SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
24 novembre 2010 24 november 2010
________________
Question écrite n° 5-395 Schriftelijke vraag nr. 5-395

de Karl Vanlouwe (N-VA)

van Karl Vanlouwe (N-VA)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Prisons - Accès des enfants - Contacts avec un parent détenu - Règles et application Gevangenissen - Toegang van kinderen - Contact met een veroordeelde ouder - Regels en toepassing 
________________
établissement pénitentiaire
régime pénitentiaire
droits de l'enfant
droit de visite
détenu
strafgevangenis
strafstelsel
rechten van het kind
omgangsrecht
gedetineerde
________ ________
24/11/2010Verzending vraag
18/10/2011Antwoord
24/11/2010Verzending vraag
18/10/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-395 du 24 novembre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-395 d.d. 24 november 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Une condamnation d'un parent à une peine de prison effective ne frappe pas seulement le condamné, mais aussi son enfant. Le parent ne verra pas son enfant grandir, ni aller à l'école pour la première fois, ..., et risque même de ne plus avoir le moindre contact avec son fils ou sa fille.

Il importe donc, tant pour le condamné que pour l'enfant, que leurs contacts puissent aisément se dérouler.

Un enfant de moins de douze ans non muni d'une carte d'identité avec photo peut se voir refuser l'accès à la prison. Dans ce cas, il devra attendre un mois, pour autant qu'il ait alors un document d'identité avec photo, avant de retourner visiter son parent.

Des obstacles aussi inutiles aux contacts familiaux peuvent rendre les détenus malheureux, voire parfois hostiles à l'égard de la prison, de son personnel et de l'autorité.

Parallèlement, un enfant de moins de douze ans est incapable de comprendre pourquoi les contacts familiaux sont entravés par l'autorité publique. Le résultat de ce formalisme peut être que l'enfant se sent misérable, alors que l'importance des contacts de l'enfant avec ses parents durant la croissance ne saurait être sous-estimée.

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes :

1) Y a-t-il des règles générales quant à l'accès des enfants aux prisons ?

2) Ces règles diffèrent-elles selon la prison ?

3) Quelles sont les règles pour les enfants d'identité étrangère voulant rendre visite à un proche détenu ?

4) Les heures de visite des prisons sont-elles adaptées aux jeunes enfants qui doivent venir de loin pour visiter leur père ou mère ?

 

Als een van de ouders van een kind tot een effectieve gevangenisstraf wordt veroordeeld, is dat niet alleen een straf voor de veroordeelde, maar ook voor het kind. De ouder zal er bijvoorbeeld niet bij zijn wanneer het kind opgroeit, de eerste keer naar school gaat, …, en riskeert in sommige gevallen helemaal geen contact meer te hebben met zoon of dochter.

Daarom is het belangrijk voor zowel de veroordeelde als het kind dat contacten tussen beiden gemakkelijk plaats kunnen vinden.

Wanneer een kind onder de twaalf jaar niet in het bezit is van een identiteitskaart met pasfoto, kan het de toegang tot de gevangenis worden ontzegd. In dat geval zal het kind weer een maand moeten wachten om zijn ouder te gaan bezoeken, indien het tegen dan al een identiteitsbewijs met foto heeft.

Dergelijke onnodige belemmeringen in deze familiale contacten kunnen de oorzaak zijn van een ongelukkige en soms opstandige houding van de gedetineerde tegenover de gevangenis, haar personeel en de overheid.

Parallel hiermee is het kind, dat nog geen twaalf jaar oud is, niet in staat te begrijpen waarom het familiale contact belemmerd wordt door toedoen van de overheid. Dit formalisme kan leiden tot het diep ongelukkig zijn van het kind, terwijl het belang van het contact met de ouders tijdens het opgroeien niet onderschat mag worden.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Zijn er algemene regels met betrekking tot de toegang van kinderen tot gevangenissen?

2) Verschillen die van gevangenis tot gevangenis?

