pour les déplacements courts (jusqu'à trois cents kilomètres). Pour les déplacements plus longs, c'est la règle des dix heures qui s'applique. Selon la circulaire, partout où il est possible d'aller en train en dix heures, il faut utiliser ce moyen de transport.

En 2008, le ministre du Climat et de l'Énergie et celui des Affaires sociales et de la Santé publique avaient arrêté des instructions visant à obliger les fonctionnaires des départements concernés à prendre le train pour toutes les destinations situées à moins de trois cents kilomètres (Londres, Paris, Amsterdam, Cologne...) et à préférer le train pour de plus longs parcours qui peuvent être effectués en train en moins de dix heures (par exemple vers les villes du Sud de la France, la Suisse...).

Pour les déplacements qui doivent quand même se faire par avion, les émissions sont neutralisées par l'achat de certificats dans des programmes de compensation ou par l'achat et l'annulation de droits d'émission sur la base du système européen du commerce des émissions ou sur la base du Protocole de Kyoto.

Le ministre du Climat et de l'Énergie a fait savoir qu'il voulait élargir cette initiative à tous les membres du gouvernement et au personnel des services publics fédéraux (SPF) et des services publics de programmation (SPP) ainsi qu'aux organismes d'intérêt public. Une décision de principe a été prise en ce sens et un groupe de travail a été mis sur pied, mais aucun accord n'est encore intervenu au sein de ce groupe.

J'aimerais dès lors poser les questions suivantes :

1) Le ministre ou les membres de son administration ou de sa cellule stratégique ont-ils utilisé un avion en 2008 et en 2009 pour des déplacements dans un rayon de trois cents kilomètres ? Dans l'affirmative, combien de fois et le ministre a-t-il l'intention d'en réduire l'utilisation ?

2) Que pense-t-il du principe selon lequel les membres du gouvernement, les départements et les SPF qui relèvent de leur compétence doivent prendre le train pour toutes les destinations étrangères situées à moins de trois cents kilomètres ? Peut-il donner des précisions à ce sujet ?

3) Ce système est-il déjà appliqué par le ministre lui-même et par les SPF, les cellules stratégiques et les départements pour lesquels il est compétent ? Dans la négative, pourquoi ?

4) Que pense-t-il du principe selon lequel les émissions doivent être neutralisées lorsque le déplacement doit quand même se faire par avion ?

5) Ce système est-il déjà appliqué par le ministre en personne et par les départements, les cellules stratégiques et les SPF pour lesquels il est compétent ? Dans l'affirmative, combien cela a-t-il déjà coûté et quel est le surcoût estimé sur une base annuelle ?

6) Dans la négative, pourquoi le ministre n'applique-t-il pas le principe de neutralisation des déplacements par avion ?

7) Est-il d'accord pour dire qu'en matière de climat, le gouvernement doit servir d'exemple, tout comme le Parlement ?

 

In 2008 gaf de minister van Klimaat en Energie aan dat hij een rondzendbrief voorbereidt ter attentie van de Belgische regeringsleden waarin hij hen aanmaande om meer gebruik te maken van de trein.

Verontwaardigd stelde de excellentie immers vast dat de Belgische regeringsleden en de leden van de beleidscellen jaarlijks ongeveer 6 500 heen- en terugvluchten maken. Met de hierbij gepaard gaande 13 000 ton CO2-uitstoot is de overheid een grote luchtvervuiler. De minister van Klimaat en Energie noemde de impact hiervan op het milieu aanzienlijk.

In een rondzendbrief stelde hij voor om bij korte verplaatsingen (tot driehonderd kilometer) niet langer gebruik te maken van een vliegtuig. Voor langere verplaatsingen geldt de tienurenregel. Overal waar men binnen de tien uur met de trein kan geraken moet volgens de rondzendbrief ook gebruik worden gemaakt van de trein.

In 2008 hadden de ministers van Klimaat en Energie en van Sociale Zaken en Volksgezondheid instructies uitgevaardigd waarbij de ambtenaren van de betrokken departementen verplicht worden de trein te nemen voor alle bestemmingen die zich op minder dan driehonderd kilometer afstand bevinden (Londen, Parijs, Amsterdam, Keulen, ...) en dat de trein ook de voorkeur zal krijgen voor grotere afstanden die per trein kunnen worden bereikt in minder dan tien uur (bijvoorbeeld de steden in Zuid-Frankrijk, Zwitserland, …).

