SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Session 2011-2012 | Zitting 2011-2012 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
28 décembre 2011 | 28 december 2011 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question écrite n° 5-4958 | Schriftelijke vraag nr. 5-4958 | ||||||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
van Bert Anciaux (sp.a) |
||||||||
au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes |
aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Entreprises publiques - Topmanagers - Salaires - Indemnités | Overheidsbedrijven - Topmanagers - Lonen - Vergoedingen | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
entreprise publique directeur d'entreprise salaire moralité de la vie économique |
overheidsbedrijf ondernemingsdirecteur loon economische ethiek |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question n° 5-4958 du 28 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-4958 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
En mars 2008, la ministre de l'époque a annoncé vouloir mettre des limites aux traitements et indemnités des topmanagers des entreprises publiques. Son intention était d'entreprendre des actions permettant de garantir une proportionnalité plus équitable des traitements et indemnités à l'occasion de la conclusion de tout nouveau contrat avec un administrateur délégué. En outre, la ministre de l'époque avait promis d'engager un dialogue avec les présidents des conseils d'administration qui concluent les contrats avec les administrateurs délégués. La ministre souhaitait instaurer de nouvelles procédures comme la pratique d'une étude comparative des salaires de dirigeants de même niveau dans des entreprises comparables lors de tout nouveau contrat. Lors de la détermination de l'indemnité annuelle variable, des critères quantifiables, comme la croissance de la clientèle, le chiffre d'affaires et le cash flow, doivent être prépondérants par rapport aux critères non quantifiables. Enfin, les avantages supplémentaires, qui constituent une fraction de l'indemnité annuelle fixe (ligne téléphonique à domicile, installation d'un système d'alarme, etc.), doivent aussi être examinés. Mes questions sont les suivantes : 1) Le ministre souscrit-il aux déclarations et à la politique de l'ancienne ministre des entreprises publiques ? 2) À combien s'élèvent les traitements (paquet salarial complet) des topmanagers (top 3) des entreprises publiques ? Comment ont-ils évolué au cours des cinq dernières années ? Combien de nouveaux topmanagers ont-ils été engagés depuis 2008 et à quelles conditions salariales ? 3) Un dialogue a-t-il eu lieu avec les présidents des conseils d'administrations ? Avec quels résultats ? 4) Procède-t-on actuellement à une étude salariale comparative lors du recrutement et le ministre peut-il l'illustrer ? Un glissement vers des critères plus quantifiables pour la détermination des indemnités variables a-t-il eu lieu et le ministre peut-il l'illustrer ? A-t-on abouti à d'autres nouvelles pratiques et procédures et desquelles s'agit-il ? 5) Le ministre pense-t-il que les traitements actuels des topmanagers des entreprises publiques sont proportionnels aux responsabilités liées à leurs fonctions ? |
In maart 2008 kondigde de toenmalige minister aan de hoge lonen en vergoedingen van de topmanagers van overheidsbedrijven te willen inperken. Ze wilde dat doen door bij het afsluiten van elk nieuw contract met een gedelegeerd bestuurder acties te ondernemen om een meer billijke proportionaliteit van de lonen en vergoedingen te waarborgen. Daarnaast zegde de toenmalige minister toe om hierover een dialoog te starten met de voorzitters van de raden van bestuur, die de contracten met de gedelegeerde bestuurders afsluiten. De minister wou nieuwe procedures invoeren, zoals bij elk nieuw contract een vergelijkende studie te laten uitvoeren naar de lonen van soortgelijke toplui in vergelijkbare bedrijven. Bij de bepaling van de jaarlijkse variabele vergoeding moeten kwantificeerbare criteria, zoals groei van de klanten, omzet en cash flow, de bovenhand hebben op niet kwantificeerbare criteria. Tenslotte moeten de extra's, die een fractie vormen van de jaarlijkse vaste vergoeding (vaste telefoonlijn thuis, alarminstallatie thuis, enz.) worden bekeken. Hierover de volgende vragen: 1) Onderschrijft de geachte minister de uitspraken en het beleid van de vorige minister van overheidsbedrijven in deze? 2) Hoeveel bedragen de lonen (totaal loonpakket) van de topmanagers (top 3) van de overheidsbedrijven? Hoe is dit de afgelopen vijf geëvolueerd? Hoeveel nieuwe topmanagers zijn er aangeworven sinds 2008 en onder welke loonvoorwaarden gebeurde dit? 3) Heeft er nu een dialoog plaats gevonden met de voorzitters van de raden van bestuur? Met welk resultaat? 