SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
6 avril 2011 6 april 2011
________________
Question écrite n° 5-1989 Schriftelijke vraag nr. 5-1989

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Prisons - Conseiller en détention - Nombre - Fonctionnement Gevangenissen - Detentieconsulenten - Aantallen - Werking 
________________
établissement pénitentiaire
religion
laïcité
statistique officielle
strafgevangenis
godsdienst
scheiding tussen kerk en staat
officiële statistiek
________ ________
6/4/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
6/4/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4634 Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4634
________ ________
Question n° 5-1989 du 6 avril 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1989 d.d. 6 april 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes :

1) Le ministre peut il m'indiquer combien de conseillers moraux ou d'aumôniers ses prédécesseurs ou lui même a nommés en 2006, 2007, 2008, 2009 et 2010 ?

Je souhaiterais la ventilation par prison et par culte ou tendance philosophique reconnue.

2) Qui a le droit de désigner des cen détention ?

3) Quelles indemnités a t on payées annuellement durant cette période et à qui ? Comment le ministre explique t il et évalue t il cette évolution ?

4) Combien de détenus ont ils fait appel à la collaboration ou au soutien des conseillers, pour chaque année de ladite période ?

5) Comment évalue t il le fonctionnement de ces conseillers ?

 

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Kan de geachte minister me meedelen hoeveel moreel consulenten of aalmoezeniers er door hem of zijn voorgangers werden benoemd in 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010?

Graag kreeg ik een overzicht per gevangenis en per erkende eredienst of filosofische strekking.

2) Wie heeft recht op het afvaardigen van detentieconsulenten?

3) Welke vergoedingen werden per jaar in deze periode betaald en aan wie? Hoe duidt en evalueert hij deze evolutie?

4) Hoeveel gedetineerden deden beroep op de medewerking of de steun van deze consulenten, per jaar voor dezelfde periode?

5) Hoe evalueert hij de werking van deze consulenten?