SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
3 mai 2011 3 mei 2011
________________
Question écrite n° 5-2191 Schriftelijke vraag nr. 5-2191

de Inge Faes (N-VA)

van Inge Faes (N-VA)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Liberté d'opinion - Dispositions légales - Avis de la magistrature Vrijheid van meningsuiting - Wettelijke bepalingen - Adviezen van de magistratuur 
________________
ministère public
liberté d'expression
censure
Cour européenne des droits de l'homme
radiodiffusion
télévision
openbaar ministerie
vrijheid van meningsuiting
censuur
Europees Hof voor de rechten van de mens
radiouitzending
televisie
________ ________
3/5/2011Verzending vraag
14/9/2011Antwoord
3/5/2011Verzending vraag
14/9/2011Antwoord
________ ________
Lien avec une autre question : demande d'explications 5-1203 Lien avec une autre question : demande d'explications 5-1203
________ ________
Question n° 5-2191 du 3 mai 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2191 d.d. 3 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La Cour européenne des droits de l'homme a décidé, le 29 mars 2011, en faisant référence à la Convention européenne des droits de l'homme, que « seul un texte de loi très précis peut limiter la liberté d’expression ». Selon la Cour, la loi et la jurisprudence belges sont à ce sujet tout sauf précises.

En Belgique, les juges doivent donc désormais se déclarer incompétents lorsqu'ils sont confrontés à une demande en référé visant à interdire une publication ou une émission, à moins que la Belgique n'adapte sa législation et définisse des exceptions spécifiques permettant d'interdire une publication ou émission déterminée.

Je vous avais déjà posé une question orale sur cette matière le 31 mars 2011 (question orale n° 5-91). Dans votre réponse, vous reconnaissiez ne pas avoir de réponse toute prête. Vous alliez solliciter l’avis d'instances, entre autres du Collège des procureurs généraux et de la magistrature. Vous disiez aussi que vous alliez examiner la possibilité de porter l’affaire devant la Grande Chambre.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) Auprès de quelles instances avez-vous sollicité un avis sur cette matière ?

2) Ces avis sont-ils déjà disponibles ?

3) Quelle est la teneur de ces avis ?

4) La Belgique interjettera-t-elle appel près la Grande Chambre ? Dans l'affirmative, où en cette procédure ?

 

Het Europees Hof voor de rechten van de mens besliste op 29 maart 2011, verwijzend naar het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, dat " de vrijheid van meningsuiting alleen beperkt kan worden met een zeer precieze wettekst ". De wet en de rechtspraak in België zijn over dit onderwerp echter allesbehalve precies, aldus het Europees Hof.

Rechters in België moeteen zich voortaan dus onbevoegd verklaren, wanneer zij geconfronteerd worden met een verzoek om via een kortgeding een publicatie of uitzending tegen te houden. Dit tenzij België zijn wetgeving aanpast en specifieke uitzonderingen omschrijft, waarbij een bepaalde publicatie of uitzending mag worden verboden.

In verband met deze materie had ik u al een mondelinge vraag nr. 5-91 gesteld op 31 maart 2011. In uw antwoord bekende u geen pasklaar antwoord te hebben. U ging wel advies inwinnen, dit ondermeer bij het college van procureurs-generaal en de magistratuur. Ook stelde u toen dat u ging bekijken of het mogelijk was deze zaak in beroep bij de Grote Kamer te brengen.

Graag had ik dan ook antwoord op volgende vragen:

1) Bij welke instanties heb u advies over deze materie ingewonnen?

2) Zijn deze adviezen al beschikbaar?

3) Wat is de inhoud van deze adviezen?

4) Gaat België in beroep bij de Grote Kamer, zo ja hoever staat het hiermee?

 
Réponse reçue le 14 septembre 2011 : Antwoord ontvangen op 14 september 2011 :
  1. J’ai demandé des avis sur cette question auprès de la Cour de cassation et de professeurs d’université.

  2. La Cour de cassation a rendu son avis le 13 avril 2011.

    Le Professeur Alain Strowel et maître François Tulkens ont rendu leur avis le 13 mai 2011.

    Le Professeur Jan Velaers a donné son avis le 7 juin dernier.

  3. Ces avis concluent tous que l’arrêt de la Cour européenne demande un changement de la législation sur la question des conditions strictes des possibles mesures préventives en référé à l’égard de la radio et de la télévision mais aussi de la presse écrite en vue de la protection de l’honneur, de la réputation et de la vie privée des citoyens.

  4. La Belgique a déposé le 29 juin dernier une demande de renvoi devant la Grande Chambre de la Cour en vue de donner une réponse définitive à la confusion actuelle. Nous saurons en principe dans les six semaines si notre demande est ou non recevable.

  1. Ik heb advies over deze vraag bij het Hof van Cassatie en bij hoogleraren ingewonnen.

  2. Het Hof van Cassatie heeft zijn advies op 13 april 2011 gegeven.

    Professor Alain Strowel en meester François Tulkens hebben hun advies op 13 mei 2011 gegeven.

    Professor Jan Velaers heeft zijn advies op 7 juni geleverd.

  3. Deze adviezen concluderen allen dat het arrest van het Europees Hof een wijziging van de wetgeving vraagt omtrent het probleem van de strikte voorwaarden voor mogelijke preventieve maatregelen in kort geding t.a.v. radio, televisie en ook de geschreven pers, ter bescherming van de eer en goede naam alsook de privacy van de burgers.

  4. België is op 29 juni in beroep gegaan bij de Grote Kamer bij het Hof om een definitief antwoord te krijgen op de huidige verwarring. We zullen normaal binnen de zes weken weten of onze aanvraag ontvankelijk is.