SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
29 juin 2011 29 juni 2011
________________
Question écrite n° 5-2649 Schriftelijke vraag nr. 5-2649

de Alexander De Croo (Open Vld)

van Alexander De Croo (Open Vld)

au ministre pour l'Entreprise et la Simplification

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
________________
Obligations statistiques - Charges administratives - Mesure " anti-accumulation " Statistiekenverplichtingen - Administratieve lasten - " Anti-stapling " maatregel 
________________
statistique officielle
formalité administrative
Direction générale Statistique et Information économique (DGSIE)
officiële statistiek
administratieve formaliteit
Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI)
________ ________
29/6/2011Verzending vraag
6/9/2011Antwoord
29/6/2011Verzending vraag
6/9/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-2649 du 29 juin 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2649 d.d. 29 juni 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Aux Pays-Bas, les charges administratives des obligations statistiques sont estimées à environ 0,15 % des charges administratives totales. Malgré ce pourcentage relativement faible, les obligations statistiques figurent assez haut dans le " top 10 irritation ". Probablement parce que, souvent, les personnes qui remplissent les obligations statistiques, typiquement actives dans le département financier ou comptable d'une entreprise, n'en voient pas l'utilité. Les Pays-Bas ont introduit quelques mesures intéressantes.

Ainsi, aux Pays-Bas, une entreprise qui, une année donnée, fait l'objet d'un sondage pour une obligation statistique ne peut plus faire l'objet d'un nouveau sondage pendant cette même année (" anti-accumulation "). Cela permet une répartition plus équitable des obligations statistiques.

Je souhaiterais par conséquent poser les questions suivantes :

2) Quelle est la position du ministre à l'égard de la mesure " anti-accumulation " néerlandaise ? Existe-t-il une telle mesure dans notre pays ? Dans l'affirmative, peut-il l'expliquer ?

3) Si la mesure " anti-accumulation " néerlandaise n'est pas encore en vigueur dans notre pays, est-il disposé à l'introduire de manière systématique pour éviter que le nombre de données collectées ne s'accumule constamment ? Dans l'affirmative, peut-il l'expliquer ? Dans la négative, pourquoi ?

 

In Nederland worden de administratieve lasten van statistiekverplichtingen geschat op ongeveer 0,15 % van de totale administratieve lasten. Dit is een eerder klein percentage maar niettemin staan statistiekverplichtingen wel hoog genoteerd in de " irritatie top 10 ". Reden is waarschijnlijk dat de invullers van statistiekverplichtingen, typisch werkzaam in de financiële of boekhoudafdeling van een bedrijf, er vaak het nut niet van inzien. Nederland heeft enkele interessante maatregelen ingevoerd.

Zo kan een onderneming in Nederland, wanneer ze in een bepaald jaar tot de steekproef behoort voor een statistiekverplichting, niet meer tot een andere steekproef behoren in datzelfde jaar ("antistapling"). Dit heeft een eerlijkere verdeling van de statistiekverplichtingen tot gevolg.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Hoe staat de geachte minister ten opzichte van de Nederlandse "antistaplingmaatregel "? Bestaat er een gelijkaardige maatregel in ons land? Zo ja, kan hij die concreet toelichten?

2) Is hij bereid, mocht deze maatregel nog niet bij ons in voege zijn, ook in ons land op systematische basis de Nederlandse "antistaplingmaatregel" in te voeren om te voorkomen dat het aantal ingezamelde gegevens zich steeds verder opstapelt? Zo ja, kan hij toelichten? Zo neen, waarom niet?

 
Réponse reçue le 6 septembre 2011 : Antwoord ontvangen op 6 september 2011 :

L’honorable membre trouvera ci-dessous les éléments de réponse à deux questions, à savoir celle sur les « vacances d’enquête » et celle sur l’« anti-stapling ». Les deux questions ont été traitées conjointement, étant donné que mes services (la Direction générale Statistique et Information économique – DGSIE) vont mettre en place un système coordonnant les deux principes.

