SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
3 novembre 2011 3 november 2011
________________
Question écrite n° 5-3636 Schriftelijke vraag nr. 5-3636

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

à la ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Délais d'intervention - Appels d'urgence - Centraux d'urgence - Projet 112 - Chiffres - Situation - 100, 101 et 112 Interventietermijnen - Noodoproepen - Noodcentrales - Project 112 - Cijfers - Stand van zaken - 100, 101 en 112 
________________
premiers secours
médecine d'urgence
lutte anti-incendie
police
téléphone
statistique officielle
eerste hulp
geneeskundige noodhulp
brandbestrijding
politie
telefoon
officiële statistiek
________ ________
3/11/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
3/11/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 5-3988 Réintroduite comme : question écrite 5-3988
________ ________
Question n° 5-3636 du 3 novembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-3636 d.d. 3 november 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Outre les numéros d'urgence traditionnels 100 (pompiers et interventions médicales) et 101 (police), la Belgique connaît aussi depuis 1993 le numéro 112. Celui-ci est valable dans tous les États membres de l'Union européenne (UE) et deviendra à terme le seul numéro d'urgence en Belgique. Dans ce but, le projet 112 prévoit notamment une fusion progressive des centraux téléphoniques d'urgence en un seul centre 112 par province et pour l'arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale. Les arrêtés royaux du 17 octobre 2011 relatif aux centres 112 et à l'agence 112 et relatif à l'organisation du dispatching des services opérationnels de la Sécurité civile constituent un grand pas dans la bonne direction.

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes :

1) Chaque année depuis 2004, quel pourcentage du total des appels pour une aide médicale urgente, une intervention des pompiers ou une assistance policière est-il parvenu au numéro européen 112 ? L'introduction en février 2010 d'un nouveau logo pour le numéro d'urgence 112 a-t-il mené à une hausse significative du total des appels ? Selon la ministre, quel pourcentage de la population belge connaît le numéro d'urgence européen ? À partir de quelle date le 112 sera-t-il l'unique numéro d'urgence en Belgique ?

2) Dans quelles provinces belges les centraux d'appel 100 et 101 n'ont-ils pas encore été fusionnés en un Centre d'information et de communication (CIC) 112 ? Dans ces provinces, pour quand attend-on la fusion ?

3) Depuis le début de l'année, combien de call-takers et d'opérateurs fédéraux a-t-on engagés en réponse à la pression de travail élevée dans les centres d'appel ? Le Service public fédéral (SPF) Intérieur continue-t-il à recruter proactivement ?

4) Quel était, par province, le délai moyen d'intervention (scindé en temps de traitement, de mise en route et de trajet) pour les urgences (a) de santé (b) d'incendie et (c) de police en 2009, 2010 et 2011 ? La ministre envisage-t-elle d'édicter des normes fédérales quant au délai maximal d'intervention ? Pourquoi ou pourquoi pas ?

5) Combien de plaintes formelles relatives aux délais d'intervention après un appel d'urgence ont-elles été déposées en 2009, 2010 et 2011 ?

 

Naast de traditionele noodnummers 100 (voor brandweer en medische interventies) en 101 (voor politie), kent België sinds 1993 ook het noodnummer 112. Dat laatste nummer geldt in alle Lidstaten van de Europese Unie (EU) en moet op termijn het enige noodnummer worden in België. Om dit doel te realiseren voorziet project-112 onder meer in een geleidelijke fusie van de noodcentrales in één 112-centrum per provincie en in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. De koninklijke besluiten van 28 oktober 2011 betreffende de 112-centra en het Agentschap 112 en betreffende de organisatie van de dispatching van de operationele diensten van de Civiele Veiligheid zijn in dit opzicht een belangrijke stap voorwaarts.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel procent van het totaal aantal oproepen voor dringende geneeskundige hulpverlening, brandweertussenkomst of politionele hulpverlening komen sinds 2004 jaarlijks binnen op het Europees noodnummer 112? Heeft de introductie van een nieuw logo voor het noodnummer 112 in februari 2010 geleid tot een significante toename in het aantal oproepen? Hoeveel procent van de Belgen kent, naar schatting van de geachte minister, het Europees noodnummer? Vanaf welke datum zal het nummer 112 het enige noodnummer zijn in België?

2) In welke Belgische provincies zijn de 100- en 101-noodcentrales nog niet samengevoegd in een Coördinatie- en Informatiecentrum (CIC) 112? Voor wanneer wordt in deze provincies een fusie verwacht?

3) Hoeveel calltakers en federale operatoren werden sinds het begin van dit jaar gerekruteerd om de hoge werkdruk in de oproepcentra op te vangen? Blijft de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken een proactief aanwervingsbeleid voeren?

4) Hoeveel bedroeg per provincie de gemiddelde interventietermijn (opgedeeld naar de verwerkingstijd, de uitruktijd en de aanrijtijd) bij dringende a) medische hulp, b) brandweerhulp, en c) politionele hulp in 2009, 2010 en 2011? Overweegt de geachte minister om federale normen uit te vaardigen in verband met de maximale interventietermijn? Waarom wel, niet?

5) Hoeveel formele klachten werden in 2009, 2010 en 2011 ingediend inzake de termijn van interventie bij noodoproepen?