SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
28 décembre 2011 28 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4342 Schriftelijke vraag nr. 5-4342

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister
________________
Société nationale des chemins de fer belges - Maladie professionnelle - Atelier SNCB - Acide sulfurique - PCB - Ingrédients - Chiffres Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen - Beroepsziekte - Atelier NMBS - Zwavelzuur - PCB - Ingrediënten - Cijfers 
________________
Société nationale des chemins de fer belges
lieu de travail
ouvrier
substance toxique
acide inorganique
maladie professionnelle
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
werkplek
arbeider
giftige stof
anorganisch zuur
beroepsziekte
________ ________
28/12/2011Verzending vraag
28/12/2011Antwoord
28/12/2011Verzending vraag
28/12/2011Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 5-4341 Aussi posée à : question écrite 5-4341
________ ________
Question n° 5-4342 du 28 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4342 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

J'ai appris par un ancien travailleur de la Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) que, dans certains ateliers, on a manipulé de manière non professionnelle des produits contenant de l'acide sulfurique et des huiles PCB (Polychlorobiphényles) durant la période de 1980 à 1990 et, selon toute vraisemblance, aussi après. Certains membres du personnel ont eu des contacts quotidiens avec ces produits dangereux. Les deux produits sont particulièrement toxiques pour la santé. Le travailleur concerné a une série de problèmes de santé qui sont la conséquence du contact prolongé avec ces produits. Il souffre d'un handicap permanent et de troubles de l'immunité ; cependant, il est difficile d'en obtenir la reconnaissance. La SNCB refuse d'intervenir dans les frais médicaux considérables de l'intéressé. Ce dernier est désespéré.

Mais il n'est pas le seul à se plaindre de maladies professionnelles contractées au contact avec des produits très spécifiques dans les ateliers de la SNCB. Un ancien travailleur de l'atelier serait décédé après une longue maladie à la suite du contact avec ces produits. Quatre membres du personnel sont tombés malades et deux sont décédés à la suite du contact permanent avec ces produits à l'Atelier de Gand (TW). Il y a également eu des victimes à l'Atelier d'Anvers. Il apparaît que les produits en cause sont, dans tous ces cas, d'une part, les huiles PCB des transformateurs et, d'autre part, une série de produits contenant de l'acide sulfurique, à savoir le Curafond, l'acide Curafond et le Spraycleaner. Les intéressés essaient en vain depuis quelque temps de connaître les ingrédients exacts de ce produit dangereux. Il importe pour leur traitement d'obtenir des renseignements plus précis. De nombreuses victimes ont des symptômes lourds comme, entre autres mais non exclusivement, la perte de l'odorat, la perte de dents, de violents maux de tête, etc. Ces personnes ne peuvent pas être abandonnées à leur sort.

Sur la base des développements décrits ci-dessus, j'aimerais poser les questions suivantes.

1) Le ministre a-t-il connaissance des pratiques très inquiétantes datant des années 80-90 dans certains ateliers de la SNCB concernant la manipulation de produits dangereux ? Dans la négative, puis-je, le cas échéant, lui transmettre les dossiers ? Dans l'affirmative, peut-il donner des explications détaillées ?

2) Combien d'anciens travailleurs de la SNCB des ateliers de Hasselt, Gand et Anvers ont-ils introduit une demande de reconnaissance d'une maladie professionnelle ? Combien de demandes ont-elles été acceptées ?

3) Quels ingrédients précis entraient-ils dans la composition de l'acide Curafond ? Quelles étaient les teneurs exactes entre autres en acide sulfurique et en métaux lourds ? En vue d'aider à l'identification, voici quelques fiches toxicologiques : il s'agit de (dans cet ordre ou non) de 1) 003.21.003 ; 2) 003.20.000 en 3) 003.00.003/4/5. Le ministre peut-il débloquer toutes les informations dont la SNCB dispose encore sur les ingrédients de ce produit ?

4) Est-il disposé à faire mener une enquête interne sur les circonstances, les maladies professionnelles et les contacts avec des produits dangereux dans les ateliers de la SNCB de Hasselt, Anvers et Gand dans les années 1980-1990 en vue d'un traitement aussi efficace que possible des victimes en question ?

5) Existe-t-il au sein de la SNCB un fonds auquel ces personnes peuvent s'adresser ? Dans la négative, pour quelles raisons ? Dans l'affirmative, le ministre peut-il donner des explications ?

