SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
26 mai 2011 26 mei 2011
________________
Question écrite n° 5-2398 Schriftelijke vraag nr. 5-2398

de Cindy Franssen (CD&V)

van Cindy Franssen (CD&V)

au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au Premier Ministre

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister
________________
Arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière et de l'usage de la voie publique - Code de la route - Agglomération Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg - Verkeersregels - Bebouwde kom 
________________
circulation routière
circulation urbaine
réglementation de la circulation
signalisation
wegverkeer
stadsverkeer
verkeersvoorschriften
bebakening
________ ________
26/5/2011Verzending vraag
28/6/2011Antwoord
26/5/2011Verzending vraag
28/6/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-2398 du 26 mai 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2398 d.d. 26 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans l'arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière et de l'usage de la voie publique (Code de la route), l'agglomération est indiquée par un panneau F1. C'est ce que stipulent l'article 71 de l'arrêté royal du 1er décembre 1975 susmentionné et l'arrêté ministériel du 11 octobre 1976 fixant les dimensions minimales et les conditions particulières de placement de la signalisation routière. Il s'agit d'un panneau de signalisation blanc avec une bordure noire.

Dans une agglomération, signalée par le panneau F1, des règles de circulation différentes s'appliquent pour certains aspects du code de la route.

Ainsi, conformément à l'article 11.1 de l'arrêté royal du 1er décembre 1975, en agglomération la vitesse est généralement limitée à 50 kilomètres à l'heure . Cette limitation n'est pas signalée explicitement par un panneau C43 « 50 » à l'intention de l'usager de la route qui entre dans une agglomération. On considère en effet que les usagers de la route qui entrent dans l'agglomération sont au courant.

Je souhaite une réponse à la question suivante.

Le secrétaire d'État peut-il fournir un relevé de toutes les règles du code de la route qui concernent spécifiquement l'agglomération et dont les usagers de la route doivent tenir compte lors du franchissement d'un panneau de signalisation F1 ?

 

In het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (Wegcode) wordt de bebouwde kom aangeduid met een F1 aanwijzingsbord. Dit is bepaald in artikel 71 van het bovenvermelde koninklijk besluit van 1 december 1975 en in het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens. Het betreft een wit aanwijzingsbord met zwarte rand.

Binnen de bebouwde kom, aangeduid door het F1 bord, gelden voor een aantal aspecten van de wegcode andere verkeersregels.

Zo geldt, conform artikel 11.1 van het koninklijk besluit van 1 december 1975, in de bebouwde kom in regel een snelheidsbeperking van 50 kilometer per uur. De weggebruiker wordt bij het binnenrijden van een bebouwde kom hiervan niet expliciet via een verkeersbord C43 " 50 " op attent gemaakt. Men gaat er immers van uit dat de weggebruikers, bij het binnenrijden van de bebouwde kom, daarvan op de hoogte zijn.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vraag:

Kan de geachte staatssecretaris een overzicht geven van alle verkeersregels die specifiek betrekking hebben op de bebouwde kom en waarmee de weggebruiker bij het passeren van een F1 verkeersbord rekening mee dient te houden?

 
Réponse reçue le 28 juin 2011 : Antwoord ontvangen op 28 juni 2011 :

J’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit :

Ci-dessous vous trouverez un aperçu des règles de circulation qui sont spécifiquement d'application dans l'agglomération:

A défaut de piste cyclable, et à condition de circuler à droite par rapport au sens de leur marche et de céder le passage aux usagers qui suivent ces parties de la voie publique, les cyclistes et les conducteurs de cyclomoteurs classe A peuvent emprunter les accotements de plain-pied et les zones de stationnement.

Les cyclistes circulant sur la chaussée peuvent rouler à deux de front sauf lorsque le croisement n’est pas possible.

Les conducteurs peuvent emprunter la bande qui convient le mieux à leur destination:

  • sur les chaussées à sens unique divisées en bandes de circulation;

  • sur les chaussées à deux sens de circulation divisées en quatre bandes de circulation ou plus, dont deux au moins sont affectées à chaque sens de circulation.

La vitesse maximale est limitée à 50 km/h, sauf sur certaines voies publiques où une limitation de vitesse inférieure ou supérieure peut être imposée ou permise par des signaux. Les limitations de vitesse inférieures en fonction du type de véhicule, résultant de l’article 11.3. du Code de la Route restent d’application.

Il est interdit de mettre un véhicule à l’arrêt ou en stationnement sur les accotements en saillie, sauf réglementation locale.

Le stationnement alterné semi-mensuel est obligatoire lorsque le signal E 11 est placé au-dessus des signaux marquant le commencement de l'agglomération.

