SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
28 décembre 2011 28 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4741 Schriftelijke vraag nr. 5-4741

de Bert Anciaux (sp.a)
van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes
aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden
________________
Société nationale des chemins de fer (SNCB) - Lutte contre les graffitis - Résultats - Coût Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Graffitibestrijding - Resultaten - Kosten 
________________
Société nationale des chemins de fer belges
vandalisme
 Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
vandalisme
________ ________
28/12/2011Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
28/12/2011Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
________ ________
Réintroduction de : question écrite 5-2633 Réintroduction de : question écrite 5-2633
________ ________
Question n° 5-4741 du 28 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4741 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les usagers du train remarquent, presque partout, la présence étonnante de graffitis sur les bâtiments, sur les divers éléments de l'infrastructure ferroviaire (cabines, poteaux, écrans) et sur le matériel roulant. Apparemment, la lutte contre ces graffitis est peu concluante ;  le résultat n'est en tout cas pas perceptible.

J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) À combien évalue-t-on les dégâts annuels causés par les graffitis ? Quelle fut l'évolution de ces chiffres entre 2001 et 2010 ? Comment la Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) explique-t-elle et évalue-t-elle cette évolution ?

2) Avec quels moyens et à quel coût annuel la SNCB combat-elle les graffitis ? Quelle fut l'évolution annuelle de ces efforts entre 2001 et 2010 ? Quel effectif (exprimé en équivalent temps plein) la SNCB a-t-elle affecté à cette lutte et comment ce chiffre a-t-il évolué au cours de la même période ?

3) La manière dont la SNCB traite la question des graffitis est-elle efficace et comment cette efficacité a-t-elle évolué entre 2001 et 2010 ? Combien de graffeurs ont-ils, par an, été surpris, traduits en justice et condamnés au cours de la même période ?

Quel montant la SNCB a-t-elle, par an, perçu à titre de dommages et intérêts consécutifs aux graffitis au cours de la même période ?

4) Quels sont les principaux obstacles à une lutte plus efficace et donc visible contre les graffitis ?

5) Comment le phénomène des graffitis sur les biens de la SNCB a-t-il évolué au cours de ces dernières années : augmentation, diminution ou statu quo ? Quels aspects sociaux ou culturels jouent-ils ici un rôle ?

 

Elke treinreizigers ziet quasi overal de nadrukkelijke aanwezigheid van graffiti op de gebouwen, de verschillende onderdelen van de spoortrajecten (cabines, palen, schermen) en op het rijdend materiaal. Blijkbaar behaalt de strijd tegen deze graffiti weinig succes; het is in elk geval niet merkbaar.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoe omvangrijk wordt de jaarlijkse schade ten gevolge graffiti geraamd? Hoe evolueerden deze ramingen in de periode van 2001 tot 2010? Hoe duidt en evalueert de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) deze ontwikkelingen?

2) Met welke middelen en tegen welke jaarlijkse kostprijs bestrijdt de NMBS het aanbrengen van graffiti? Hoe evolueerden deze inspanningen jaarlijks in de periode van 2001 tot 2010? Hoeveel personeelsleden (uitgedrukt in voltijds equivalenten) zette de NMBS in voor deze strijd en hoe evolueerde dit aantal jaarlijks voor dezelfde periode?

3) Welke successen boekt de antigraffiti aanpak van de NMBS en hoe evolueerde deze successen in de periode van 2001 tot 2010? Hoeveel graffitispuiters werden er jaarlijks in dezelfde periode betrapt, voor de rechtbank gebracht en veroordeeld tot schadevergoeding? Hoeveel inde de NMBS jaarlijks in dezelfde periode aan schadevergoedingen wegens het aanbrengen van graffiti?

4) Waar liggen de belangrijkste hinderpalen voor een meer succesvolle en dus zichtbare bestrijding van het graffitifenomeen?

5) In welke mate evolueerde het aanbrengen van graffiti op NMBS-eigendommen de voorbije jaren: toename, vermindering of een status quo? Welke maatschappelijke of culturele aspecten spelen hier een rol?