SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
11 aôut 2011 11 augustus 2011
________________
Question écrite n° 5-2945 Schriftelijke vraag nr. 5-2945

de Alexander De Croo (Open Vld)

van Alexander De Croo (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________________
Young Innovative Companies - Programmes de recherche - Mesures fiscales - Personnel scientifique - Modification de la liste des diplômes Young Innovative Companies - Onderzoeksprogramma's - Fiscale maatregelen - Wetenschappelijk personeel - Wijziging lijst diploma's 
________________
recherche et développement
personnel de la recherche
profession scientifique
exonération fiscale
impôt sur les salaires
onderzoek en ontwikkeling
onderzoeker
wetenschappelijk beroep
belastingontheffing
loonbelasting
________ ________
11/8/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
11/8/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-5126 Heringediend als : schriftelijke vraag 5-5126
________ ________
Question n° 5-2945 du 11 aôut 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2945 d.d. 11 augustus 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Notre pays a fait divers efforts, entre autres dans le domaine fiscal, pour attirer la recherche et le développement. Ces activités sont cruciales pour le potentiel de croissance économique d'un pays. Une des mesures prises est l'introduction d'une dispense partielle de versement du précompte professionnel retenu sur le salaire du personnel scientifique qui travaille dans des " Young Innovative Companies ".

Cette dispense s'élève à 75 %. En outre, cette dispense de versement du précompte professionnel vaut aussi pour les entreprises qui paient ou attribuent des rémunérations à des chercheurs engagés dans des programmes de recherche et de développement et titulaires d'un des diplômes mentionnés limitativement dans la loi (Code des impôts sur les revenus 1992, art. 275/3, alinéa 3, 3°). Différents chefs d'entreprise demandent que la liste soit étendue et le ministre s'est récemment déclaré disposé à examiner cette suggestion.

Voici mes questions :

1) Peut il indiquer s'il est prêt à actualiser, en concertation avec les acteurs concernés, la liste des diplômes et le cas échéant à l'étendre ? Si oui, peut il dire quand cette liste sera disponible et quels sont les diplômes qui devraient figurer dans la nouvelle liste, selon les demandes qui lui ont été présentées ? Si non, pourquoi pas et ne craint il pas que certains secteurs de croissance ne restent sur la touche ?

2) Peut il préciser - pour les trois dernières années - à combien de chercheurs la dispense de versement du précompte professionnel s'appliquait ? Peut il ventiler ces chiffres selon que les chercheurs ressortissent au système des Young Innovative Companies ou à la dispense basée sur un des diplômes mentionnés limitativement dans la loi ?

3) Peut il aussi indiquer - pour les trois dernières années - le nombre d'entreprises ayant fait appel au régime des Young Innovative Companies pour se voir dispenser de précompte professionnel ainsi que le nombre d'entreprises ayant bénéficié de cette dispense parce qu'elles paient ou attribuent des rémunérations à des chercheurs engagés dans des programmes de recherche et de développement et titulaires d'un des diplômes mentionnés limitativement dans la loi ? Comment évalue t il la dispense de précompte professionnel ?

4) Quelles autres mesures fiscales envisagerait il pour rendre notre pays encore plus attrayant pour la recherche et le développement ?

 

Ons land heeft op verschillende vlakken inspanningen geleverd om zich onder meer op fiscaal vlak aantrekkelijk te maken voor onderzoek en ontwikkeling. Voor het toekomstig verdienvermogen van een land zijn deze activiteiten cruciaal. Eén van de maatregelen die werd getroffen betreft de invoering van een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing ingehouden op het loon van het wetenschappelijk personeel dat tewerkgesteld is in "Young Innovative Companies".

De vrijstelling bedraagt 75%. Daarnaast geldt dezelfde vrijstelling van de doorstorting van bedrijfsvoorheffing ook ten aanzien van ondernemingen die bezoldiging uitbetalen of toekennen aan onderzoekers die tewerkgesteld zijn in onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's en die één van de limitatief in de wet opgesomde diploma's hebben (Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, art. 275/3, lid 3, 3°). Diverse ondernemers zijn vragende partij om deze lijst uit te breiden en de geachte minister gaf onlangs aan dit te willen onderzoeken.

Ik had dan ook volgende vragen:

1) Kan hij aangeven of hij bereid is in samenspraak met de betrokken actoren de lijst van betrokken diploma's te actualiseren en waar nodig uit te breiden? Zo ja, kan hij aangeven tegen wanneer deze lijst zal klaar zijn en kan hij aangeven welke diploma's het meest aangewezen zijn om in de nieuwe lijst te worden opgenomen op basis van de vragen die hij hieromtrent heeft ontvangen? Zo neen, waarom niet en vreest hij niet dat bepaalde groeisectoren hierdoor uit de boot vallen?

2) Kan hij aangeven en dit respectievelijk voor de laatste drie jaar voor hoeveel onderzoekers op jaarbasis er een vrijstelling gold van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing ? Kan hij deze cijfers verder opsplitsen wat betreft deze onderzoekers die vallen onder de Young Innovative Companies regeling en deze die vallen onder de vrijstelling op basis van de limitatief in de wet opgenomen diploma's?

3) Kan hij tevens aangeven hoeveel bedrijven op jaarbasis en dit voor de laatste drie jaar gebruik maakten van de Young Innovative Companies regeling wat betreft de vrijstelling van bedrijfsvoorheffing alsook wat betreft het aantal ondernemingen die eveneens gebruik maken van de vrijstelling omdat ze bezoldiging uitbetalen of toekennen aan onderzoekers die tewerkgesteld zijn in onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's en die één van de limitatief in de wet opgesomde diploma's hebben? Hoe evalueert hij deze vrijstelling van bedrijfsvoorheffing?

4) Welke andere fiscale maatregelen zou hij overwegen om ons land verder aantrekkelijk te maken wat betreft onderzoek en ontwikkeling?