SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
1 juillet 2011 1 juli 2011
________________
Question écrite n° 5-2662 Schriftelijke vraag nr. 5-2662

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

à la ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Le délai de traitement des dossiers par le Fonds des calamités De termijnen voor de behandeling van dossiers door het Rampenfonds 
________________
Fonds des calamités
délai de paiement
Rampenfonds
betalingstermijn
________ ________
1/7/2011Verzending vraag
21/11/2011Antwoord
1/7/2011Verzending vraag
21/11/2011Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-822 Requalification de : demande d'explications 5-822
________ ________
Question n° 5-2662 du 1 juillet 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2662 d.d. 1 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dès que le Conseil des ministres eut décidé de reconnaître les inondations des 13 et 14 novembre 2010 comme catastrophe naturelle et que la décision fut publiée au Moniteur belge, certaines victimes ont pu introduire un dossier d'indemnisation auprès du gouverneur.

Le mercredi 24 novembre 2010, le Conseil des ministres a décidé de reconnaître les inondations de mi-novembre comme catastrophe naturelle. Après la publication de l'arrêté royal au Moniteur belge, les victimes disposaient de trois mois pour introduire un dossier auprès du gouverneur par le biais du Fonds des calamités.

Le mercredi 8 décembre 2010, le Moniteur belge a publié la liste de toutes les communes où les inondations de mi-novembre ont été reconnues catastrophe naturelle. Les victimes ont pu, dès ce jour, introduire un dossier d'indemnisation. Elles avaient jusqu'au 31 mars 2011 pour introduire leur dossier auprès des services provinciaux du Fonds des calamités.

Toutes les victimes devaient d'abord prendre contact avec leur compagnie d'assurances, les dégâts causés par les inondations, le débordement des égouts publics et les tremblements de terre étant obligatoirement couverts par l'assurance incendie depuis 2006. Dans certains cas, on peut aussi introduire un dossier au Fonds des calamités. C'est notamment le cas pour les bénéficiaires du revenu d'intégration qui ne sont pas assurés (moyennant une attestation du CPAS), pour les agriculteurs (pour les récoltes non engrangées, le cheptel et les peuplements forestiers) et pour les grandes entreprises dont l'assurance incendie exclut les risques simples.

En pratique, les services compétents n'auraient pas terminé le traitement des dossiers d'indemnisation de 2009 et les victimes de 2010 et 2011 devront encore attendre longtemps leur argent. Certaines entreprises seraient de ce fait en difficulté financière.

Dans ce contexte, je souhaiterais poser les questions suivantes.

1. La ministre dispose t elle de données chiffrées sur le nombre de dossiers d'indemnisation qui ont été introduits auprès des gouverneurs par l'intermédiaire des services du Fonds des calamités durant la période autorisée (du 8 décembre au 31 mars) ? Peut-elle ventiler les chiffres par province et selon la nature du dossier (bénéficiaire du revenu d'intégration, agriculteur et grande entreprise) ?

2. La ministre confirme-t-elle que les services en sont encore à traiter les dossiers de 2009 ? Peut-elle me communiquer le retard par province ?

3. Reconnaît-elle que ce retard peut placer les victimes dans des difficultés financières ? Juge t elle nécessaire de prendre des mesures supplémentaires pour éviter une telle situation ? Si oui, quelles mesures envisage t elle ?

 

Van zodra de ministerraad besliste om de wateroverlast van 13 en 14 november 2010 te erkennen als ramp, konden sommige getroffenen, na de bekendmaking van de erkenning in het Staatsblad, een schadedossier indienen bij de gouverneur.

Op woensdag 24 november 2010 besliste de ministerraad dat de watersnood van midden november erkend werd als nationale ramp. Na de bekendmaking van het koninklijk besluit in het Belgisch Staatsblad hadden slachtoffers 3 maanden de tijd om een dossier over te maken aan de gouverneur, via het Rampenfonds.

