SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
12 avril 2011 12 april 2011
________________
Question écrite n° 5-2076 Schriftelijke vraag nr. 5-2076

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Prisons - Offre de formation et d'enseignement pour les détenus - Nombre de participants Gevangenissen - Vormings- en onderwijsaanbod voor gedetineerden - Aantal deelnemers 
________________
établissement pénitentiaire
détenu
réinsertion sociale
formation professionnelle
éducation des adultes
strafgevangenis
gedetineerde
reclassering
beroepsopleiding
onderwijs voor volwassenen
________ ________
12/4/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
12/4/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4647 Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4647
________ ________
Question n° 5-2076 du 12 avril 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2076 d.d. 12 april 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La plupart des études en la matière montrent qu'avec la politique actuelle, les détenus ne sont pas des personnes amendées lorsqu'ils quittent la prison. C'est plutôt le contraire. Une politique de détention éthique et appropriée vise à préparer les détenus à leur réinsertion dans la société. La période de détention en offre de multiples occasions, parmi lesquelles les programmes et projets d'enseignement, qui sont bien connus et prometteurs.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes relatives aux possibilités d'enseignement des détenus :

1) Combien de détenus étudient-ils ou suivent-ils actuellement l'une ou l'autre formation dans les prisons ? Combien étaient-ils en 2006, 2007, 2008, 2009 et 2010 ? Quel est le pourcentage des détenus qui étudient par rapport à l'ensemble de la population carcérale ? Quelles différences y a-t-il entre les prisons ? Comment le ministre explique-t-il et évalue-t-il l'évolution de ces chiffres ?

2) Comment les détenus réagissent-ils aux possibilités de formation et d'enseignement ? S'agit-il d'un droit pour tous les détenus, en d'autres termes, tous les détenus peuvent-ils recevoir une formation s'ils le désirent ? Sont-ils libres de choisir, en tout cas parmi l'offre disponible ?

3) Y a-t-il des listes d'attente pour suivre une formation ou un enseignement ? Combien de détenus figuraient-ils sur ces listes d'attente en 2006, 2007, 2008, 2009 et 2010 ? Quel est le temps d'attente moyen pour avoir accès à une formation ?

4) Existe-t-il une coopération structurelle avec les communautés concernant l'organisation de l'enseignement et des formations dans les prisons ?

5) Quel est le budget total affecté à l'organisation des formations et de l'enseignement des détenus ? Comment ce budget a-t-il évolué annuellement durant la période 2006-2010 ? Quelles sont les prévisions budgétaires pour les prochaines années ?

6) Cette question, à savoir l'attitude des détenus vis-à-vis des formations et de l'enseignement, a-t-elle déjà été examinée ? Si oui, quand, par qui, avec quels résultats ? Si non, le ministre estime-t-il que cette question ne soit pas suffisamment importante pour mériter une étude ?

 

Zowat alle onderzoeken ter zake bewijzen dat gedetineerden in de huidige opzet de gevangenissen niet als betere mensen verlaten. Eerder blijkt het tegendeel waar. Een ethisch maar ook adequaat detentiebeleid wil de gevangenen voorbereiden op een succesvolle herintrede in de samenleving. De gevangenistijd biedt daarvoor vele kansen waarbij onder andere onderwijsprogramma's en -projecten bekend en hoopvol zijn.

Graag kreeg ik antwoorden op de volgende vragen met betrekking tot onderwijsmogelijkheden van gedetineerden:

1) Hoeveel gedetineerden studeren of volgen momenteel een of andere opleiding in de gevangenissen? Hoe groot was dit aantal in 2006, 2007, 2008 en 2009? Hoe groot is het aandeel van studerende gedetineerden op de gehele gevangenispopulatie? Bestaan er hier grote verschillen tussen de gevangenissen? Hoe duidt en evalueert de geachte minister de evolutie van deze cijfers?

2) Hoe verhouden gedetineerden zich tot de vormings- en onderwijsmogelijkheden? Is dit een recht voor elke gedetineerde, dus kan elke gedetineerde een opleiding krijgen indien hij dat wenst? Bestaat er een vrije keuze, althans naargelang het beschikbare aanbod?

3) Bestaan er wachtlijsten met betrekking tot het volgen van een vorming of een opleiding? Hoeveel gedetineerden stonden er op deze wachtlijsten voor de jaren 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010? Hoelang bedraagt de gemiddelde wachttijd alvorens een gedetineerde toegang tot een opleiding krijgt?

4) Bestaat er een structurele samenwerking met de gemeenschappen met betrekking tot het organiseren van onderwijs en opleidingen binnen de gevangenismuren?

5) Wat bedraagt het totale budget voor het organiseren van opleidingen en onderwijs voor gedetineerden? Hoe evolueerde dit budget jaarlijks in de periode van 2006 tot 2010? Welk budgettair engagement bestaat er voor de komende jaren?

6) Werd dit thema, namelijk de verhouding gedetineerden tot opleidingen en onderwijs al onderzocht? Zo ja, wanneer, door wie, met welke onderzoeksresultaten? Zo niet, vindt hij dit niet voldoende belangrijk om een onderzoek te gelasten?