SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
22 mars 2011 22 maart 2011
________________
Question écrite n° 5-1829 Schriftelijke vraag nr. 5-1829

de Cindy Franssen (CD&V)

van Cindy Franssen (CD&V)

au ministre pour l'Entreprise et la Simplification

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
________________
Les résultats et l'évaluation des initiatives politiques de lutte contre la première fracture numérique De resultaten en de evaluatie van de beleidsinitiatieven ter bestrijding van de eerste digitale kloof 
________________
fossé numérique
digitale kloof
________ ________
22/3/2011Verzending vraag
10/5/2011Antwoord
22/3/2011Verzending vraag
10/5/2011Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-643 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-643
________ ________
Question n° 5-1829 du 22 mars 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1829 d.d. 22 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Plus l'utilisation de l'ordinateur et de la technologie de l'information jouera un rôle croissant dans notre société, plus le problème de la diffusion inégale de la nouvelle technologie - la fracture numérique- se creusera et deviendra une question politique prioritaire.

Un Belge sur quatre n'utilise pas l'ordinateur ou l'internet. Pour la société de la connaissance que nous appelons de nos vœux, mais également d'un point de vue social, ce chiffre est beaucoup trop élevé. Dans le cadre de la réalisation du plan d'action national de lutte contre la fracture numérique, d'importants progrès ont été enregistrés au cours des années précédentes, sur le plan tant de l'accès aux TIC que de leur utilisation. Les progrès les plus importants ont été constatés chez certains groupes traditionnellement vulnérables, comme les personnes âgées et les demandeurs d'emploi. Parmi certains groupes les plus fragilisés de la population, comme les personnes en situation de pauvreté et les personnes ayant un faible niveau de formation, le progrès était cependant négligeable. Nous pouvons en d'autres termes parler d'un rétrécissement de la fracture numérique mais en même temps, d'un creusement de celle ci.

Par le mouvement de mise à niveau sur le plan de l'accès à l'ordinateur et à l'internet, l'attention passera vraisemblablement, au cours des prochaines années, de cette " première fracture numérique " vers la " deuxième fracture numérique ", fracture liée à l'utilisation et aux aptitudes.

L'accès à l'ordinateur n'ayant pas suffisamment été favorisé pour certains groupes précarisés, nous ne pouvons pas perdre de vue la première fracture numérique. Un certain nombre d'initiatives résultant du plan national de lutte contre la fracture numérique ont été couronnées de succès. Dans le cadre d'autres initiatives, nous avons pu constater que les groupes précarisés visés, comme les personnes âgées, les travailleurs peu qualifiés, les personnes à faibles revenus,... n'étaient pas suffisamment atteints. En tant que ministre, vous avez également élaboré un certain nombre de plans PC ambitieux pour rendre l'ordinateur et l'internet accessibles à tous, plans qui relèvent de l'Action 6.5 du Plan fédéral de lutte contre la pauvreté. Je me réfère à cet égard à Start2Surf@home campagne, PC bonus et PC Recup. Je suis très curieux de connaître les résultats de ces initiatives.

C'est pourquoi je souhaiterais que le ministre réponde aux questions suivantes :

1) Comment le ministre évalue t il la première phase du plan national de lutte contre la fracture numérique ?

2) Comment évalue t il les trois initiatives susmentionnées (Start2Surf@home campagne, PC bonus et PC Recup) ?

3) Le nouvel objectif de 100.000 nouveaux utilisateurs internet par an sera t il atteint en 2009 et 2010 ?

4) Combien de paquets Start2Surf@home campagne ont ils été vendus en 2009 et 2010 ?

5) Quel pourcentage de ces paquets a t il été vendu à des citoyens qui auparavant ne possédaient pas d'abonnement internet chez un opérateur ? Quel pourcentage de ces paquets a t il réellement été vendu à des personnes qui font partie d'un des groupes précarisés visés ?

6) Combien de personnes ont elles prolongé leur abonnement internet après un an ? Quel pourcentage de ce groupe appartient il à un des groupes précarisés visés ?

7) Combien de personnes ont elles suivi la formation gratuite incluse dans le paquet ? Quel pourcentage de ce groupe appartient-il à un des groupes précarisés visés ?

8) Combien de travailleurs ont ils utilisé le PC Privé/PC Bonus en 2009 et 2010 ?

