SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
26 aôut 2011 26 augustus 2011
________________
Question écrite n° 5-3019 Schriftelijke vraag nr. 5-3019

de Lieve Maes (N-VA)
van Lieve Maes (N-VA)

à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique
aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid
________________
Service public de programmation (SPP) Politique scientifique - Établissements scientifiques - Absence de cadres linguistiques valables - Conflit avec la Commission permanente de contrôle linguistique (CPCL) Programmatorische Overheidsdienst (POD) Wetenschapsbeleid - Wetenschappelijke instellingen - Ontbreken van actuele taalkaders - Conflict met de Vaste Commissie voor taaltoezicht (VCT) 
________________
Commission permanente de contrôle linguistique
emploi des langues
établissements scientifiques et culturels fédéraux
ministère
Vaste Commissie voor Taaltoezicht
taalgebruik
federale wetenschappelijke en culturele instellingen
ministerie
________ ________
26/8/2011Verzending vraag
28/9/2011Antwoord
26/8/2011Verzending vraag
28/9/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-3019 du 26 aôut 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-3019 d.d. 26 augustus 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le 18 décembre 2010, j'ai déposé une question écrite (5-630) adressée à la ministre de l'Intérieur. Celle-ci m'a répondu qu'elle la transmettrait à la ministre de la Politique scientifique car « chaque ministre est en effet compétent pour les cadres linguistiques de son département ». À ce jour, je n'ai pas encore reçu de réponse, raison pour laquelle je dépose à nouveau cette question en l'adressant, cette fois, directement à la ministre concernée.

Le rapport annuel 2009 de la Commission permanente de contrôle linguistique indique que les cadres linguistiques du SPP Politique scientifique et des établissements scientifiques ne sont plus valables. Il y a lieu de publier de nouveaux cadres linguistiques, compte tenu de la réforme des carrières scientifiques.

Il appert en outre que le dossier des cadres linguistiques des établissements ressortissant au SPP Politique scientifique est bloqué pour l'instant par les divergences de vues entre la CPCL et le Service public fédéral (SPF) Personnel et Organisation, d'une part, et le SPP Politique scientifique, d'autre part. Selon le rapport 2009 de la CPCL, il s'agit de l'application de l'article 43 des lois du 18 juillet 1966 sur l'emploi des langues en matière administrative à ces établissements, conformément à la jurisprudence de la CPCL, du SPF P&O et du Conseil d'État.

La ministre peut-elle me fournir une réponse aux questions suivantes :

1) En quoi consistait précisément le conflit entre la CPCL et le SPP Politique scientifique ?

2) Quelle est la situation actuelle ? Y a-t-il déjà de nouveaux cadres linguistiques, ou pour quand les prévoit-on ?

3) Les nouveaux cadres linguistiques sont-ils respectés ou des dérogations existent-elles encore ?

 

Op 18 december 2010 diende ik een schriftelijk vraag (5-630) in bij de geachte minister van Binnenlandse Zaken over dit onderwerp. Zij antwoordde dat zij deze vraag naar u zou doorsturen, want "iedere minister is immers bevoegd voor de taalkaders van zijn departement". Tot op heden heb ik hierop nog geen antwoord mogen ontvangen van u. Vandaar dat ik deze vraag opnieuw indien, deze keer rechtstreeks aan u.

In het jaarverslag 2009 van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht wordt melding gemaakt van het feit dat de taalkaders van de POD Wetenschapsbeleid en van de wetenschappelijke instellingen niet meer geldig zijn. Er dienen nieuwe taalkaders gepubliceerd te worden, rekening houdend met de hervorming van de wetenschappelijke loopbanen.

Bovendien blijkt dat het taalkaderdossier van de instellingen die afhangen van de POD Wetenschapsbeleid momenteel geblokkeerd worden omwille van meningsverschillen tussen de VCT en de Federale Overheidsdienst (FOD) Personeel en Organisatie (P&O) enerzijds, en Wetenschapsbeleid anderzijds. Volgens het jaarverslag 2009 van de VCT gaat het over de toepassing van artikel 43 van de wet op het gebruik der talen in bestuurszaken van 18/07/1966 op deze instellingen overeenkomstig de rechtspraak van de VCT, de FOD P&O en de Raad van State.

Kan de geachte minister mij antwoord geven op volgende vragen:

1) Waaruit bestaat/bestond het conflict tussen de VCT en de POD Wetenschapsbeleid exact?

2) Wat is de huidige stand van zaken? Is er al een nieuw taalkader of voor wanneer is dit gepland?

3) Wordt het nieuwe taalkader gerespecteerd of zijn er ook nog afwijkingen ?

 
Réponse reçue le 28 septembre 2011 : Antwoord ontvangen op 28 september 2011 :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.