Voor de verplaatsingen die toch per vliegtuig moeten gebeuren, wordt de uitstoot geneutraliseerd door de aankoop van certificaten bij compensatieprogramma's of door de aankoop en de annulatie van emissierechten op basis van het Europese emissiehandelssysteem of van het Protocol van Kyoto.

De minister van Klimaat en Energie liet weten het initiatief te willen uitbreiden tot alle regeringsleden en het personeel van de federale overheidsdiensten (FOD) en de programmatorische federale overheidsdiensten (POD) en de instellingen van openbaar nut. Een principebeslissing in die zin werd genomen en een werkgroep werd opgericht, doch binnen de groep werd nog geen akkoord bereikt.

Ik heb dan ook volgende vragen:

1) Heeft u of hebben leden van uw administratie of beleidscel in 2008 en 2009 gebruik gemaakt van een vliegtuig voor verplaatsingen binnen een straal van driehonderd kilometer? Zo ja, hoeveel keer en bent u van plan om het gebruik ervan te reduceren?

2) Wat vindt u van het principe dat de regeringsleden en de departementen en FOD's die onder hun bevoegdheid vallen de trein moeten nemen voor alle bestemmingen in het buitenland die zich op minder dan driehonderd kilometer afstand bevinden? Kan u dat uitvoerig toelichten?

3) Wordt dat systeem nu reeds toegepast door de uzelf en de FOD's, beleidscellen en departementen waarvoor u bevoegd bent? Zo neen, waarom niet?

4) Wat vindt u van het principe dat als de verplaatsing toch per vliegtuig moet geschieden, de uitstoot moet worden geneutraliseerd?

5) Past u dit principe persoonlijk reeds toe en passen de departementen, de beleidscellen en de FOD's waarvoor u bevoegd bent dit reeds toe? Zo ja, hoeveel heeft dit reeds gekost en wat is de geschatte meerkost op jaarbasis?

6) Zo niet, waarom past u het principe van de neutralisering van de verplaatsingen per vliegtuig niet toe?

7) Is u het eens met de stelling dat de regering inzake het klimaat een voorbeeldfunctie moet vervullen, net als het Parlement?

 
Réponse reçue le 22 septembre 2010 : Antwoord ontvangen op 22 september 2010 :

L’honorable membre voudra bien trouver ci-après les informations demandées :

1. En 2008 et 2009, moi-même et les membres de ma cellule stratégique nous sommes déplacés cinq fois à l’étranger, dans des destinations situées à moins de 300 kilomètres (Paris et Luxembourg). À ces occasions, nous n’avons jamais utilisé l’avion pour nous déplacer.

2. et 4. L’objet de ces questions relève de la compétence du ministre du Climat et de l'Énergie.

3. Le train ou la voiture sont les moyens de transport utilisés pour tous les déplacements dont la destination est située à une distance inférieure à 300 km.

Ce principe est d’application constante au sein du Service public fédéral (SPF) Finances.

5 et 6. La Cellule Développement durable mise sur pied récemment au sein du SPF Finances sera chargée d’accomplir des analyses et de proposer des mesures de compensations concernant les émissions CO2.

7. L’objet de cette question relève de la compétence du ministre du Climat et de l'Énergie.

Het geachte lid vindt hierna de gevraagde inlichtingen:

1. In 2008 en 2009 zijn de leden van mijn beleidscel en ikzelf vijfmaal naar het buitenland gereisd, naar bestemmingen op minder dan 300 kilometer afstand (Parijs en Luxemburg). We hebben naar aanleiding daarvan nooit het vliegtuig genomen om ons te verplaatsen.

2. en 4. Het onderwerp van deze vragen valt onder de bevoegdheid van de minister van Klimaat en Energie.

3. De trein of de wagen zijn de vervoermiddelen gebruikt voor alle verplaatsingen waarvan de bestemming zich op minder dan 300 kilometer afstand bevindt.

Dit principe wordt voortdurend toegepast bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën.

5 en 6. De Cel Duurzame Ontwikkeling, die recentelijk binnen de FOD Financiën werd opgericht, zal worden belast met het uitvoeren van analyses en het voorstellen van de compenserende maatregelen inzake CO2 uitstoot.

7. Het onderwerp van deze vraag valt onder de bevoegdheid van de minister van Klimaat en Energie.