9) Combien d'ordinateurs (les " PC Recup ") des services publics fédéraux ont ils été recyclés en 2010 et distribués entre autres aux CPAS ?

10) Le ministre peut il me communiquer le nombre de personnes de chaque groupe précarisé de la fracture numérique (personnes âgées, jeunes, personnes démunies, travailleurs peu qualifiés et demandeurs d'emploi,...) ayant recouru à une des initiatives mises en œuvre par le ministre ?

 

Naarmate het gebruik van computer en informatietechnologie een steeds belangrijkere rol gaat spelen in onze samenleving, wordt de ongelijke spreiding van nieuwe technologie, de zogenaamde digitale kloof, een toenemend probleem en een belangrijk aandachtspunt voor het beleid.

1 op 4 Belgen maakt geen gebruik van computer of internet. Voor de kennissamenleving die we willen zijn, maar vooral ook vanuit sociaal oogpunt, is dit een veel te hoog aantal. In het kader van de realisatie van het Nationaal plan ter bestrijding van de digitale kloof, werd er de voorbije jaren zowel op het vlak van de toegang tot ICT, als het gebruik ervan veel vooruitgang geboekt. De vooruitgang was het grootst bij een aantal traditionele kansengroepen, zoals ouderen en werkzoekenden. Bij een aantal andere van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals mensen in armoede en mensen met een laag opleidingsniveau was de vooruitgang echter verwaarloosbaar. We kunnen met andere woorden spreken van een verkleining van de digitale kloof, maar tegelijk ook van een verdieping.

Door de inhaalbeweging op het vlak van toegang tot computer en internet, zal de aandacht de komende jaren waarschijnlijk verder verschuiven van deze "eerste digitale kloof" naar de "tweede digitale kloof", de kloof met betrekking tot het gebruik en de vaardigheden.

Aangezien de toegangskloof voor een aantal kansengroepen onvoldoende gedicht werd, mogen we de eerste digitale kloof echter niet volledig uit het oog verliezen. Een aantal van de initiatieven die voortvloeiden uit het Nationaal plan ter bestrijding van de digitale kloof waren succesvol. Bij andere initiatieven hebben we kunnen vaststellen dat de beoogde kansengroepen, zoals ouderen, laaggeschoolden, mensen met een laag inkomen, … onvoldoende werden bereikt. Ook u heeft als minister een aantal ambitieuze "PC-plannen" uitgewerkt om computer en internet voor iedereen toegankelijk te maken en die ondermeer aansluiten bij Actie 6.5 van het Federaal Plan Armoedebestrijding. Ik verwijs hierbij naar de Start2Surf@home-campagne, PC-bonus en PC Recup. Ik ben erg benieuwd naar de resultaten van deze initiatieven.

Ik had van de minister daarom graag het volgende vernomen:

1) Hoe evalueert de minister de eerste fase van het nationale actieplan ter bestrijding van de digitale kloof?

2) Hoe evalueert de minister de drie genoemde initiatieven (start2surf@home, PC-Bonus en PC-recup?)

3) Werd de vooropgestelde doelstelling van 100.000 nieuwe internetgebruikers per jaar gehaald in 2009 en 2010?

4) Hoeveel Start2surf@home-pakketten werden er verkocht in respectievelijk 2009 en 2010?

5) Hoeveel procent van deze pakketten werd verkocht aan burgers die voordien bij geen enkele operator een internetabonnement hadden? Hoeveel procent van de pakketten werd daadwerkelijk verkocht aan mensen die behoren tot één van de beoogde kansengroepen?

6) Hoeveel mensen hebben na een jaar hun internetabonnement verlengd? Hoeveel procent van deze groep behoorde tot één van de beoogde kansengroepen?

7) Hoeveel mensen volgde de in het pakket inbegrepen gratis opleiding? Hoeveel procent van deze groep behoorde tot één van de beoogde kansengroepen?

8) Hoeveel werknemers maakten gebruik van PC Privé/PC Bonus in respectievelijk 2009 en 2010?

9) Hoeveel pc's (zgn. PC Recup) van federale overheidsdiensten werden gerecycleerd en verspreid naar o.a. OCMW's in 2010?

