SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
28 décembre 2011 28 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4124 Schriftelijke vraag nr. 5-4124

de Patrick De Groote (N-VA)

van Patrick De Groote (N-VA)

au ministre de la Défense

aan de minister van Landsverdediging
________________
Armes militaires et munitions - Perte ou vol - Chiffres - Mesures Legerwapens en munitie - Verlies of diefstal - Aantallen - Maatregelen 
________________
armée
arme à feu et munitions
vol
statistique officielle
krijgsmacht
vuurwapen
diefstal
officiële statistiek
________ ________
28/12/2011Verzending vraag
6/2/2012Antwoord
28/12/2011Verzending vraag
6/2/2012Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 5-1716 Réintroduction de : question écrite 5-1716
________ ________
Question n° 5-4124 du 28 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4124 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En réponse à la question écrite (n° 469, QRVA 51-160, p. 31027) posée par la collègue Ingrid Meeus en 2007, le ministre de la Défense de l'époque précisait qu'au cours de ces cinq dernières années, 260 armes de petit calibre ont été perdues, au total, sur quinze théâtres d'opération ou d'entraînement, ainsi que 774 pièces ou « coups » de munitions. C'est un constat très inquiétant.

En outre, d'après la presse, un certain nombre de missiles antichars LAW, des grenades fictives et éventuellement des armes de poing et des munitions, ont été volés de la caserne militaire de Bourg-Léopold au mois de juin 2010.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) La Défense a-t-elle été confrontée, ces dernières années, aux faits suivants :

a) la disparition/le vol de munitions ou d'explosifs et dans l'affirmative, quel type de munitions et explosifs, où et en quelle quantité ?

b) la disparition/le vol d'armes entreposées et dans l'affirmative, quel type d'armes, où et en quelle quantité ?

c) la disparition de munitions ou d'explosifs lors d'actions et exercices et dans l'affirmative, quel type de munitions et explosifs, où et en quelle quantité ?

d) la disparition d'armes lors d'actions et exercices et dans l'affirmative, quel type d'armes, où et en quelle quantité ?

2)

a) Certains membres du personnel de la Défense ont-ils été pris en flagrant délit de détention illicite de munitions et/ou explosifs ou d'armes depuis 2007 ?

b) Dans l'affirmative, de quel type, où et en quelle quantité ?

c) Quelles ont été les suites judiciaires, statutaires et/ou administratives réservées à ces faits ?

3) Depuis 2007, combien de membres du personnel de la Défense ont-ils spécifiquement utilisé leur arme de service pour :

a) une tentative de suicide ou un suicide effectif sur le terrain militaire ;

b) une tentative de suicide ou un suicide effectif en dehors du terrain militaire ;

c) une tentative de blesser/de tuer ou une blessure/un meurtre effectif de tiers sur le terrain militaire ;

d) une tentative de blesser/de tuer ou une blessure/un meurtre effectif de tiers en dehors du terrain militaire ?

Étant donné que l'arme de service constitue dans chacun de ces cas une pièce du dossier judiciaire et ne fait dès lors pas partie de l'inventaire de la Défense et que les questions portent sur des données statistiques anonymes, ces chiffres peuvent à mon avis être fournis sans violer le secret médical.

Quelles mesures préventives et/ou correctrices la Défense a-t-elle prises depuis 2007, en particulier depuis le vol de 2010, en vue de prévenir la perte, le vol ou la disparition de munitions ou d'armes, tant lors d'actions ou d'exercices que dans le cadre du stockage ?

 

Naar aanleiding van een schriftelijke vraag (nr. 469, QRVA 51-160, blz. 31027) van collega Ingrid Meeus in 2007 antwoordde de toenmalige minister van Defensie dat er toen in de afgelopen vijf jaar in totaal 260 kleinkaliberwapens verloren zijn gegaan bij vijftien acties en oefeningen en tevens 774 stukken of "schoten " munitie. Dit is een zeer verontrustende vaststelling.

Daarnaast werden er volgens de pers in juni 2010 uit de legerkazerne van Leopoldsburg een aantal LAW-antitankraketten, simulatiegranaten en eventueel ook handwapens en munitie gestolen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Werd Defensie sinds 2007 geconfronteerd met:

a) het verdwijnen / diefstal van munitie of explosieven bij opslag en zo ja, welk type van munitie en explosieven, waar en in welke hoeveelheid;

b) het verdwijnen / diefstal van wapens bij opslag en zo ja, welk type, waar en in welke hoeveelheid;

c) het verdwijnen van munitie of explosieven bij acties en oefeningen en zo ja, welk type van munitie en explosieven, waar en in welke hoeveelheid;

d) het verdwijnen van wapens bij acties en oefeningen en zo ja, welk type, waar en in welke hoeveelheid?

2)

a) Werden er sinds 2007 bepaalde personeelsleden binnen Defensie betrapt op het ongeoorloofd bezit van munitie en / of explosieven en wapens?

b) Zo ja, welk type, waar en in welke hoeveelheid?

c) Welk gerechtelijk, statutair en / of administratief gevolg werd gegeven aan deze feiten?

3) Hoeveel personeelsleden van Defensie hebben sinds 2007 specifiek hun dienstwapen gebruikt bij:

a) een poging tot of een effectieve zelfdoding op het militair terrein;

b) een poging tot of een effectieve zelfdoding buiten het militair terrein;

c) een poging tot of een effectieve verwonding of doding van derden op het militair terrein;

d) een poging tot of een effectieve verwonding of doding van derden buiten het militair terrein?

Gezien het dienstwapen in elk van deze gevallen een stuk vormt in een gerechtelijk dossier en dus buiten het gebruik en de inventaris van Defensie valt en aangezien de vraagstelling anonieme statische gegevens betreft, kunnen deze gegevens ons inziens worden verstrekt zonder het medisch geheim te schenden.

4) Welke preventieve en / of remediërende maatregelen werden er binnen Defensie sinds 2007 en in het bijzonder sinds de diefstal in 2010 genomen om verlies, diefstal of verdwijning van munitie of wapens, zowel bij acties en oefeningen, als bij het stockeren te voorkomen?

 
Réponse reçue le 6 février 2012 : Antwoord ontvangen op 6 februari 2012 :

L'honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

Je prie l’honorable membre de se référer à ma réponse à la question écrite n° 13 de monsieur le député Bert MAERTENS du 23 décembre 2011 (Chambre, Questions et Réponses QRVA n° 53-051 du 6 février 2012, p. 286).

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

Ik verwijs het geachte lid naar mijn antwoord op de schriftelijke vraag nr. 13 van de heer volksvertegenwoordiger Bert MAERTENS van 23 december 2011 (Kamer, Vragen en Antwoorden QRVA nr. 53-051 van 6 februari 2012, blz. 286).