4) Wordt er tegenwoordig een vergelijkende studie uitgevoerd naar de lonen bij een aanwerving en kan de minister dit illustreren? Heeft er zich een verschuiving plaatsgevonden naar meer kwantificeerbare criteria bij het bepalen van de variabele vergoedingen en kan de minister dit illustreren? Zijn hier andere nieuwe procedures en praktijken uit voortgekomen en over welke gaat het hier? 5) Bent u van mening dat de huidige lonen van de topmanagers bij overheidsbedrijven in proportie zijn met de verantwoordelijkheden van hun functie? |
||||||||
Réponse reçue le 7 novembre 2012 : | Antwoord ontvangen op 7 november 2012 : | ||||||||
1., 3., 4. et 5. L’accord de gouvernement du 1er décembre 2011 prévoit que : « Dans les entreprises publiques (entreprises publiques autonomes et les sociétés anonymes de droit public), l’écart entre les salaires les plus élevés et les plus bas doit être raisonnable. Le gouvernement prendra les initiatives nécessaires à cet effet en évitant que la position concurrentielle des entreprises ne s’en trouve affectée. Lors de l’attribution des mandats des administrateurs délégués et des membres des comités de direction des entreprises publiques (entreprises publiques autonomes et les sociétés anonymes de droit public), les rémunérations et autres avantages seront limités. De même, la partie variable sera plafonnée à maximum 30 % de la partie fixe au regard des exigences de la fonction, des objectifs en matière de prestation de service public et de la satisfaction des clients. La règle générale, sera qu’aucun membre du personnel ou administrateur des entreprises publiques (entreprises publiques autonomes et les sociétés anonymes de droit public) ne sera payé par le biais d'une société de management. Cette mesure sera mise en œuvre sans délai. » Sur cette base, j’ai fait réaliser par un cabinet d’avocats une étude juridique comportant trois volets :
J’ai ensuite soumis au « kern » du 25 mai 2012 une note reprenant les grands axes de la législation envisagée afin de limiter les rémunérations des membres des comités de direction des entreprises publiques au sens large. Un avant-projet de loi a ensuite été rédigé et celui-ci est toujours en cours de discussion au sein du gouvernement. En ce qui concerne l’interdiction des « sociétés de management », un projet de loi vient d’être déposé à la Chambre et y sera examiné tout prochainement. 2. Je prie l’honorable membre de bien vouloir se référer aux rapports annuels des entreprises publiques concernées. |
1., 3., 4. en 5. Het regeerakkoord van 1 december 2011 voorziet: “In de overheidsbedrijven (autonome overheidsbedrijven en naamloze vennootschappen van publiek recht) moet de loonkloof tussen de laagste en de hoogste lonen redelijk zijn. De regering zal daartoe de nodige initiatieven nemen, zonder dat dit de concurrentiepositie van de bedrijven aantast. Bij de toekenning van de mandaten van de gedelegeerd bestuurders en de leden van de directiecomités van de overheidsbedrijven (autonome overheidsbedrijven en naamloze vennootschappen van publiek recht) zullen de bezoldigingen en andere vergoedingen beperkt zijn. Ook zal het variabele deel van de bezoldiging tot maximum 30 % van het vaste salarisdeel worden beperkt, afhankelijk van de functievereisten, de doelstellingen op het vlak van de prestaties van openbare dienstverlening en van de klantentevredenheid. De regel zal zijn dat geen enkel personeelslid of bestuurder van de overheidsbedrijven (autonome overheidsbedrijven en naamloze vennootschappen van publiek recht) via een managementvennootschap wordt betaald. Deze maatregel zal onverwijld worden uitgevoerd.” Op deze basis, heb ik een advocatenkabinet een juridische studie laten uitvoeren, die uit drie componenten bestaat:
Ik heb daarna op 25 mei 2012 het Kernkabinet een nota voorgelegd met de grote lijnen van de wetgeving die overwogen wordt om de bezoldigingen van de leden van de directiecomités van overheidsbedrijven in de brede zin te beperken. Een voorontwerp van wet werd hierna opgesteld en de bespreking ervan is binnen de regering nog steeds lopende. Wat het verbod op “managementvennootschappen” betreft, werd er zopas een wetsontwerp in de Kamer ingediend dat er binnenkort zal worden onderzocht. 2. Ik heb de eer het geachte lid te verwijzen naar de jaarlijkse verslagen van de betrokken overheidsbedrijven. |