10) Kan de minister meedelen hoeveel mensen van elk van de kansengroepen van de digitale kloof (ouderen, jongeren, mensen in armoede, kortgeschoolde werknemers en werkzoekenden,…) een beroep hebben gedaan op één van de door u ondernomen initiatieven?

 
Réponse reçue le 10 mai 2011 : Antwoord ontvangen op 10 mei 2011 :

1. Le plan national d’action pour lutter contre le fossé digital s’étend sur la période 2005-2015. Le gouvernement fédéral collabore, dans ce dossier, avec les entités fédérées. La première phase de ce plan, qui a été coordonnée par le secrétaire d’État Courard, a fait l’objet d’une évaluation fin 2010. Les objectifs généraux du plan 2005-2010 étaient les suivants:

a) réduire d’un tiers le fossé digital au cours des cinq prochaines années;

b) établir un baromètre du fossé digital;

c) participer aux efforts européens visant à favoriser l’intégration digitale.

a. Une évaluation de la première phase révèle que l’utilisation d’internet est passée de 58 % en 2005 à 75 % fin 2009. Le fossé digital – c’est à dire le nombre de citoyens ne disposant pas d’une connexion internet - a donc diminué de plus d’un tiers, à savoir 43 %.

L’Institut National de la Statistique (INS) confirme également cette tendance: les statistiques relatives à 2007-2010 (pourcentage des ménages belges comptant au moins une personne entre 16 et 74 ans) indiquent une croissance de 70 (2008) à 77 % (2010). Le pourcentage de personnes ayant une connexion internet (même groupe cible) est passé selon l’INS, dans la même période, de 64 (2008) à 73 % (2010).

Ces chiffres révèlent dès lors que le fossé se comble et ne se creuse pas. Cet élément a aussi été confirmé par l’association ISPA (Internet Service Providers) et relayé par les quotidiens De Tijd et De Morgen parus ce weekend. Selon l’ISPA, le nombre de connexions a augmenté l’an dernier de 6% pour atteindre 2,73 millions.

b. Le baromètre évoqué dans le plan a également été mis en place: le Service public fédéral (SPF) Économie et Statbel ont organisé des enquêtes sur l’accès aux Technologies Informatique et de Communication (TIC) et à leur utilisation par les ménages, les citoyens et les entreprises en Belgique et ont analysé les résultats (à la demande d’Eurostat). Le baromètre souhaité par le plan ne permet donc pas seulement de dresser le portrait statistique de la Belgique, mais aussi d’effectuer des comparaisons avec d’autres pays européens. Il peut être consulté via le lien suivant : http://statbel.fgov.be/nl/modules/publications/statistiques/arbeidsmarkt_levensomstandigheden/ict_indicatoren_bij_huishoudens_individuen.jsp

c. Dans une perspective européenne, ces données sont encourageantes: la déclaration européenne de Riga, signée par la Belgique en juin 2006, stipulait en effet que le fossé digital devait diminuer de moitié entre 2005 et 2010, surtout parmi les groupes cibles suivants: les séniors, les handicapés, les personnes peu instruites, les chercheurs d’emploi, les minorités ethniques, les habitants des zones moins développées, mais aussi selon les sexes.

Les objectifs de la déclaration de Riga ont été entièrement ou presque atteints en 2009 pour certains groupes cibles, notamment les citoyens entre 55-64 ans et les habitants des zones rurales, mais aussi en ce qui concerne l’inégalité hommes/femmes. Ils n’ont toutefois pas été réalisés pour les autres groupes, à savoir les personnes ayant un faible degré d’instruction et les ménages à bas revenus.

Toutes les études indiquent par conséquent que le fossé digital se comble effectivement, même au niveau des groupes cibles « difficiles ».

Dans ses conclusions sur la première phase, mon collègue Courard invite l’État fédéral et les entités fédérées à utiliser le rapport 2005-2010 et à s’en inspirer largement pour exécuter le plan 2011-2015.

2. Parmi les trois initiatives, Start2surf @home, Start2surf PC bonus et Start2surf New Life, seules les deux premières, qui relèvent de ma compétence, ont été mises en oeuvre jusqu’ici. L’implémentation du projet Start2surf New Life (Pc Récup) dépend du Service public de programmation (SPP) Intégration sociale et de mon homologue Courard.

Les deux premières initiatives visent les groupes cibles n’ayant pas encore envisagé d’acheter un ordinateur et de prendre une connexion Internet à domicile.