Op woensdag 8 december 2010 heeft het Belgisch Staatsblad de lijst gepubliceerd met alle gemeenten waar de overstromingen van half november als natuurramp werden erkend. Vanaf die dag konden slachtoffers een schadedossier indienen. De getroffenen kregen tot 31 maart 2011 de tijd om hun schadedossier in te dienen bij de provinciale diensten van het Rampenfonds.

Alle getroffenen dienden in eerste instantie hun verzekeringsmaatschappij aan te spreken. De verzekeringsmaatschappijen hebben immers sinds 2006 overstromingen, het overlopen van openbare riolen en aardbevingen verplicht opgenomen in de brandverzekering. In sommige gevallen kan ook een schadedossier bij het Rampenfonds worden ingediend. Het gaat in het bijzonder om leefloners die geen verzekering hadden afgesloten (mits attest OCMW), landbouwers (voor teelten op het veld maar niet voor opgeslagen teelten, voor hun veestapel en voor bosaanplantingen), en grote bedrijven met brandpolis 'geen eenvoudige risico's'.

In de praktijk zouden de bevoegde diensten vandaag nog bezig zijn met de behandeling van schadedossiers uit 2009, terwijl geteisterden uit 2010 en 2011 misschien nog lang op hun geld zullen moeten wachten. Bepaalde bedrijven kunnen daardoor in financiële ademnood komen.

In dit kader volgende vragen:

1. Beschikt de minister over cijfergegevens betreffende het aantal schadedossiers dat in de toegelaten periode (8/12 tot 31/3) werd ingediend bij de gouverneurs via de diensten van het Rampenfonds, opgesplitst per provincie en volgens de aard van het dossier (leefloner, landbouwer of groot bedrijf)?

2. Kan de minister bevestigen dat de diensten vandaag nog bezig zijn met de behandeling van dossiers uit 2009? Kan zij de achterstand per provincie meedelen?

3. Erkent de minister dat getroffenen door de achterstand in financiële ademnood kunnen komen? Acht zij het nodig daartegen extra maatregelen te treffen? Zo ja, aan welke maatregelen denkt zij?

 
Réponse reçue le 21 novembre 2011 : Antwoord ontvangen op 21 november 2011 :

L’honorable membre voudra bien trouver ci-dessous réponse à sa question.

1. Les données chiffrées relatives au nombre de dossiers d’indemnisation introduits dans les diverses provinces entre le 8 décembre 2010 et le 31 mars 2011 sont reprises dans le tableau en annexe. Il convient néanmoins de faire remarquer que certains dossiers ne peuvent pas être classés dans l’une des trois catégories demandées, à savoir bénéficiaires du revenu d’intégration, agriculteurs et grandes entreprises. C’est par exemple le cas des dossiers relatifs à des voitures de particuliers endommagées. Les chiffres relatifs aux autres catastrophes reconnues de 2010 sont également consultables dans le tableau en annexe.

Il arrive que certains dossiers relatifs aux catastrophes de 2009 soient encore en cours de traitement. Les données chiffrées en la matière figurent également en annexe. Le retard dans le traitement des dossiers n’est pas imputable à un manque de personnel dans les services provinciaux - ces services disposent du personnel suffisant - mais plutôt à la complexité du dossier, aux dates d’introduction de la demande ou au fait que les dossiers ne sont pas toujours complets. En effet, il se peut que sinistrés attendent le dernier moment, c'est-à-dire la fin des trois mois après la publication de l’arrêté royal de reconnaissance. En outre il arrive que les services provinciaux doivent adresser les rappels, parfois plusieurs fois, aux sinistrés en vue de compléter leur dossier.

2. Pour les cas où certains citoyens éprouvent des difficultés financières, il existe un système d’avance, basé sur une appréciation provisoire des dommages. Ainsi, le sinistré qui a introduit un dossier complet peut demander à bénéficier d’une avance sur l’indemnisation. C’est le gouverneur de province qui statue sur la demande introduite.