6) Le ministre peut-il me donner une liste complète de tous les produits contenant de l'acide sulfurique qui ont été utilisés durant la période allant de 1980 à 2000 dans les ateliers de la SNCB ? J'aimerais obtenir les noms des marques et la liste des ingrédients respectifs ?

 

Ik heb vernomen van een voormalig werknemer van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) dat er in bepaalde ateliers zeer onprofessioneel werd omgesprongen met zwavelzuurhoudende producten en PCB (Polychloorbifenyl) oliën in de periode 1980-1990 en naar alle waarschijnlijkheid ook daarna. Sommige personeelsleden kwamen dagelijks in contact met deze rotzooi. Beide producten zijn bijzonder nefast voor de gezondheid. Betrokken werknemer heeft een rist gezondheidsklachten die het gevolg zijn van het langdurig in contact komen met deze producten. De betrokkene heeft een blijvende handicap en heeft immuunstoornissen opgelopen, doch de erkenning ervan verloopt moeizaam. De NMBS weigert tegemoet te komen aan de vele medische kosten van de betrokkene. Betrokkene is ten einde raad.

Betrokkene blijkt echter niet alleen te staan met zijn klachten over beroepsziekten opgelopen tengevolge het in contact komen met zeer specifieke producten in de ateliers van de NMBS. Eén voormalig werknemer uit het atelier zou na een slepende ziekte, ten gevolge van het contact met deze producten, overleden zijn. Door doorlopend contact met deze producten in het Atelier van Gent (TW) blijken er 4 personeelsleden ziek geworden en twee personeelsleden overleden te zijn. Ook in het Atelier van Antwerpen zijn er slachtoffers gevallen. De boosdoeners blijken in al deze gevallen enerzijds de PCB oliën uit de transformatoren en anderzijds een rits zwavelhoudende producten, met name Curafond, zure Curafond en Spraycleaner, te zijn. Betrokkenen proberen al enige tijd vruchteloos te weten te komen wat de exacte ingrediënten van deze rotzooi waren. Het is belangrijk voor de behandeling dat zij hieromtrent meer exacte gegevens bekomen. Vele slachtoffers krijgen zware symptomen zoals onder meer, maar niet exclusief, verlies van geurzin, uitvallende tanden, zware hoofdpijn, etc. Deze mensen mogen niet in de steek worden gelaten.

Op basis van de hierboven omschreven ontwikkelingen had ik de geachte minister/ staatssecretaris graag volgende vragen voorgelegd:

1) Heeft de geachte minister/staatssecretaris weet van de zeer bedenkelijke praktijken daterend uit de jaren '80-'90 in bepaalde ateliers van de NMBS wat betreft het omgaan met gevaarlijke producten? Zo nee, mag ik hem desgevallend de dossiers bezorgen? Zo ja, kan hij dit uitvoerig toelichten?

2) Hoeveel voormalige werknemers van de NMBS in de ateliers Hasselt, Gent en Antwerpen hebben een aanvraag ingediend voor erkenning van een beroepsziekte? Hoeveel van deze aanvragen werden aanvaard?

3) Welke exacte ingrediënten zaten in het product "zure Curafond"? Wat waren de exacte verhoudingen wat betreft onder meer zwavelzuur en zware metalen? Om te helpen bij de identificatie geef ik enkele toxicologische fiches mee: het betreft (al of niet in deze volgorde) 1) 003.21.003 ; 2) 003.20.000 en 3) 003.00.003/4/5. Kan de geachte minister/staatssecretaris alle informatie die de NMBS nog heeft betreffende dit product naar ingrediënten toe vrijgeven?

4) Is hij bereid een intern onderzoek te laten plaatsvinden naar de werkomstandigheden, naar beroepsziekten en contacten met gevaarlijke producten in de ateliers van de NMBS van Hasselt, Antwerpen en Gent in de jaren 1980-1990 met het oog op een zo goed mogelijke behandeling van de desbetreffende slachtoffers?

5) Bestaat er een fonds binnen de NMBS waar deze mensen terecht kunnen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kan hij dit toelichten?

6) Kan de geachte minister mij een integrale lijst geven van alle zwavelzuurhoudende producten die werden gebruikt tijdens de periode 1980 tot 2000 bij de NMBS in de ateliers? Dit graag met merknaam en respectievelijke ingrediëntenlijst?

 
Réponse reçue le 28 décembre 2011 : Antwoord ontvangen op 28 december 2011 :

L'honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.

La problématique évoquée relève des compétences du ministre des Entreprises Publiques, de la Politique Scientifique et de Coopération au développement.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

De aangehaalde problematiek behoort tot de bevoegdheid van de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking.