SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
24 novembre 2010 24 november 2010
________________
Question écrite n° 5-418 Schriftelijke vraag nr. 5-418

de Karl Vanlouwe (N-VA)

van Karl Vanlouwe (N-VA)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Colombie - Département administratif de sécurité - Pratiques d'espionnage en Belgique Colombia - Administratief Departement van veiligheid - Spionagepraktijken in België 
________________
Colombie
espionnage
service secret
Colombia
spionage
geheime dienst
________ ________
24/11/2010Verzending vraag
16/3/2011Antwoord
24/11/2010Verzending vraag
16/3/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-418 du 24 novembre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-418 d.d. 24 november 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En avril 2010, le ministère public colombien a arrêté plusieurs anciens fonctionnaires du Département administratif de la sécurité (DAS). Il s'agissait de l'ancien directeur des services de renseignement, du secrétaire général du DAS et d'un ancien chef de la division d'espionnage.

Dans les documents saisis ont été retrouvées des informations sur la stratégie utilisée par le DAS pour répandre de fausses informations dans son pays et pour semer la discorde au sein de la population, et sur la meilleure manière de pouvoir neutraliser certaines institutions et personnes.

Ce scandale a contraint l'ancien président Uribe à liquider le tristement célèbre DAS. Cette dissolution n'a eu lieu que sous le nouveau président Santos qui est toutefois membre du même parti qu'Uribe et a été son ministre de la Défense.

Dans ces mêmes documents, on a également retrouvé des informations sur les activités du DAS en Europe. Il s'agit de neutraliser l'influence du système judiciaire européen, de la Sous-commission des Droits de l'homme du Parlement européen et du Haut-Commissariat aux droits de l'homme des Nations unies. Il a déjà été démontré dans le passé que les collaborateurs européens d'organisations non gouvernementales (ONG) et d'autres activistes critiques étaient la cible de pratiques d'espionnage et d'intimidation.

Parmi les cibles du DAS en Belgique se trouvait une collaboratrice de Broederlijk Delen, Patricia Verbauwhede. Son nom fut découvert dans les documents saisis, avec des informations destinées à la discréditer.

Est également paru le témoignage d'un eurocrate de nationalité belge qui a été filé par le DAS. Le nom de Paul-Émile Dupret est apparu à plusieurs reprises dans les documents saisis. Il suppose que c'est dû à sa participation à la manifestation anti-Uribe durant la visite de ce dernier au parlement européen en 2004. Quelques mois plus tard, des documents secrets ont été volés dans son bureau au parlement européen et, lors d'un vol de transfert vers le Venezuela, il a été détenu et interrogé pendant 24 heures aux États-Unis parce que son nom apparaissait sur la liste américaine des terroristes.

Entre-temps, un groupe de victimes du DAS a intenté en Belgique un procès contre ce dernier. Ces personnes parlent de pratiques d'espionnage comme la prise de photos, la filature de personnes, l'infiltration d'événements sociaux et la diffusion de fausses informations sur des citoyens européens.

C'est pourquoi il importe que l'on sache qui a donné l'ordre de ces pratiques pour ensuite le poursuivre et le sanctionner et pour veiller à ce que tout ceci ne puisse plus se reproduire.

On doit montrer clairement que les régimes qui violent régulièrement les droits de l'homme et qui ignorent les libertés de leurs propres citoyens ne doivent pas penser qu'ils peuvent agir de la sorte partout dans le monde.

J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) Quelle est la réaction du ministère de la Justice vis-à-vis de ces révélations?

2) La Sûreté de l'État savait-elle que le DAS colombien était actif en Belgique?

a) Dans l'affirmative, dans le cadre de quel accord est-ce possible?

b) Dans la négative, comment se fait-il que la Sûreté de l'État ne l'ait pas découvert elle-même?

c) Le DAS colombien est-il aujourd'hui suivi avec davantage de vigilance?

3) Une enquête a-t-elle été ouverte sur les pratiques d'espionnage du DAS colombien vis-à-vis de citoyens belges et sur le territoire européen? Si oui, par quelle instance?

4) Ce sujet a-t-il été abordé lors de la visite de la délégation gouvernementale colombienne à Bruxelles en 2010?

a) Si oui, qu'y a-t-on dit?

b) Si non, pourquoi pas?

 

In april 2010 heeft het Colombiaans openbaar ministerie een aantal voormalige functionarissen van het Administratief Veiligheidsdepartement (DAS) gearresteerd. Het ging over de voormalige directeur van de inlichtingendienst, de secretaris-generaal van het DAS en een voormalig hoofd van de spionageafdeling.

Op in beslag genomen documenten werd informatie teruggevonden over de strategie die het DAS hanteerde om in eigen land misinformatie te verspreiden, tweedracht te zaaien onder de bevolking en over hoe bepaalde instellingen en personen het beste kunnen worden geneutraliseerd.

Dit schandaal dwong voormalig president Uribe ertoe het beruchte DAS op te doeken. Dat werd pas uitgevoerd onder de nieuwe president Santos, die echter een partijgenoot is van Uribe en onder zijn bewind minister van Defensie was.

Tussen dezelfde documenten werd ook informatie gevonden over activiteiten van het DAS in Europa. Het gaat over het “neutraliseren van de invloed van het Europese rechtsstelsel, het Subcommittee Mensenrechten van het Europees Parlement en Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties”. In het verleden werd al aangetoond dat Europese medewerkers van niet-gouvernementele organisaties (ngo) en andere kritische activisten het doel waren van spionage- en intimidatiepraktijken.

Bij de spionagedoelwitten van DAS in België bevond zich een medewerkster van Broederlijk Delen, Patricia Verbauwhede. Haar naam werd gevonden op in beslag genomen documenten met informatie bedoeld om haar in diskrediet te brengen.

Er verscheen ook de getuigenis van een eurocraat van Belgische nationaliteit die door DAS werd geschaduwd. De naam Paul-Emile Dupret kwam meerdere malen voor op de in beslag genomen DAS-documenten. Hij vermoedt dat dit kwam door zijn deelname aan het anti-Uribe protest tijdens zijn bezoek aan het Europees Parlement in 2004. Enkele maanden later werden er geheime documenten gestolen in zijn kantoor in het Europees Parlement en werd hij bij een transfervlucht naar Venezuela in de Verenigde Staten 24 uur vastgehouden en ondervraagd omdat zijn naam voorkwam op de Amerikaanse terreurlijst.

Ondertussen heeft een groep van DAS-slachtoffers in België een proces aangespannen tegen het DAS. Ze hebben het over spionagepraktijken zoals het nemen van foto’s, het schaduwen van personen, infiltratie in maatschappelijke evenementen en het verspreiden van valse informatie over Europese burgers.

Het is daarom belangrijk dat bekend wordt wie het bevel heeft gegeven tot deze praktijken, om dan op te sporen en te straffen en om ervoor te zorgen dat dit niet meer kan voorvallen.

Het moet duidelijk gemaakt worden dat regimes die geregeld de mensenrechten schenden en de vrijheden van hun eigen burgers als onbestaande beschouwen, niet moeten denken dat ze dit overal ter wereld kunnen of mogen doen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Wat is de reactie van het departement Justitie op deze onthullingen?

2) Wist de Staatsveiligheid dat het Colombiaanse DAS actief was in België?

a) Zo ja, in het kader van welke overeenkomst is dat mogelijk?

b) Zo neen, hoe komt het dat de staatsveiligheid dat zelf niet heeft ontdekt?

c) Wordt het Colombiaanse DAS nu met een waakzamer oog gevolgd?

3) Is er een onderzoek geopend naar de spionagepraktijken van het Colombiaanse DAS op Belgische burgers en op Europees grondgebied? Zo ja, door welke instantie?

