SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
26 mai 2011 26 mei 2011
________________
Question écrite n° 5-2385 Schriftelijke vraag nr. 5-2385

de Alexander De Croo (Open Vld)

van Alexander De Croo (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________________
Cellule de traitement des informations financières (CTIF) - Classement sans suite de dossiers par la Justice - Absence de feed-back Cel voor financiële informatieverwerking (CFI) - Seponeren van dossiers door gerecht - Gebrek aan feedback 
________________
Cellule de traitement des informations financières
poursuite judiciaire
blanchiment d'argent
terrorisme
Cel voor financiële informatieverwerking
gerechtelijke vervolging
witwassen van geld
terrorisme
________ ________
26/5/2011Verzending vraag
24/6/2011Antwoord
26/5/2011Verzending vraag
24/6/2011Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2386 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2386
________ ________
Question n° 5-2385 du 26 mai 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2385 d.d. 26 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les chiffres clés relatifs aux activités de la Cellule de traitement des informations financières (CTIF) en 2010 montrent une augmentation permanente du nombre de déclarations reçues et traitées dans le cadre de la loi du 11 janvier 1993 relative à la prévention de l'utilisation du système financier aux fins du blanchiment de capitaux et du financement du terrorisme.

On dénombre 18 673 déclarations pour l'ensemble de l'année. Toutes ont été traitées par la CTIF et rassemblées dans 4 928 nouveaux dossiers.

Si on y ajoute les 2 631 dossiers qui étaient encore en cours de traitement le 31 décembre 2009, le nombre total de dossiers atteint 7 559. En 2010, 1 259 nouveaux dossiers ont été transmis aux parquets. Au total, 5 119 déclarations ont donc été transmises aux autorités judiciaires pour un montant total de 1 321 millions d'euros. Lors de la présentation du rapport annuel, il est apparu que la CTIF ne recevait aucune information en retour de la justice en cas de classement sans suite. Il s'agit d'une occasion manquée. La CTIF ne peut en effet travailler de manière optimale et encore mieux rassembler les dossiers que si elle bénéficie d'un feed-back. On applique actuellement le principe selon lequel les autorités judiciaires communiquent de leur propre initiative à la CTIF toutes les informations qu'elles jugent utiles pour sa mission.

J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) Comment réagissez-vous à la demande de la CTIF qui souhaite connaître plus systématiquement les raisons pour lesquelles la justice a classé sans suite de dossiers transmis par la Cellule? En êtes-vous partisan? Si oui, comment la mettrez-vous en œuvre? Pouvez-vous donner un calendrier? Si vous n'en êtes pas partisan, pouvez-vous expliquer pourquoi de manière détaillée?

2) Êtes-vous d'accord pour dire qu'il est important que la CTIF connaisse les raisons du classement sans suite d'un dossier transmis à la justice, afin de pouvoir améliorer le fonctionnement à l'avenir? Pouvez-vous expliquer en détail votre réponse?

 

De kerncijfers met betrekking tot de activiteiten van de Cel voor financiële informatieverwerking (hierna CFI genoemd) in 2010 duiden op een bestendige stijging van het aantal ontvangen en behandelde meldingen in het kader van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme.

Voor het hele jaar gaat het in totaal om 18 673 meldingen. Al deze meldingen werden door de CFI behandeld en samengebracht in 4 928 nieuwe dossiers.

Samen met de 2 631 dossiers die nog in behandeling waren op 31 december 2009 brengt dit het totaal op 7 559 dossiers. In 2010 werden 1 259 nieuwe dossiers doorgegeven aan de parketten. In het totaal werden aldus 5 119 meldingen doorgegeven aan de gerechtelijke overheden voor een totaalbedrag van 1 321 miljoen euro. Bij de voorstelling van het jaarverslag bleek dat de CFI bij seponeren door het gerecht geen feedback krijgt. Dit is een gemiste kans. De CFI kan immers optimaler werken en de dossiers nog beter samenstellen als ze feedback zou krijgen. Momenteel is het principe dat de gerechtelijke overheden uit eigen beweging aan de CFI alle informatie meedelen die zij nuttig achten voor haar opdracht.

Graag had ik een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1) Hoe reageert u op de vraag van de CFI om op een meer systematische basis te kunnen beschikken over de redenen van een sepot door het gerecht van dossiers die de CFI heeft doorgegeven? Bent u hier voorstander van? Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstelligen? Kan u een timing aangeven? Indien u geen voorstander bent, kan u uitvoerig toelichten waarom niet?

