SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Session extraordinaire de 2010 | Buitengewone zitting 2010 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
21 septembre 2010 | 21 september 2010 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question écrite n° 5-194 | Schriftelijke vraag nr. 5-194 | ||||||||
de Guido De Padt (Open Vld) |
van Guido De Padt (Open Vld) |
||||||||
à la ministre de l'Intérieur |
aan de minister van Binnenlandse Zaken |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Police - Statut d'aspirant agent - Conséquences pour les activités dans une société de sécurité privée | Politie - Statuut van de aspirant-agenten - Gevolgen voor activiteiten in de private veiligheid | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
police formation professionnelle stage de formation statut du fonctionnaire sécurité et gardiennage |
politie beroepsopleiding opleidingsstage statuut van de ambtenaar beveiliging en bewaking |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question n° 5-194 du 21 septembre 2010 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-194 d.d. 21 september 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
Manifestement, un aspirant agent de police est, dès le premier jour de formation, désigné dans le grade d'aspirant du cadre pour lequel la formation est suivie. Cela signifie que l'intéressé est considéré comme un membre à part entière du cadre opérationnel des services de police. Le raisonnement qui sous-tend cette situation est que ces individus sont rémunérés par la police fédérale durant leur formation. Ils acquièrent également des connaissances spécifiques et des compétences policières. De plus, durant leurs stages, ils peuvent intervenir sur le terrain. Enfin, leur nom peut même être cité dans des documents officiels, comme des procès-verbaux, dans l'exercice de leurs missions. Cela implique que, dès le premier jour, l'intéressé tombe dans le champ d'application de la disposition légale contenue à l'article 6, 6°, de la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et particulière. Concrètement, cela signifie qu'un (ancien) aspirant agent de police est tenu de respecter un délai de cinq ans entre le moment où il quitte les services de police et celui où il entre en service dans le secteur de la sécurité privée. Une des conditions pour pouvoir travailler dans le secteur de la sécurité privée et particulière est en effet de ne pas avoir été membre de la police au cours des cinq années qui précèdent. Concrètement, cela signifie également que celui qui, en fin de compte, ne réussit pas le concours d'agent de police doit attendre cinq ans avant de pouvoir travailler dans le secteur de la sécurité privée. Dans ce contexte, je souhaite adresser à la ministre les questions suivantes. 1. La ministre reconnaît-elle que les aspirants agents font, dès le premier jour, partie du cadre opérationnel et sont dès lors soumis à la disposition contenue à l'article 6, 6°, de la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et particulière ? 2. La ministre peut-elle dire combien de cartes d'identification en vue de l'exercice d'activités de gardiennage ont été refusées parce que les intéressés se trouvaient dans les situations décrites ci-dessus ? 3. La ministre estime-t-elle qu'un délai de cinq ans est raisonnable dans pareils cas ? Si non, prendra-t-elle les initiatives nécessaires pour adapter la législation dans ce sens ? |
Een aspirant-agent van de politie wordt vanaf de eerste dag van de opleiding blijkbaar aangesteld in de graad van aspirant van het kader waarvoor de opleiding wordt gevolgd. Dat betekent dat de betrokkene wordt beschouwd als een volwaardig lid van het operationele kader van de politiediensten. De redenering die daar achter schuilt, is dat die individuen tijdens hun opleiding door de federale politie worden betaald . Zij verwerven ook specifieke kennis en politiecompetenties. Bovendien kunnen ze tijdens de stages optreden op het terrein In het kader van de uitoefening van hun opdrachten, tot slot, kunnen ze zelf vermeld worden in officiële documenten zoals processen-verbaal. Dat impliceert ook dat de betrokken persoon vanaf dag één onder de wettelijke bepaling van artikel 6, 6°, van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid valt. Concreet betekent dit dat een (voormalig) aspirant-politieagent(e) gehouden is een termijn van 5 jaar te respecteren tussen het moment waarop hij/zij de politiediensten verlaat en het moment waarop hij/zij in dienst wil treden in de sector van de private veiligheid. Eén van de voorwaarden om in de private en bijzondere veiligheid te kunnen werken, is namelijk dat de betrokkene de laatste vijf jaar geen lid van de politie is geweest. Concreet betekent dit ook dat iemand die uiteindelijk niet slaagt voor politieagent, ook vijf jaar dient te wachten vooraleer in de private veiligheidssector aan de slag te kunnen gaan. In dit kader heb ik volgende vragen: 1. Erkent de minister dat de aspirant-agenten vanaf de eerste dag deel uitmaken van het operationele kader en bijgevolg ook vallen onder de bepaling van artikel 6, 6°, van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid? 2. Kan de minister meedelen hoeveel identificatiekaarten ter uitvoering van bewakingsactiviteiten werden geweigerd omdat de betrokkenen zich in de hierboven beschreven omstandigheden bevonden? 3. Is de minister van oordeel dat een termijn van vijf jaar in die gevallen redelijk is? Zo neen, zal zij de nodige initiatieven nemen om de wetgeving in die zin aan te passen? |
||||||||
Réponse reçue le 8 novembre 2010 : | Antwoord ontvangen op 8 november 2010 : | ||||||||
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
|
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.
|