SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
20 juin 2011 20 juni 2011
________________
Question écrite n° 5-2563 Schriftelijke vraag nr. 5-2563

de Alexander De Croo (Open Vld)

van Alexander De Croo (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre du Budget

aan de vice-eersteminister en minister van Begroting
________________
Directive européenne sur l'épargne - Prélèvement pour l'État de résidence - Prélèvement à la source - Incidence sur les pouvoirs publics belges Europese spaarrichtlijn - Woonstaatheffing - Bronheffing - Impact voor de Belgische overheid 
________________
coopération fiscale européenne
épargne
harmonisation fiscale
impôt sur les revenus de capitaux
directive (UE)
transmission de données
Europese fiscale samenwerking
spaartegoed
belastingharmonisatie
belasting op inkomsten uit kapitaal
richtlijn (EU)
datatransmissie
________ ________
20/6/2011Verzending vraag
22/6/2011Antwoord
20/6/2011Verzending vraag
22/6/2011Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2562 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2562
________ ________
Question n° 5-2563 du 20 juin 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2563 d.d. 20 juni 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Je me réfère à ma question écrite antérieure n° 5-764 et la réponse détaillée du ministre concernant les montants reversés en 2009.

Pour imposer les paiements d'intérêts que perçoit un résident d'un État membre de l'Union européenne (UE) dans un autre État

membre, vingt-deux États membres de l'UE échangent, depuis le 1er juillet 2005, des informations sur ces paiements. Les trois autres États membres, à savoir la Belgique, le Luxembourg et l'Autriche, ont opté pour une imposition immédiate de l'épargne des étrangers, appelée prélèvement pour l'État de résidence. Ils n'échangent pas encore d'informations avec l'État de résidence sur le bénéficiaire d'un revenu d'intérêt. Le prélèvement pour l'État de résidence implique que 75 % des revenus du prélèvement soient reversés anonymement à l'État de résidence.

Les territoires dépendants ou associés des États membres (Anguilla, les Iles Cayman, Montserrat, Aruba, Jersey, Guernesey, l'Ile de Man, les Iles Vierges, les Antilles néerlandaises et les Iles Turks et Caicos) échangent également des informations ou pratiquent un prélèvement à la source. Des accords particuliers portant sur des mesures similaires ont également été conclus entre l'UE et la Suisse, Andorre, Monaco, le Liechtenstein et Saint-Marin.

J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Quel est le montant des revenus reversés à la Belgique pour 2010 et provenant du prélèvement à la source pratiqué dans les pays de l'UE, dans les territoires dépendants ou associés et dans les pays avec lesquels un accord a été conclu (entre autres, la Suisse, Andorre,...) et qui n'optent pas pour un échange d'informations ? Le ministre peut-il me communiquer les montants pour chacun des pays où le prélèvement à la source a été effectué ?

2) Quel montant était-il prévu en 2010 pour le prélèvement pour l'État de résidence ? Ce montant a-t-il réellement été atteint ? Dans la négative, pour quelle raison ?

3) Quel montant est-il prévu pour l'année 2011 dans le cadre du prélèvement pour l'État de résidence ?

4) Le ministre peut-il me donner un aperçu détaillé du nombre de titulaires de comptes et/ou de comptes de particuliers renseignés à la Belgique par d'autres pays, en application de l'échange d'informations prévu dans la directive

sur l'épargne, et ce, depuis juillet 2005 ?

5) Peut-il me communiquer des chiffres détaillés sur le nombre de titulaires de comptes belges pour chacun des pays ayant opté pour l'échange d'informations, en ce compris la Suisse, Andorre, le Liechtenstein et les territoires dépendants ou associés ? Combien de ces comptes étaient-ils déjà connus du fisc, et ce pour chaque pays ?

6) Estime-t-il que la directive sur l'épargne fonctionne effectivement en ce qui concerne les pays non-UE ayant conclu un traité avec l'UE pour retenir et reverser un prélèvement pour l'État de résidence ? Peut-il expliquer son point de vue en détail et indiquer quelles nouvelles mesures il préconise éventuellement ?

 

Ik verwijs naar mijn eerdere schriftelijke vraag nr. 5-764 en het uitvoerig antwoord van de geachte minister wat betreft de doorgestorte bedragen in 2009.

Om de rentebetalingen die een inwoner van een Lidstaat van de Europese Unie (EU) ontvangt in een andere Lidstaat, niet onbelast te laten, wisselen tweeëntwintig Lidstaten van de Europese Unie sinds 1 juli 2005 informatie uit over die betalingen. Drie andere Lidstaten (België, Luxemburg en Oostenrijk) kiezen voor een onmiddellijke heffing op het spaargeld van buitenlanders, de zogenaamde woonstaatheffing. Zij wisselen nog geen informatie uit met de woonstaat over de begunstigde van een rente-inkomst. De woonstaatheffing houdt in dat anoniem 75 % van de opbrengsten van de heffing doorgestort worden aan de woonstaat.

Ook de afhankelijke of geassocieerde gebieden van de Lidstaten (Anguila, Cayman Islands, Montserrat, Aruba, Jersey, Guernesey, Isle of Man, Maagdeneilanden, Nederlandse Antillen en Turkse en Caicos-eilanden) wisselen informatie uit of houden een bronheffing in. Speciale afspraken omtrent gelijksoortige maatregelen zijn ook gemaakt tussen de Europese Unie en Zwitserland, Andorra, Monaco, Liechtenstein en San Marino.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel inkomsten werden er voor 2010 doorgestort aan België, tengevolge de bronheffing in landen van de Europese Unie (EU), afhankelijke of geassocieerde gebieden en de landen waarmee een akkoord werd gesloten (onder meer Zwitserland, Andorra, …) en die niet opteren voor de informatie-uitwisseling? Kan de geachte minister de inkomsten tevens weergeven per land waar de bronheffing vandaan komt?

2) Welk bedrag was in zijn geheel vooropgesteld voor het jaar 2010 in het kader van de zogenaamde " woonstaatheffing " en werd dit bedrag gehaald? Zo neen, waarom niet?

3) Welk bedrag is in zijn geheel vooropgesteld voor het jaar 2011 in het kader van de zogenaamde " woonstaatheffing "?

4) Graag kreeg ik een gedetailleerd overzicht van het aantal rekeninghouders en / of het aantal rekeningen van particulieren die ten gevolge van de informatie-uitwisseling die uit de spaarrichtlijn voortvloeit, aan België werden doorgegeven door andere landen en dit vanaf juli 2005.

5) Kan hij gedetailleerde cijfers geven wat betreft het aantal rekeninghouders uit België voor elk land dat geopteerd heeft voor de informatie-uitwisseling en dit inclusief Zwitserland, Andorra, Liechtenstein en de afhankelijke en geassocieerde landen? Hoeveel van deze rekeningen waren bij de fiscus reeds bekend en dit voor elk land?

6) Meent hij dat de spaarrichtlijn effectief werkt wat betreft de niet-EU landen die een verdrag hebben gesloten met de EU om een woonstaatheffing in te houden en door te storten? Kunt hij zijn standpunt uitvoerig toelichten en aangeven welke eventuele nieuwe maatregelen hij voorstaat?

 
Réponse reçue le 22 juin 2011 : Antwoord ontvangen op 22 juni 2011 :

Je renvoie l’honorable membre à la réponse qui sera donnée à cette question par mon collègue des Finances (Question n° 5-2562).

Ik verwijs het achtbare lid naar het antwoord dat mijn collega van Financiën op deze vraag zal geven (Vraag nr. 5-2562).