2) Bent u het met me eens dat het belangrijk is dat de CFI weet waarom een doorgegeven dossier aan het gerecht werd geseponeerd, gezien dit hun werking naar de toekomst toe kan verbeteren? Kan u zijn antwoord uitvoerig toelichten?

 
Réponse reçue le 24 juin 2011 : Antwoord ontvangen op 24 juni 2011 :

Il serait en effet opportun de mettre en place un feedback plus systématique concernant le contenu des dossiers classés par les autorités judiciaires à la suite d’une transmission par la Cellule de traitement des informations financières (CTIF).

De telles informations permettraient une évaluation qualitative de l’ensemble du système préventif et répressif de lutte contre le blanchiment de capitaux et de financement du terrorisme.

Cette évaluation donnerait des indications relevantes sur les problèmes qui sont rencontrés aussi bien au niveau préventif que répressif et qui empêchent d’aboutir à des meilleurs résultats concrets en termes de saisies et de confiscations des avoirs provenant de formes graves de criminalités.

Les autorités opérationnelles pourraient ainsi prendre les contre-mesures nécessaires et informer le cas échéant les autorités politiques responsables des mesures structurelles ou législatives à envisager pour obtenir une efficacité maximale.

Un tel feed-back est également indispensable pour pouvoir informer suffisamment entre autres les déclarants du secteur financier assujettis à une obligation de déclaration d’opérations suspectes à la CTIF-Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI). Une telle information est de nature à maintenir et renforcer les efforts faits par le secteur en la matière.

En tout état de cause, cette exigence de feed-back et d’évaluation s’inscrit dans la logique des travaux du Collège de coordination de la lutte contre la fraude fiscale et sociale présidée par le Secrétaire d’État Carl Devlies.

Le Collège des Procureurs généraux ainsi que la CTIF sont représentés au niveau de ce Collège.

Les préoccupations de la CTIF pourraient dans ce contexte être abordées de manière élargie, d’autant plus que la Belgique doit se préparer à la prochaine évaluation de son système de lutte contre le blanchiment et le financement du terrorisme par le Groupe d'Action financière (GAFI).

Dans certains parquets des magistrats de référence ont été désignés pour améliorer la communication avec la CTIF. L’élargissement de cette mesure à l’ensemble des parquets devrait favoriser une meilleur feedback opérationnel.

Le 4ème round d’évaluation devrait débuter en 2013 et portera sur les résultats effectifs obtenus opérationnellement dans la récupération des avoirs criminels et terroristes.

Het zou inderdaad aangewezen zijn om meer systematische feedback te voorzien aangaande de inhoud van de dossiers die na doormelding door de Centrale Financiën Instellingen (CFI) door de gerechtelijke overheden geseponeerd werden.

Met deze informatie kan dan een kwalitatieve beoordeling worden uitgevoerd van het volledige preventieve en strafrechtelijke stelsel ter bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme.

Deze beoordeling zou dan relevante aanwijzingen kunnen geven over de problemen die op preventief en strafrechtelijk vlak vastgesteld werden en die beletten dat er betere concrete resultaten geboekt worden qua inbeslagnemingen en verbeurdverklaringen van tegoeden die voortkomen uit ernstige misdaadvormen.

De operationele overheden zouden zo de nodige tegenmaatregelen kunnen nemen en zo nodig de verantwoordelijke politieke overheden inlichten over de te overwegen structurele of wetgevende maatregelen om te komen tot een maximale doeltreffendheid.

Dergelijk feedback is eveneens onontbeerlijk om onder meer de meldingsplichtingen uit de financiële sector die verplicht zijn verdachte verrichtingen te melden aan de CFI behoorlijk te kunnen inlichten. Met deze informatie kunnen ook de inspanningen van de sector behouden blijven en versterkt worden.

Deze nood aan feedback en beoordeling past in ieder geval in de logica van de werkzaamheden van het College voor de strijd tegen de fiscale en sociale fraude voorgezeten door Staatsecretaris Carl Devlies.

Het College van procureurs-generaal en de CFI zijn in dit College vertegenwoordigd.

De bezorgdheden van de CFI kunnen hierbij uitgebreid aan bod komen. België dient zich bovendien voor te bereiden op de volgende evaluatie van het stelsel ter bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme door de Financiële Actiegroep (FAG).

Bij sommige parketten werden referentiemagistraten aangeduid om de communicatie met de CFI te verbeteren. De uitbreiding van deze maatregel naar alle parketten zou tot een betere operationele feedback moeten leiden.

De vierde evaluatieronde zou in 2013 van start moeten gaan en zal betrekking hebben op de werkelijke operationele resultaten bij het terugvorderen van criminele en terroristische tegoeden.