SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
12 juillet 2011 12 juli 2011
________________
Question écrite n° 5-2715 Schriftelijke vraag nr. 5-2715

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales

aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen
________________
Affaires pénales - Introduction de la vidéoconférence - Télécomparution - Vidéoconférence dans les établissements pénitentiaires Strafzaken - Invoering van videoconferentie - Televoorgeleiden - Videoconferencing in strafinrichtingen 
________________
procédure pénale
juridiction pénale
vidéocommunication
transfèrement de détenus
strafprocedure
strafrechtspraak
videocommunicatie
overbrenging van gedetineerden
________ ________
12/7/2011Verzending vraag
8/11/2011Antwoord
12/7/2011Verzending vraag
8/11/2011Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2713
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2714
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2713
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2714
________ ________
Question n° 5-2715 du 12 juillet 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2715 d.d. 12 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La justice néerlandaise et les services de police ont recours à des moyens modernes pour l’audition de suspects et de témoins. Tous les centres de détention pour étrangers et la plupart des prisons ont ainsi été équipés d’appareils permettant la vidéoconférence avec un tribunal.

Les suspects détenus, les étrangers, les témoins et les experts à l’étranger peuvent alors être entendus à distance depuis la salle du tribunal. L’introduction de la « téléaudition » permet une économie considérable. Je fais à cet égard référence à l'extrait suivant d'un rapport d'évaluation de la mise en œuvre de la vidéoconférence aux Pays-Bas : « L'analyse financière fait apparaître, dans le scénario de base, un confortable solde positif de près de 18 millions d'euros en quinze ans (valeur actuelle nette) entre les économies et les coûts, soit un rendement interne de 34 % par an. À partir de 2010, on observe chaque année un solde positif ; pour 2010, les recettes annuelles sont encore inférieures aux coûts annuels. L'effet de retour se fait pleinement sentir après sept ans. » (voir : http://www.google.be/url?sa=t&source=web&cd=4&ved=0CFAQFjAD&url=http%3A%2F%2Fwww.wodc.nl%2Fimages%2F1364_samenvatting_tcm44-102215.pdf&ei=d2P7TZTrMo7sOfDt_fIJ&usg=AFQjCNGK4Yyn0bMAxAGatpmXWA6nxw7bUg).

Ce nouveau système permet de réduire le nombre de personnes à transporter, d’où de réelles économies. Outre un impact positif sur l’environnement, cet élément est particulièrement important pour les transports à risques entre les prisons et les tribunaux. Cette mesure accroît donc avant tout la sécurité.

Le temps d'attente avant les audiences diminue également. Plus spécifiquement, les autorités néerlandaises observent : « Pour accroître l'efficacité de la justice, nous nous employons à introduire la vidéoconférence. Cela permet d'auditionner à distance (« téléaudition ») des suspects, des étrangers, des témoins et des experts grâce à une liaison audio et vidéo directe. Le système génère une économie sur les coûts de transport et de voyage, contribue à la sécurité des détenus et raccourcit les temps d'attente avant les audiences. La vidéoconférence peut être mise en œuvre pour de simples audiences standard dans des affaires pénales, des affaires relevant du droit des étrangers, du droit civil et dans des affaires internationales.

La police utilise elle aussi déjà la vidéoconférence pour la comparution d'un suspect devant le substitut du procureur ; on parle alors de « télécomparution ».

En divers endroits, les autorités ont aménagé des espaces de vidéoconférence. Selon le ministère, il est parfaitement possible d’utiliser aussi des webcams, surtout à l’étranger.

Je sais que la vidéoconférence peut déjà être utilisée dans des affaires de délits de mœurs à l'encontre de mineurs mais la proposition en question va plus loin.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) Comment réagissez-vous à cette étude ? Estimez-vous possible d’instaurer la télécomparution dans notre pays ? Dans la négative, pouvez-vous expliquer en détail quels sont les aspects positifs et négatifs de la télécomparution ainsi que la raison pour laquelle les aspects négatifs prévalent ? Dans l’affirmative, pouvez-vous préciser quand la télécomparution pourrait être instaurée ?

2) Quelle est votre réaction face aux économies de l'ordre de 18 millions d'euros en 15 ans ? Cet effet constitue-t-il à vos yeux un argument supplémentaire ? Si non, pouvez-vous expliquer pourquoi ?

3) Des projets pilotes de télécomparution ont-ils déjà été développés dans notre pays ? Dans la négative, êtes-vous disposé à lancer de tels projets dans notre pays ? Dans l’affirmative, quels en ont été les résultats ?

4) L'instauration de la « télécomparution » et de la vidéoconférence a-t-elle déjà été étudiée avec les travailleurs sociaux de notre pays ? Si oui, pouvez-vous me donner des explications détaillées et me communiquer les résultats ? Si non, pourquoi vu les nombreux avantages en termes d'efficacité de la justice, de raccourcissement des temps d'attente avant les audiences, d'incidence sur l'environnement, de réduction du risque d'évasion, etc. ?

5) Quel est le coût annuel des transports de détenus, compte tenu de l'achat et de l'entretien du matériel roulant, des escortes policières et du personnel d'accompagnement ? Combien d'heures/hommes ces transports représentent-ils sur une base annuelle ? Si vous ne disposez pas de chiffres précis, je me contenterai d'une estimation.

