SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session extraordinaire de 2010 Buitengewone zitting 2010
________________
9 aôut 2010 9 augustus 2010
________________
Question écrite n° 5-21 Schriftelijke vraag nr. 5-21

de Sabine de Bethune (CD&V)

van Sabine de Bethune (CD&V)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Accueil pendant les vacances organisé par le département ministériel pour les enfants des membres du personnel Vakantieopvang georganiseerd binnen het ministerieel departement voor de kinderen van personeelsleden 
________________
garde d'enfants
impôt sur le revenu
déduction fiscale
ministère
fonction publique
kinderoppas
inkomstenbelasting
belastingaftrek
ministerie
overheidsapparaat
________ ________
9/8/2010Verzending vraag
22/9/2010Antwoord
9/8/2010Verzending vraag
22/9/2010Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-14
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-15
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-16
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-17
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-18
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-19
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-20
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-22
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-23
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-24
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-25
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-26
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-27
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-28
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-14
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-15
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-16
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-17
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-18
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-19
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-20
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-22
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-23
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-24
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-25
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-26
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-27
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-28
________ ________
Question n° 5-21 du 9 aôut 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-21 d.d. 9 augustus 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La loi-programme du 8 avril 2003 instaure, à partir du 1er janvier 2003, dans un nouvel article 52bis du Code des impôts sur les revenus 1992, la possibilité de considérer comme frais professionnels les sommes payées par un employeur (contribuable recueillant des bénéfices ou profits) en faveur d'un milieu d'accueil collectif de la petite enfance, sous certaines conditions.

Ce nouveau système devait permettre d' inciter les partenaires privés à soutenir financièrement l'augmentation du nombre de places d'accueil. L'incitant consiste à considérer comme frais professionnels les fonds versés dans le cadre de ce partenariat (voir l'exposé des motifs de la loi-programme du 8 avril 2003, Doc. parl. Chambre, n° 50 2343/001, p. 47).

Toutefois, le secteur public organise également, pour les enfants, certaines initiatives d'accueil de jour ou d'accueil pendant les vacances. Ainsi, la VRT et l'UZ Gent possèdent leur propre centre de jour pour enfants et plusieurs hôpitaux accueillent de même les enfants des membres de leur personnel. La Communauté flamande organise aussi, durant les vacances, l'accueil des enfants des membres de son personnel. Il existe sans aucun doute des initiatives similaires au niveau fédéral.

C'est la raison pour laquelle je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Le département dont le ministre a la responsabilité organise-t-il l'accueil de jour ou l'accueil pendant les vacances des enfants de son personnel ou du personnel d'autres instances publiques ?

2. Dans l'affirmative, le ministre peut-il donner un aperçu du nombre de places d'accueil ?

3) Dans l'affirmative, le ministre peut-il indiquer à quelles conditions les membres du personnel peuvent faire appel, pour leurs enfants, à l'accueil de jour ou à l'accueil pendant les vacances ?

 

De Programmawet van 8 april 2003 voerde met ingang vanaf 1 januari 2003, in een nieuw artikel 52bis in het Wetboek Inkomstenbelastingen 1992, de mogelijkheid in om de sommen die een werkgever (verkrijger van winst of baten) betaalde ten gunste van een collectieve voorziening voor kinderopvang onder bepaalde voorwaarden aan te kunnen merken als beroepskosten.

Het was de bedoeling om met dit nieuw ingevoerde systeem privé-partners uit te nodigen om de uitbreiding van het aantal opvangplaatsen financieel te ondersteunen. De stimulans bestaat erin om de in het kader van dit partnerschap gestorte uitgaven als beroepskosten aan te merken (zie toelichting Programmawet 8 april 2003, Parl. St. Kamer, nr. 50 2343/001, blz. 47).

Ook de publieke sector organiseert echter bepaalde initiatieven van kinderdagopvang of vakantieopvang. Zo heeft de VRT en de UZ Gent een eigen kinderdagverblijf en ook verschillende ziekenhuizen vangen de kinderen van hun personeelsleden op. De Vlaamse Gemeenschap organiseert eveneens kinderopvang in de vakanties voor de kinderen van haar personeelsleden. Ongetwijfeld bestaan er ook op federaal niveau initiatieven.

Om deze redenen had ik van de geachte minister graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1.) Organiseert het departement waarvoor de minister verantwoordelijk is kinderdagopvang of vakantieopvang voor zijn personeelsleden of personeelsleden van andere overheidsinstanties?

2.) Zo ja, kan de minister een overzicht geven van het aantal opvangplaatsen?;

3.) Zo ja, kan de minister aangeven onder welke voorwaarden de personeelsleden aanspraak kunnen maken op de kinderdagopvang of vakantieopvang?

 
Réponse reçue le 22 septembre 2010 : Antwoord ontvangen op 22 september 2010 :

1. Un accueil est organisé par le service d’encadrement P&O pendant les vacances d’été. Cet accueil se limite aux enfants des membres du personnel des services centraux.

2. Le nombre de places est de soixante : trente enfants de maternelle (trois à sept7 ans) et trente enfants de l’enseignement primaire (sept à douze ans).

3. Les parents ne peuvent demander l’accueil que pour les jours où ils sont eux-mêmes présents au travail. Ils doivent introduire leurs demandes d’accueil et ensuite les enfants sont inscrits d’office ou mis sur une liste d’attente. L’accueil est gratuit.

1. Door de stafdienst P&O wordt een kinderopvang georganiseerd tijdens de zomervakantie. Deze opvang beperkt zich tot de kinderen van de personeelsleden van de centrale diensten.

2. Het aantal opvangplaatsen bedraagt zestig: dertig kleuters (drie tot zeven jaar) en dertig kinderen uit het basisonderwijs (acht tot twaalf jaar).

3. De ouders kunnen hun kinderen enkel laten opvangen voor die dagen waarop ze zelf aanwezig zijn op het werk. Ze moeten hun aanvragen tot opvang indienen en, in functie van het aantal beschikbare plaatsen worden de kinderen ofwel ingeschreven, ofwel op een wachtlijst geplaatst. De opvang zelf is gratis.