SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
20 juillet 2011 20 juli 2011
________________
Question écrite n° 5-2820 Schriftelijke vraag nr. 5-2820

de Sabine de Bethune (CD&V)

van Sabine de Bethune (CD&V)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
La politique relative à la maltraitance et à la malmenance des personnes âgées en matière de santé publique Het beleid inzake ouderenmis(be)handeling in de gezondheidszorg 
________________
personne âgée
équipement social
soins aux personnes âgées
violence domestique
bejaarde
sociale voorzieningen
zorg voor ouderen
huiselijk geweld
________ ________
20/7/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
20/7/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1195
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-5188
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1195
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-5188
________ ________
Question n° 5-2820 du 20 juillet 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2820 d.d. 20 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Actuellement, le Sénat examine un projet de loi (5-1095) modifiant et complétant le Code pénal en vue d'incriminer l'abus de la situation de faiblesse des personnes et d'étendre la protection pénale des personnes vulnérables contre la maltraitance.

Le projet de loi crée les instruments légaux nécessaires afin de pouvoir poursuivre également pénalement les abus de la situation de faiblesse des personnes âgées et, de manière générale, de toutes les personnes vulnérables et ce, par analogie avec ce qui est déjà possible lorsqu'il s'agit d'abus à l'égard de mineurs. Le projet de loi concerne concrètement les personnes qui sont en situation de faiblesse en raison de l'âge, d'une maladie, de l'état de grossesse ou d'une déficience physique ou mentale.

Il existe différentes formes de maltraitance et de malmenance qui, dans la plupart des cas, exposent à des poursuites pénales : maltraitance physique, abus financiers et matériels, négligence, etc. Cependant, de nombreux cas ne sont pas signalés en raison de la situation de faiblesse de la victime, parce que le parquet ne donne pas suite au délit, parce qu'il s'agit de maltraitance psychologique, etc.

Selon les estimations, parmi les personnes âgées qui vivent à leur domicile, une sur huit est victime d'au moins une forme de maltraitance. Les chiffres du Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling indiquent que dans 84% des cas, l'auteur des faits est membre de la famille. Étant donné qu'il s'agit d'un vaste problème de société, nous ne pouvons exclure l'existence de cas de maltraitance ou de malmenance en matière de santé publique et dans les institutions de soins telles que les hôpitaux.

Voici mes questions.

1. La maltraitance et la malmenance de personnes vulnérables et de personnes âgées, plus particulièrement en matière de santé publique et dans les institutions de soins sont-elles contrôlées ? Des chiffres sont-ils disponibles ?

2. Des initiatives politiques sont-elles prises pour prévenir la maltraitance et la malmenance et pour assurer un suivi dans le secteur de la santé publique et dans les institutions de soins ?

 

Op dit ogenblik behandelt de Senaat een wetsontwerp (5-1095) tot wijziging en aanvulling van het Strafwetboek teneinde het misbruik van de zwakke toestand van personen strafbaar te stellen, en de strafrechtelijke bescherming van kwetsbare personen tegen mishandeling uit te breiden.

Het wetsontwerp creëert de nodige wettelijke instrumenten om het misbruiken van de positie van kwetsbare ouderen en meer in het algemeen van elke kwetsbare persoon ook strafrechtelijk te kunnen aanpakken. Dit naar analogie van wat nu reeds mogelijk is als het om misbruik van minderjarigen gaat. Het wetsvoorstel heeft concreet betrekking op personen die zich in een kwetsbare positie bevinden wegens leeftijd, ziekte, zwangerschap of een lichamelijke of geestelijke beperking.

Er bestaan verschillende vormen van ouderenmis(be)handeling die in de meeste gevallen vatbaar zijn voor strafrechtelijke vervolging: fysieke mishandeling, financieel en materiaal misbruik, verwaarlozing, enz. Niettemin worden heel wat gevallen niet gerapporteerd omwille de zwakke positie van het slachtoffer, omdat het parket geen gevolg geeft aan het misdrijf, omdat het om psychische mishandeling gaat, enz.

Naar schatting 1 op de 8 thuiswonende ouderen wordt het slachtoffer van minstens één vorm van mishandeling. Cijfers van het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling geven aan dat in 84% van de gevallen de dader familie is. Aangezien het om breed maatschappelijk probleem gaat, mogen we niet uitsluiten dat ook in de gezondheidszorg en binnen zorginstellingen zoals ziekenhuizen mis(be)handeling plaatsvindt.

Daarom had ik de minister willen vragen:

1. Wordt de mis(be)handeling van kwetsbare personen en ouderen in het bijzonder binnen de gezondheidszorg en zorginstellingen gemonitord? Zijn er cijfergegevens beschikbaar?

2. Zijn er beleidsinitiatieven genomen voor de preventie van mis(be)handeling en de opvolging er van binnen de gezondheidszorg en zorginstellingen?