SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
30 décembre 2011 30 december 2011
________________
Question écrite n° 5-5104 Schriftelijke vraag nr. 5-5104

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
Violence homophobe - Évolution - Disposition des victimes à porter plainte - Peines alternatives Homofoob geweld - Evolutie - Aangiftebereidheid slachtoffers - Alternatieve straffen 
________________
discrimination fondée sur l'orientation sexuelle
minorité sexuelle
violence
discriminatie op grond van seksuele geaardheid
seksuele minderheid
geweld
________ ________
30/12/2011Verzending vraag
23/4/2012Antwoord
30/12/2011Verzending vraag
23/4/2012Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 5-3242 Réintroduction de : question écrite 5-3242
________ ________
Question n° 5-5104 du 30 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5104 d.d. 30 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Cette semaine, nous avons pu lire dans la presse qu'au Limbourg des agresseurs attiraient leurs victimes dans des lieux écartés en se servant de sites de rencontres et de programmes de bavardage pour homosexuels masculins. Les hommes sont roués de coups et délestés de leur portefeuille. Ce n'est pas la première fois que les médias font mention d'auteurs de violence qui s'attaquent spécifiquement à la communauté lesbigaye. Les homosexuels qui sont victimes de violence homophobe sont souvent réticents à déposer plainte contre les agresseurs.

J'aimerais obtenir une réponse détaillée aux questions que voici :

1) Comment la ministre réagit-elle en tant que responsable politique à ces faits ? Peut-on parler d'une tendance ou s'agit-il de faits isolés ?

2) Peut-elle à partir de données chiffrées expliquer s'il s'agit effectivement d'un accroissement du nombre de faits criminels commis à l'encontre des lesbigays et peut-elle en expliciter les causes ?

3) Est-elle d'accord avec l'assertion selon laquelle l'augmentation des faits criminels ayant pour cible des lesbigays trouve son explication dans le fait que la propension de ces derniers à porter plainte est faible pour diverses raisons et peut-elle expliquer ce qu'on peut y faire ?

4) Que pense-t-elle de la proposition faite aux Pays-Bas selon laquelle la punition de jeunes qui se sont rendus coupables de violence contre des homosexuels seraient de se rendre dans des écoles pour en parler, par analogie avec ce qui se passe actuellement avec les addictions à la drogue ? Peut-elle expliquer son point de vue et dire si elle est prête à prendre une initiative similaire ?

 

Deze week konden we in de pers lezen dat in Limburg overvallers slachtoffers via datingsites en chatprogramma's voor homoseksuele mannen naar een afgelegen plaats lokten. Daar werden de mannen in elkaar geslagen en van hun portefeuille beroofd. Het is niet de eerste maal dat de media gewag maken van daders van geweld en diefstal die specifiek de holebi gemeenschap viseren. Holebi's die het slachtoffer worden van homofoob geweld zijn dikwijls terughoudend om klacht in te dienen tegen de daders.

Graag had ik hieromtrent dan ook een gedetailleerd antwoord ontvangen op volgende vragen:

1) Hoe regeert de geachte minister als beleidsmaker op deze feiten? Is er sprake van een tendens of gaat het om geïsoleerde feiten?

2) Kan zij cijfermatig toelichten of er daadwerkelijk sprake is van een toename van het aantal criminele feiten jegens holebi's en kan zij aangeven welke hiervan de oorzaken zijn?

3) Is zij het eens met de stelling dat de toename van criminele feiten jegens holebi's deels valt te verklaren doordat de aangiftebereidheid van misdrijven bij holebi's om diverse redenen minder evident is en kan zij aangeven wat hieraan kan worden gedaan?

4) Wat vindt zij van een voorstel dat in Nederland werd geformuleerd waarbij jongere daders die zich hebben schuldig gemaakt aan geweld tegen homoseksuelen voor straf voorlichting moeten geven op scholen naar analogie van wat nu reeds gebeurt rond drugsverslaving? Kan zij haar standpunt concreet toelichten en aangeven of zij een gelijkaardig initiatief genegen is?

 
Réponse reçue le 23 avril 2012 : Antwoord ontvangen op 23 april 2012 :

1, 2 et 3. Pour la réponse à ces questions, je fais référence à ma réponse à la question 1 de votre n° 5-5103 du 30 décembre 2011 relative à la « Violence homophobe – Déclarations – Chiffres ».

4. Il est important de faire de l'homosexualité un sujet dont on peut parler librement et de sensibiliser entre autres les jeunes à toutes les formes de discrimination et de violence.

L'homophobie peut également entrer en ligne de compte dans ce cadre.

Pour que la proposition néerlandaise puisse se concrétiser, l'auteur doit déjà éprouver un sentiment de culpabilité, afin de pouvoir convaincre les élèves que la violence homophobe est intolérable. Il existe également une nette différence entre l'auteur d'un délit de violence et un ex-toxicomane, qui veut mettre en garde contre le risque de dépendance. Pour cette raison, la proposition néerlandaise me semble difficilement réalisable.

1, 2 en 3. Voor het antwoord op deze vragen verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 1 van uw nr 5-5103 van 30 december 2011 betreffende “Homofoob geweld – Aangiften – Cijfers”.

4. Het is belangrijk om homoseksualiteit bespreekbaar te maken en, onder meer jongeren, te sensibiliseren inzake alle vormen van discriminatie en geweld.

Ook homofobie kan in dit kader aan bod komen.

Om het Nederlandse voorstel uitvoerbaar te maken, moet de dader al een schuldbesef hebben, opdat hij de leerlingen zou kunnen overtuigen van het feit dat homofoob geweld niet tolereerbaar is. Er is ook een groot verschil tussen een dader van een geweldmisdrijf en een ex-drugsverslaafde die anderen wil waarschuwen voor het risico van een verslaving. Het Nederlandse voorstel lijkt mij om die reden moeilijk haalbaar.