3) Welke regels gelden voor kinderen met een buitenlandse identiteit die familieleden in een gevangenis willen bezoeken?

4) Zijn de bezoekuren van de gevangenissen aangepast aan jonge kinderen die van ver moeten komen om een ouder te bezoeken?

 
Réponse reçue le 18 octobre 2011 : Antwoord ontvangen op 18 oktober 2011 :

1 à 3) Conformément à la règle générale, quiconque entre dans une prison doit être en possession d’un document d’identité officiel. Par document d’identité officiel, on entend : tout document émanant d’une instance officielle dont ressort l’identité du visiteur et sur laquelle apparaît une photo de l’intéressé.

Le document d’identité des enfants de moins de douze ans ne doit cependant pas comprendre de photo. Une pièce d’identité telle que délivrée à chaque enfant de moins de douze ans lors de sa première inscription sur le registre de la population ou le registre d’attente d’une commune belge suffit.

En outre, l’accès de mineurs à la prison est soumis à des conditions supplémentaires :

  • les mineurs âgés de moins de seize ans doivent toujours être accompagnés d’un adulte, sauf décision contraire du directeur.

  • les mineurs qui viennent rendre visite à un détenu qui n’exerce pas l’autorité parentale et qui ne sont pas accompagnés d’une personne exerçant l’autorité parentale, doivent être en possession d’une autorisation d'une personne exerçant l'autorité parentale.

4) Conformément à l’article 58 de la loi de principes, les inculpés ont le droit de recevoir des visites chaque jour.

Les autres détenus ont le droit de recevoir des visites trois fois par semaine au minimum, dont au moins un jour du week-end et le mercredi après-midi.

Par ailleurs, les directions de prison organisent chaque mois une visite spécifique parent-enfant. Bien entendu, cette visite est organisée en dehors des heures d'école.

Cette réglementation doit également permettre aux enfants n’habitant pas à proximité de la prison au sein de laquelle un parent est incarcéré, de rendre visite à leur père ou mère.

1 tot 3) Als algemene regel geldt dat iedereen die een gevangenis betreedt in het bezit moet zijn van een officieel identiteitsdocument. Hieronder wordt verstaan: elk document dat uitgaat van een officiële instantie waaruit de identiteit van de bezoeker blijkt en waarop een foto van de betrokkene prijkt

Voor kinderen onder de twaalf jaar wordt echter niet vereist dat het identiteitsdocument een foto moet bevatten. Een identiteitsstuk zoals dat wordt afgegeven aan elk kind onder de twaalf jaar bij zijn eerste inschrijving in het bevolkingsregister of in het wachtregister van een Belgische gemeente (het zgn. kinderpasje) volstaat.

Daarnaast zijn er bijkomende vereisten voor de toegang van minderjarigen tot de gevangenis:

  • minderjarigen onder de zestien jaar moeten altijd vergezeld zijn door een volwassene, behoudens andersluidende beslissing van de directeur.

  • minderjarigen die op bezoek komen bij een gedetineerde die niet het ouderlijk gezag uitoefent en die niet vergezeld zijn van een persoon die het ouderlijk gezag uitoefent, dienen in het bezit te zijn van een toelating van een persoon die het ouderlijk gezag uitoefent.

4) Overeenkomstig artikel 58 van de Basiswet hebben verdachten het recht om dagelijks bezoek te ontvangen.

De overige gedetineerden hebben het recht op minstens drie bezoeken per week, waarvan minstens een dag in het weekend en de woensdagnamiddag.

Daarnaast wordt door de gevangenisdirecties maandelijks een specifiek ouder-kind bezoek georganiseerd. Dit bezoek wordt uiteraard buiten de schooluren georganiseerd.

Deze regelgeving moet toelaten dat ook kinderen die niet in de nabijheid wonen van de gevangenis waar een ouder is opgesloten, hun vader of moeder kunnen bezoeken.