Dans cette campagne, nous avons fait en sorte qu’elle aie une charge administrative minimale pour les revendeurs. C’était pour beaucoup de commerçants la condition de leur participation au projet. Cela signifie que toutes les données ne seront disponibles qu’après traitement de l’impôt sur les personnes physiques et de l’impôt sur les sociétés pour les exercices 2009 et 2010.

3-4-5. Puisque les données fiscales manquent, nous ne pouvons pas dire si l’objectif fixé de 100 000 nouveaux utilisateurs d’internet par an a été atteint ou combien de paquets ont été vendus par groupe cible.

6. Les chiffres sur la prolongation de l’abonnement ne sont pas encore disponibles. Un abonnement internet d’un an étant compris dans le pack, l’abonnement de nombreux clients est encore en cours.

Pour savoir à combien s’élève le pourcentage obtenu par le groupe « prolongation », nous devrons attendre les statistiques du SPF Finances.

7. Le fournisseur Internet Telenet-VOO-Numericable indique qu’environ 2 448 acheteurs ont suivi la formation. On ne sait pas combien parmi eux appartenaient aux groupes cibles. Belgacom a communiqué que les acheteurs du paquet Start2Surf ont représenté 80 % des citoyens ayant suivi les diverses formations organisées par Belgacom durant cette action. Nous pouvons donc dire que ces formations semblent un succès.

8. S’agissant des chiffres concrets sur le nombre de travailleurs ayant répondu à l’offre PC Privé ou PC Bonus, nous attendons les statistiques du SPF Finances.

9. Le projet Start2surf New Life (récupération de PC) attend encore son exécution par le SPP Intégration sociale. Pour cette question, je renvoie à mon homologue, Monsieur Courard.

10. Tant que l’impôt sur les personnes physiques et l’impôt sur les sociétés pour les exercices d’imposition 2009 et 2010 n’auront pas été traités, nous ne pourrons donner de chiffres sur les effets de la campagne menée auprès des différents groupes affectés par le fossé digital (seniors, jeunes, défavorisés, travailleurs peu qualifiés et chercheurs d’emploi,…).

1. Het nationale actieplan ter bestrijding van de digitale kloof is een plan dat loopt over de periode 2005-2015. De federale regering werkt in dit dossier samen met de deelstaten. De eerste fase van dit plan, dat werd gecoördineerd door Staatssecretaris Courard, werd eind 2010 geëvalueerd. De algemene doelstellingen van het plan 2005-2010 werden als volgt geformuleerd:

a) de digitale kloof de komende vijf jaar met een derde verkleinen;

b) een barometer van de digitale kloof uitwerken;

c) deelnemen aan de Europese inspanning ter bevordering van de digitale insluiting (e-inclusie).

a. Uit de evaluatie van de eerste fase blijkt dat internetgebruik is gestegen van 58 % in 2005 tot 75 % eind 2009. Dus de digitale kloof –het aantal mensen zonder een internetaansluiting- is met meer dan een derde gedaald: met 43 %

Ook het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) bevestigt deze trend: de statistieken over 2007-2010 (percentage van de Belgische huishoudens met minstens één persoon tussen 16 en 74 jaar) laten een groei zien van 70 (2008) naar 77 % (2010). Het percentage internetbezitters (zelfde doelgroep) steeg volgens het NIS in dezelfde periode van 64 (2008) naar 73 % (2010).

Uit deze cijfers blijkt dan ook dat de kloof kleiner wordt, en niet groter. Dit werd ook door ISPA (de vereniging van Internet Service Providers) bevestigd, en overgenomen in De Tijd en De Morgen van dit weekend. Volgens ISPA steeg het aantal aansluitingen het voorbije jaar met 6% tot 2,73 miljoen.