4) Is dit onderwerp besproken geweest tijdens het bezoek van de Colombiaanse regeringsdelegatie aan Brussel eerder in 2010?

a) Zo ja, wat is er gezegd geweest?

b) Zo neen, waarom niet?

 
Réponse reçue le 16 mars 2011 : Antwoord ontvangen op 16 maart 2011 :

1. Réponse de la cellule stratégique.

2. La réponse à la question de savoir si la Sûreté de l'État était au courant des activités du DAS (Département administratif de la sécurité) en Belgique, plus particulièrement par rapport au Parlement européen et à certaines ONG (organisations non gouvernementales) belges et internationales établies à Bruxelles, est claire : avant la publication des documents par le journaliste de la radio colombienne RCN, Juan GOSSAIN, le service n'avait pas connaissance de cette problématique.

2.a. Sans objet.

2.b. Jusqu'il y a peu, la Sûreté de l'État accomplissait ses missions avec des moyens limités et certains choix devaient de ce fait être faits ; à cette époque, l'Amérique latine - et en particulier le domaine de la contre-ingérence dans cette région du monde - ne faisait pas partie des priorités.

2.c. La Sûreté de l'État mène son enquête sur les activités du DAS sur le territoire belge dans le respect de ses compétences définies dans la loi organique des services de renseignement et de sécurité du 30 novembre 1998.

3. Une instruction a été ouverte le 19 octobre 2010 après que plusieurs citoyens ou associations belges, dont notamment « Broederlijk Delen » et « La Ligue des droits de l’homme », se sont constitués partie civile contre X pour faits de vol, infractions informatiques, écoutes illégales, calomnie et diffamation. L'enquête est dirigée par le juge d'instruction francophone Olivier Leroux et menée par la police fédérale de Bruxelles, section terrorisme.

Le dossier a également été signalé au procureur fédéral par le parquet de Bruxelles.

4. Cette question est de la compétence de mon collègue le ministre des Affaires étrangères.

1. Antwoord Beleidscel.

2. Het antwoord op de vraag of de Veiligheid van de Staat op de hoogte was van de activiteiten van de DAS (Administratief Veiligheidsdepartement) in België, meer bepaald ten aanzien van het Europees Parlement en bepaalde Belgische en internationale NGO’s (niet-gouvernementele organisaties) die in Brussel gevestigd zijn, is duidelijk: vóór de bekendmaking van de documenten hierover door de journalist van de Colombiaanse radio RCN, Juan GOSSAIN, was de dienst niet op de hoogte van deze problematiek.

2.a. Zonder voorwerp.

2.b. Tot voor kort moest de Veiligheid van de Staat haar opdrachten uitvoeren met beperkte middelen, waardoor bepaalde keuzes gemaakt moesten worden; Latijns-Amerika – en in het bijzonder het domein van de contra-inmenging in deze regio van de wereld – behoorde in die jaren niet tot de prioriteiten.

2.c. De Veiligheid van de Staat voert haar onderzoek naar de activiteiten van de DAS op Belgisch grondgebied uit overeenkomstig haar bevoegdheden bepaald in de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

3. Een gerechtelijk onderzoek werd geopend op 19 oktober 2010 naar aanleiding van een burgerlijke partijstelling van verschillende Belgische burgers of verenigingen waaronder onder andere “Broederlijk Delen” en “La Ligue des droits de l’homme”, gericht tegen onbekenden, voor feiten van diefstal, informatica-inbreuken, illegale afluisterpraktijken, laster en eerroof. Het onderzoek wordt gevoerd door de Franstalige onderzoeksrechter Olivier Leroux en uitgevoerd door de federale politie van Brussel, afdeling terrorisme.

Het dossier werd door het parket Brussel ook aan de federale procureur aangemeld.

4. Deze vraag valt onder de bevoegdheid van mijn geachte collega de minister van Buitenlandse Zaken.