La DGSIE applique déjà le principe des ‘vacances d’enquête’ pour les Petites et Moyennes Entreprises (PME), en ce qui concerne l'enquête annuelle sur la structure des entreprises en Belgique. L’enquête sur la structure des entreprises a été simplifiée pour la première fois en 2003. Cette simplification concernait la réduction du nombre de rubriques reprises dans l’enquête. Une évaluation auprès des entreprises avait toutefois révélé que cette simplification n'avait pas dissipé leur mécontentement. Il a dès lors été procédé à une nouvelle simplification dont l’une des lignes de force pour réduire l’échantillon était un système de rotation. Cela a permis de diminuer la fréquence à laquelle les PME sont interrogées. Dans le système de rotation, une entreprise appartenant à un des trois grands secteurs (industrie, commerce et services) est effectivement soumise à l’enquête tous les trois ans. Les grandes entreprises sont de toute manière interrogées, tandis que les plus petites ne le sont que tous les trois ans, ce qui se traduit en pratique par des « vacances » pendant deux ans.

La DGSIE élabore actuellement la méthodologie qui permettra d'étendre cette stratégie à toutes les enquêtes auprès des entreprises. Elle développe à cette fin un plan de sondage coordonné englobant à la fois les différentes enquêtes et les versions consécutives d’une même enquête. Cela permettra de mettre en place aussi bien un système de ‘vacances d’enquête’ que d’anti-stapling et de répartir la charge d’enquête équitablement sur l’ensemble des établissements et entreprises.

Ce projet sera mis en œuvre en plusieurs phases d’ici la fin de l’année 2013.

Les mesures effectuées par l’Agence pour la Simplification administrative (ASA) montrent que les charges administratives découlant des statistiques fédérales ont reculé de 17,6 millions euros depuis 2005 en base annuelle. La brochure énonçant les mesures prises et leur impact est disponible auprès de l’Associatiion Simplifications administratives (ASA) et peut aussi être consultée à l’adresse internet suivante : http://kanselarij.belgium.be/fr/binaries/doc_Brochure_Statistiques_FR_tcm170-118106.pdf.

U vindt hieronder de elementen van antwoord op twee vragen, namelijk zijn vraag met betrekking tot de “enquêtevakantie” en die met betrekking tot “anti-stapling”. Beide vragen worden samen behandeld omdat mijn diensten (de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie – ADSEI) een systeem uitwerken waarin beide principes worden gecoördineerd.

De ADSEI past het principe van “enquêtevakantie” voor Kleine en Middelgrote Ondernemingen (kmo)’s al toe voor de jaarlijkse structuurenquête bij de bedrijven in België. In 2003 werd de structuurenquête bij de ondernemingen een eerste maal vereenvoudigd, waarbij de vereenvoudiging betrekking had op het verminderen van het aantal te bevragen rubrieken. Een evaluatie bij de bedrijven toonde aan dat hiermee het ongenoegen niet was afgenomen. Daarom werd een nieuwe vereenvoudiging uitgewerkt waarbij één van de krachtlijnen voor de reductie van de steekproef de toepassing was van een rotatiesysteem. Dit laat toe kmo’s minder frequent te bevragen. Het rotatiesysteem bestaat eruit dat om de drie jaar één onderneming uit één van de drie sectoren, industrie, handel en diensten, effectief wordt ondervraagd. De grote bedrijven worden sowieso ondervraagd, terwijl de kleinere bedrijven slechts om de drie jaar worden bevraagd, en in feite een vakantie krijgen van twee jaar.

De ADSEI werkt momenteel de methodologie uit om deze strategie uit te breiden naar alle enquêtes bij bedrijven. Daartoe wordt een gecoördineerd steekproefschema ontwikkeld, waarin zowel opeenvolgende versies van eenzelfde enquête als verschillende enquêtes worden opgenomen. Daarmee kan in de praktijk zowel een systeem van ‘enquêtevakantie’ als van ‘anti-stapling’ worden ingevoerd en kan de enquêtelast gelijk en eerlijk over alle bedrijven en ondernemingen worden verdeeld.

Dit project zal in verschillende fasen uitgevoerd worden tegen einde 2013.

Metingen, uitgevoerd door de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging tonen aan dat de administratieve lasten voortvloeiende uit federale statistieken sinds 2005 met 17,6 miljoen euro gedaald zijn op jaarbasis. De brochure met de genomen maatregelen en hun impact is beschikbaar bij de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging en kan ook geraadpleegd worden via het volgende webadres: (http://kanselarij.belgium.be/nl/binaries/doc_Brochure_Statistiek_NL_tcm171-118144.pdf).