b. De barometer waarvan sprake in het plan is er ook gekomen: de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie en Statbel hebben zich ontfermd over de uitvoering en analyse van de enquêtes rond de toegang tot Informatie- en communicatietechnologie (ICT) en de aanwending ervan door gezinnen, personen en ondernemingen in België (in opdracht van Eurostat). De door het plan gewenste barometer maakt het dus niet enkel mogelijk om een statistisch portret voor België te maken, maar ook om vergelijkingen met de andere Europese landen te maken. De barometer kan teruggevonden worden op http://statbel.fgov.be/nl/modules/publications/statistiques/arbeidsmarkt_levensomstandigheden/ict_indicatoren_bij_huishoudens_individuen.jsp

c. Binnen Europees perspectief zijn deze cijfers ook bemoedigend: De Europese verklaring van Riga, die België onderschreef in juni 2006, bepaalde dat de digitale kloof tussen 2005 en 2010 met de helft moest verkleinen, en dan vooral ten voordele van de volgende doelgroepen: oudere mensen, gehandicapte personen, mensen met een laag opleidingsniveau, werkzoekenden, etnische minderheden, inwoners van minder ontwikkelde gebieden, maar ook verschillen tussen de geslachten. De doelstellingen van de verklaring van Riga in 2009 werden helemaal of bijna helemaal gehaald voor bepaalde doelgroepen: personen van 55-64 jaar, inwoners van landelijke gebieden, alsook de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen.

Voor andere doelgroepen, met name personen met een laag opleidingsniveau en mensen die in gezinnen met een laag inkomen leven, werden deze doelstellingen nog niet bereikt.

Uit alle onderzoeken blijkt dus dat de digitale kloof wel degelijk is verkleind, ook in de “moeilijke” doelgroepen.

Bij het neerleggen van zijn conclusies over de eerste fase nodigt collega Courard de federale Staat en de deelstaten uit om gebruik te maken van het rapport 2005-2010 en om er zich in ruime mate door te laten inspireren tijdens de uitwerking van het plan 2011-2015.

2. Van de drie initiatieven, Start2surf @home, Start2surf PC bonus en Start2surf New Life, werden de eerste twee, die onder mijn bevoegdheid vallen, uitgevoerd. Het uitvoering van het project Start2surf New Life (Pc Récup) valt onder de verantwoordelijkheid van de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie en collega Courard.

De twee eerste initiatieven zijn gericht op de doelgroepen die de stap naar pc-bezit en naar een internetconnectie thuis nog niet gezet hebben.

We hebben voor de campagnes geopteerd voor een minimale administratieve werklast voor de wederverkopers. Dit was voor veel handelaars de voorwaarde om deel te nemen aan het project. Dit betekent dat alle gegevens pas beschikbaar zullen zijn na de verwerking van de persoonsbelastingen en de vennootschapsbelastingen van de aanslagjaren 2009 en 2010.

3-4-5. Omwille van de nog ontbrekende cijfers uit de fiscaliteit kunnen we niet zeggen of de vooropgestelde doelstelling van 100 000 nieuwe internetgebruikers per jaar werd gehaald of hoeveel pakketten binnen welke doelgroep werden verkocht.

6. Cijfers over het verlengen van het abonnement zijn nog niet beschikbaar. Gezien er een internetabonnement van één jaar in het pakket inbegrepen was, loopt het abonnement van heel veel klanten nog.

Voor een antwoord op de vraag hoeveel percent van de groep “verlengers” tot de kansengroepen behoort, zullen we moeten wachten op statistieken van de FOD Financiën.

7. De internetaanbieder Telenet-VOO-Numéricable rapporteert dat ongeveer 2 448 kopers de opleiding volgden. Er is niet gekend hoeveel van deze mensen tot de beoogde kansengroepen behoorden. Belgacom rapporteert dat de kopers van een Start2Surf pakket instonden voor80 % van alle opleidingen die Belgacom tijdens de looptijd van de actie organiseerde. We kunnen dus zeggen dat ook de opleidingen een succes lijken te zijn.

8. Ook voor concrete cijfers over het aantal werknemers dat ingegaan is op het aanbod van PC Privé of PC Bonus is het wachten op de statistieken van de FOD Financiën.

9. Het project Start2surf New Life (Pc Récup) wacht nog op uitvoering door de POD Maatschappelijke Integratie. Voor deze vraag verwijs ik naar mijn collega de heer Courard.

10. Zolang de persoonsbelasting en de vennootschapsbelasting voor de aanslagjaren 2009 en 2010 niet zijn verwerkt, kunnen we geen cijfers geven over de effecten van de campagne bij de verschillende kansengroepen van de digitale kloof (ouderen, jongeren, mensen in armoede, laaggeschoolde werknemers en werkzoekenden, …).