 

De Nederlandse Justitie en het politiewezen grijpen naar moderne middelen voor het verhoren van verdachten en getuigen. Zo werden alle detentiecentra voor vreemdelingen en de meeste gevangenissen uitgerust met apparatuur die videoconferentie met een rechtbank mogelijk maakt.

Gedetineerde verdachten, vreemdelingen, getuigen en deskundigen in het buitenland zijn dan op afstand te verhoren vanuit de rechtszaal. De invoering van het " telehoren '" levert een aanzienlijke besparing. Ik verwijs naar volgende passage van een evaluatieonderzoek van de implementatie van videoconferencing in Nederland: " Uit de financiële analyse komt voor het basisscenario een robuust batig saldo van besparingen en kosten naar voren van bijna 18 miljoen euro over vijftien jaar (netto contante waarde), een intern rendement van 34 % per jaar. Vanaf 2010 is er jaarlijks een positief saldo, voor 2010 wegen de jaarlijkse opbrengsten nog niet op tegen de jaarlijkse kosten. De totale terugverdientijd is zeven jaar. " (cf. http://www.google.be/url?sa=t&source=web&cd=4&ved=0CFAQFjAD&url=http%3A%2F%2Fwww.wodc.nl%2Fimages%2F1364_samenvatting_tcm44-102215.pdf&ei=d2P7TZTrMo7sOfDt_fIJ&usg=AFQjCNGK4Yyn0bMAxAGatpmXWA6nxw7bUg.).

Door het nieuwe systeem hoeven minder mensen te worden vervoerd, en dat levert een aanzienlijke kostenbesparing op. Naast een positieve impact voor het milieu is het vooral belangrijk wat betreft de risicovolle transporten tussen de gevangenissen en de rechtbanken. Deze maatregel komt dus vooral de veiligheid ten goede.

Ook de wachttijden voor de zittingen neemt af. Meer specifiek stelt de Nederlandse overheid het als volgt: " Om de efficiëntie van de rechtsgang te vergroten, wordt gewerkt aan de invoering van videoconferentie. Hierdoor wordt het mogelijk om verdachten, vreemdelingen, getuigen en deskundigen op afstand te horen (telehoren) via een directe beeld- en geluidsverbinding. Dit levert een besparing op in vervoer- en reiskosten, draagt bij aan de veiligheid van gedetineerden en resulteert in kortere wachttijden voor terechtzittingen. Videoconferentie is inzetbaar bij eenvoudige standaardzittingen in het strafrecht, vreemdelingenrecht, civiel recht en internationale zaken. "

Ook de politie gebruikt heden reeds videoconferentie bij het voorgeleiden van een verdachte aan de hulpofficier van Justitie, het zogenaamde " televoorgeleiden ".

Op diverse locaties heeft de overheid specifieke ruimtes ingericht. Ook webcams kunnen volgens het ministerie prima worden gebruikt, vooral in het buitenland.

Ik weet dat videoconferenties reeds gebruikt kunnen worden bij zedenmisdrijven jegens minderjarigen, doch hier gaat het voorstel verder.

Graag had ik dan ook een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoe reageert u op dit onderzoek? Kan u aangeven in hoeverre " televoorgeleiden " ook in ons land een optie kan zijn? Zo neen, kan u uitvoerig aangeven welke de positieve en welke de negatieve punten zijn van het " televoorgeleiden " en waarom de negatieve punten uiteindelijk de doorslag geven? Zo ja, kan u aangeven wanneer dit zou worden doorgevoerd?

2) Hoe reageert u op het netto besparingseffect van ongeveer 18 miljoen euro op vijtien jaar? Vindt u dit een bijkomend argument? Zo neen, kan u aangeven waarom niet?

3) Werden er in ons land reeds proefprojecten inzake " televoorgeleiden " opgezet? Zo neen, bent u bereid proefprojecten op te zetten in ons land? Zo ja, wat waren hiervan de resultaten?

4) Werd het opzetten van " televoorgeleiden " en videoconferenties met hulpverleners en integratiewerkers hier reeds onderzocht? Zo ja, kan dit uitvoerig worden toegelicht en wat waren hiervan de resultaten? Zo neen, waarom niet, gezien de vele voordelen wat betreft een efficiëntere rechtsgang, het verkorten van de wachttijden bij zittingen, de milieueffecten, het reduceren van het ontsnappingsgevaar, …?

5) Kan u aangeven hoeveel de kostprijs berdaagt van de gevangenistransporten op jaarbasis rekening houdend met de aankoop en het onderhoud van het rollend materieel, de escortes van de politie en het begeleidend personeel? Kan u aangeven hoeveel manuren hier op jaarbasis aan wordt besteed? Een benaderende schatting volstaat indien u niet over exacte cijfers beschikt.

 
Réponse reçue le 8 novembre 2011 : Antwoord ontvangen op 8 november 2011 :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question

La problématique soulevée relève des attributions de mes collègues de la Justice et de l’Intérieur.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

De aangehaalde problematiek behoort tot de bevoegdheid van mijn collega’s van Justitie en Binnenlandse zaken.