1. Le problème soulevé par la question est de savoir lequel des article 43 ou 43ter des lois coordonnées sur l’emploi des langues en matière administrative est d'application pour la fixation des cadres linguistiques du Service public de programmation (SPP) Politique scientifique, y compris ceux des établissements scientifiques fédéraux (ESF) qui en relèvent.

Selon l'article 43ter, les emplois A3 (ou équivalents) ou supérieurs sont répartis entre deux cadres : un cadre néerlandais et un cadre français. Tous les agents sont inscrits sur un rôle linguistique : le rôle néerlandais ou le rôle français. Par contre, d'après l'article 43 des lois coordonnées sur l’emploi des langues en matière administrative, 20 % des emplois dans cette catégorie doivent être réservés au cadre bilingue.

La Commission permanente du Contrôle linguistique a estimé sur ce point que c'est l’article 43ter qui s’appliquait au SPP Politique scientifique et l’article 43 aux ESF.

2. Suite à cette position, il a été renoncé au projet d’établir un cadre linguistique commun au SPP Politique scientifique et aux ESF qui en relèvent.

Par conséquent, un projet d’arrêté royal fixant les cadres linguistiques du SPP Politique scientifique a été établi en application de l'article 43ter des lois coordonnées sur l’emploi des langues en matière administrative. Mais ce projet, qui a été soumis pour signature, reste bloqué en raison de la situation gouvernementale actuelle.

C'est en fonction de l'article 43 qu'ont été déterminés les cadres linguistiques pour chaque ESF séparément. La situation concernant l’achèvement de ces dossiers varie selon les ESF. Le dossier de certains établissements (3) se trouve, comme celui du SPP Politique scientifique, bloqué en raison de la situation politique. D'autres (2) attendent l’avis de la Commission permanente du contrôle linguistique et des organisations syndicales. L’objectif est que les dossiers de tous les dix ESF concernés soient prêts pour la fin 2011.

3. Les fluctuations associées naturellement à tout effectif de personnel ont comme conséquence qu’il doit être remédié constamment à des écarts entre l’occupation effective et la répartition des emplois fixée par les cadres linguistiques. Il est donc toujours nécessaire de s’assurer que les recrutements et les promotions apportent les corrections nécessaires.

Mais il est évident que l'on ne peut pas parler de dérogation éventuelle avant que les nouveaux cadres linguistiques soient entrés en vigueur.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vraag te vinden.

1. Het gerezen probleem betrof de vraag of artikel 43ter dan wel artikel 43 van de Gecoördineerde Wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken van toepassing is voor de vaststelling van de taalkaders voor de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Wetenschapsbeleid met inbegrip van de daarbij horende federale wetenschappelijke instellingen (FWI's).

Volgens artikel 43ter worden de betrekkingen van A3 (of daarmee gelijkwaardig) en hoger verdeeld over twee kaders : een Nederlands en een Frans. Alle ambtenaren worden ingeschreven op een taalrol : de Nederlandse of de Franse. Maar volgens artikel 43 van de Gecoördineerde Wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken dient 20 % van de betrekkingen van die categorie wel te worden voorbehouden aan een tweetalig kader.

De Vaste Commissie voor Taaltoezicht stelde zich hierbij op het standpunt dat artikel 43ter van toepassing is op de POD Wetenschapsbeleid en artikel 43 op de FWI's.

2. Overeenkomstig dit standpunt werd afgezien van het opzet om één taalkader vast te stellen voor de POD Wetenschapsbeleid en de daarbij horende FWI's.

Een ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van taalkaders voor de POD Wetenschapsbeleid werd derhalve opgemaakt bij toepassing van voormeld artikel 43ter van de Gecoördineerde Wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken. Dit ontwerp ligt ter ondertekening voor, maar is geblokkeerd ingevolge de huidige gouvernementele toestand.

De taalkaders voor de FWI's worden voor elke instelling afzonderlijk opgemaakt bij toepassing van voormeld artikel 43. De stand zaken wat betreft de afwerking van deze dossiers verschilt naargelang de instelling. Het dossier van sommige instellingen (3) bevindt zich in dezelfde fase als het dossier voor de POD Wetenschapsbeleid. Andere (2) wachten op het advies van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en van de syndicale organisaties. Het is de bedoeling dat de dossiers voor de alle tien betrokken FWI's voor eind 2011 zouden klaar zijn.

3. De fluctuaties die inherent verbonden zijn aan elk personeelseffectief hebben voor gevolg dat men nagenoeg constant af te rekenen heeft met afwijkingen op het vlak van de effectieve bezetting ten overstaan van de bij die taalkaders vastgestelde verdeling der betrekkingen. Het is dus steeds noodzakelijk erop toe te zien dat wervingen en bevorderingen de nodige correcties aanbrengen.

Het is natuurlijk zo dat pas van eventuele afwijkingen kan worden gesproken wanneer de nieuwe taalkaders in werking zullen getreden zijn.