Il est interdit de mettre en stationnement sur la voie publique pendant plus de huit heures consécutives des véhicules automobiles, des trains de véhicules et des remorques lorsque la masse maximale autorisée dépasse 7,5 tonnes, sauf aux endroits où des signaux l'autorisent.

Les feux de position et les feux rouges arrières peuvent être remplacés par un feu de stationnement lorsque le véhicule est rangé parallèlement à l’axe de la chaussée et qu’aucune remorque n’y est accouplée. Seul le feu de stationnement qui se trouve du côté de l’axe de la chaussée peut être utilisé.

Tout conducteur qui suit la même direction qu’un autobus ou un trolleybus doit permettre au conducteur de cet autobus ou de ce trolleybus de quitter son point d’arrêt lorsqu’il a indiqué, au moyen des feux indicateurs de direction, son intention de remettre son véhicule en mouvement.

A cette fin, il doit ralentir et, au besoin, s’arrêter. Dans ce cas, et par dérogation aux dispositions de l’article 12.4, les conducteurs des autobus et des trolleybus ne doivent pas céder le passage aux autres conducteurs qui suivent la même direction.

Aux endroits où la distance de 30 mètres ne peut être respectée, le triangle de danger peut être placé à une distance moindre et éventuellement sur le véhicule.

Il est interdit de laisser galoper les animaux attelés ou montés.

Le signal C43, avec la mention 30 km/h, placé au-dessus du signal F1 vaut sur l'ensemble des voiries comprises dans les limites de l'agglomération.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden :

Hieronder wordt een overzicht gegeven van de verkeersregels die specifiek gelden binnen de bebouwde kom.

Als er geen fietspad is, en op voorwaarde rechts in de rijrichting te rijden en voorrang te verlenen aan de weggebruikers die zich op deze delen van de openbare weg bevinden, mogen fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse A de gelijkgrondse bermen en parkeerzones volgen.

Fietsers die de rijbaan volgen mogen met twee naast elkaar rijden, behalve wanneer het kruisen niet mogelijk is.

Bestuurders mogen de rijstrook volgen die het best aan hun bestemming beantwoordt op :

  • de rijbanen met eenrichtingsverkeer in rijstroken verdeeld;

  • de rijbanen met tweerichtingsverkeer in vier of meer rijstroken verdeeld, waarvan er ten minste twee bestemd zijn voor iedere rijrichting.

De snelheid is beperkt tot 50 km per uur, behalve op de openbare wegen waar door middel van verkeersborden een lagere of hogere snelheidsbeperking wordt opgelegd of toegelaten. De lagere snelheidsbeperkingen, in functie van de aard van het voertuig, voortvloeiend uit artikel 11.3. van het verkeersreglement blijven van toepassing.

Het is verboden een voertuig te laten stilstaan of te laten parkeren op de verhoogde bermen, behoudens plaatselijke reglementering.

Het halfmaandelijks beurtelings parkeren is er van kracht wanneer boven de verkeersborden die het begin van de bebouwde kom aanduiden het verkeersbord E11 is aangebracht.

Het is verboden op de openbare weg auto's, slepen en aanhangwagens met een maximale toegelaten massa van meer dan 7,5 ton langer dan acht uur na elkaar te laten parkeren, behalve op de plaatsen waar verkeersborden dit toelaten.

Bij voertuigen die stilstaan of parkeren mogen de standlichten en de rode achterlichten vervangen worden door een parkeerlicht, wanneer het voertuig evenwijdig met de aslijn van de rijbaan geplaatst is en er geen aanhangwagen aan gekoppeld is. Alleen het parkeerlicht dat zich aan de kant van de aslijn van de rijbaan bevindt, mag gebruikt worden.

Elke bestuurder die dezelfde richting volgt als een autobus of een trolleybus moet, die autobus- of trolleybusbestuurder gelegenheid laten zijn halteplaats te verlaten wanneer hij met de richtingsaanwijzers zijn voornemen kenbaar heeft gemaakt zijn voertuig opnieuw in beweging te brengen. Daartoe moet hij vertragen en, zo nodig, stoppen. In dat geval en in afwijking van de bepalingen van artikel 12.4., moeten de autobus- en trolleybusbestuurders geen voorrang verlenen aan de andere bestuurders die dezelfde richting volgen.

Op plaatsen waar de afstand van 30 meter niet kan in acht genomen worden, mag de gevarendriehoek op een kleinere afstand en eventueel op het defect voertuig geplaatst worden.

Verbod om de ingespannen of de bereden dieren te laten galopperen.

Het verkeersbord C43 met de vermelding 30 km per uur, geplaatst boven het verkeersbord F1 is van toepassing op alle openbare wegen binnen de bebouwde kom.