Overstroming van 11 tot 17 november 2010

 

Antwerpen

Brussel

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen

Henegouwen

Luik

Limburg

Luxemburg

Namen

Vlaams-Brabant

Waals-Brabant

Totaal

Afgehandelde dossiers

7

 

6

 

22

 

 

 

 

 

1

36

Dossiers nog te behandelen

19

 

812

303

79

3

18

1

 

79

66

1.380

Leefloner

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

6

6

Landbouwer

20

0

810

231

58

0

6

0

0

30

2

1.157

Groot bedrijf

0

0

2

14

7

0

7

0

0

0

9

39

 

Antwerpen

Brussel

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen

Henegouwen

Luik

Limburg

Luxemburg

Namen

Vlaams-Brabant

Waals-Brabant

Totaal

Andere dossiers 2010 te behandelen

12

0

46

0

387

127

38

2

298

126

49

1.085

 

Antwerpen

Brussel

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen

Henegouwen

Luik

Limburg

Luxemburg

Namen

Vlaams-Brabant

Waals-Brabant

Totaal

Dossiers 2009 nog te behandelen

140

1

6

1.057

5

344

625

3

5

23

23

2.232



Het geachte lid vindt hieronder antwoord op zijn vraag.

1. De cijfergegevens betreffende het aantal schadedossiers die in de verschillende provincies werden ingediend in de periode van 8 december 2010 tot 31 maart 2011 worden opgesomd in de tabel in bijlage. Er dient wel te worden opgemerkt dat niet alle dossiers kunnen worden ondergebracht in een van de drie gevraagde categorieën, namelijk leefloners, landbouwschade en grote bedrijven. Er is bijvoorbeeld ook sprake van dossiers betreffende schade aan wagens van particulieren. De cijfers die betrekking hebben op de andere erkende rampen van 2010 zijn eveneens in de tabel in bijlage te raadplegen.

Het gebeurt dat bepaalde dossiers die betrekking hebben op rampen die zich hebben voorgedaan in 2009 nog in behandeling zijn. De cijfergegevens hieromtrent zijn in bijlage terug te vinden. De vertraging in de behandeling van de dossiers is niet te wijten aan een gebrek aan personeel in de provinciale diensten - deze diensten beschikken over voldoende personeel -, maar veeleer aan de complexiteit van het dossier, aan de data van indiening van de aanvraag of aan het feit dat de dossiers niet altijd volledig zijn. Het kan inderdaad gebeuren dat geteisterden het laatste moment afwachten, met andere woorden het eind van de drie maanden na de publicatie van het koninklijk besluit tot erkenning. Bovendien moeten de provinciale diensten, soms meerdere keren, een herinnering sturen aan de geteisterden om hun dossier te vervolledigen.

2. Als bepaalde burgers bewijzen financiële problemen te hebben, bestaat er een systeem van voorschotten, gebaseerd op de voorlopige raming van de schade. Zo kan een geteisterde, die een dossier heeft ingediend, vragen om een voorschot te krijgen op de schadevergoeding. De provinciegouverneur beslist dan over de aanvraag die ingediend wordt.

Overstroming van 11 tot 17 november 2010

 

Antwerpen

Brussel

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen

Henegouwen

Luik

Limburg

Luxemburg

Namen

Vlaams-Brabant

Waals-Brabant

Totaal

Afgehandelde dossiers

7

 

6

 

22

 

 

 

 

 

1

36

Dossiers nog te behandelen

19

 

812

303

79

3

18

1

 

79

66

1.380

Leefloner

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

6

6

Landbouwer

20

0

810

231

58

0

6

0

0

30

2

1.157

Groot bedrijf

0

0

2

14

7

0

7

0

0

0

9

39

 

Antwerpen

Brussel

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen

Henegouwen

Luik

Limburg

Luxemburg

Namen

Vlaams-Brabant

Waals-Brabant

Totaal

Andere dossiers 2010 te behandelen

12

0

46

0

387

127

38

2

298

126

49

1.085

 

Antwerpen

Brussel

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen

Henegouwen

Luik

Limburg

Luxemburg

Namen

Vlaams-Brabant

Waals-Brabant

Totaal

Dossiers 2009 nog te behandelen

140

1

6

1.057

5

344

625

3

5

23

23

2.232