SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
4 mars 2011 4 maart 2011
________________
Question écrite n° 5-1651 Schriftelijke vraag nr. 5-1651

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre pour l'Entreprise et la Simplification

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
________________
Union européenne (UE) - Stratégie Europe 2020 pour plus de recherche et de développement - Suivi Europese Unie (EU) - EU2020-strategie voor meer onderzoek en ontwikkeling - Opvolging 
________________
Union européenne
politique de développement
recherche et développement
programme de l'UE
Europese Unie
ontwikkelingsbeleid
onderzoek en ontwikkeling
EU-programma
________ ________
4/3/2011Verzending vraag
10/3/2011Dossier gesloten
4/3/2011Verzending vraag
10/3/2011Dossier gesloten
________ ________
Aussi posée à : question écrite 5-1649
Aussi posée à : question écrite 5-1650
Aussi posée à : question écrite 5-1649
Aussi posée à : question écrite 5-1650
________ ________
Question n° 5-1651 du 4 mars 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1651 d.d. 4 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La stratégie Europe 2020 est la stratégie à long terme de l'Union européenne (UE) pour une économie forte et durable, génératrice d'emplois. Cette stratégie doit faire en sorte que l'économie européenne se développe en une économie de marché très compétitive, sociale et durable et soit le prolongement de la stratégie de Lisbonne.

La stratégie Europe 2020 doit à la fois offrir une issue satisfaisante à la crise et mettre en œuvre des réformes structurelles ambitieuses. La stratégie a été définie par les chefs de gouvernement des pays de l'UE lors du Conseil européen du 17 juin 2010.

Tout comme la stratégie de Lisbonne, la stratégie Europe 2020 est prévue pour dix ans. Contrairement à la stratégie de Lisbonne, la stratégie Europe 2020 a fixé un nombre limité d'objectifs majeurs et interdépendants. Les chefs de gouvernement des États membres de l'UE se sont accordés, lors du Sommet européen des 25 et 26 mars 2010, sur l'objectif consistant à soutenir un renforcement de la recherche et du développement.

Les investissements des pouvoirs publics et des entreprises dans la recherche doivent croître jusqu'à 3 % du produit intérieur brut (PIB) d'ici à 2020. Les pouvoirs publics comme les entreprises doivent y contribuer.

Mes questions à cet égard sont les suivantes.

1) Qu'a déjà fait le gouvernement pour atteindre cet objectif ?

2) Quels accords concrets le ministre a-t-il conclus à ce sujet avec ses homologues de l'UE ? Reconnaissez-vous comme moi que cet objectif ne pourra être atteint spontanément et qu'il requiert un effort soutenu ?

3) À combien s'élèvent les moyens requis ? Des quotas ont-ils été fixés pour chacun des différents États membres de manière à ce que l'objectif soit atteint globalement ?

4) Comment les régions et les communautés sont-elles associées à la réalisation de ces objectifs ?

 

De EU 2020-strategie is de langetermijnstrategie van de Europese Unie (EU) voor een sterke en duurzame economie met veel werkgelegenheid. Deze strategie moet ervoor zorgen dat de Europese economie zich ontwikkelt tot een zeer concurrerende, sociale en groene markteconomie en bouwt voort op de Lissabonstrategie.

De EU 2020-strategie moet zowel een goede uitweg uit de crisis bieden als ambitieuze structurele hervormingen in gang zetten. Tijdens de Europese Raad van 17 juni 2010 is de strategie vastgesteld door de regeringsleiders van de EU-landen.

Net als bij de Lissabonstrategie is de looptijd van EU 2020 tien jaar. In tegenstelling tot de Lissabonstrategie heeft de EU 2020-strategie een beperkt aantal kerndoelen die onderling met elkaar samenhangen. De regeringsleiders van de EU-lidstaten zijn het tijdens de Europese top van 25 en 26 maart 2010 eens geworden over de doelstelling om meer onderzoek en ontwikkeling te ondersteunen.

De investeringen in onderzoek van overheid en bedrijven moeten tegen 2020 stijgen tot 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Zowel de overheid als het bedrijfsleven moeten daaraan bijdragen.

Ik heb daarover de volgende vragen:

1) Wat werd er door de regering reeds gedaan om deze doelstelling te bereiken?

2) Welke concrete afspraken werden hierover gemaakt met de collega's ministers van de EU? Bent u het met me eens dat deze doelstelling niet vanzelf gerealiseerd zal worden en dat er een volgehouden inspanning voor vereist is?

3) Hoeveel middelen zijn hiervoor vereist? Werden er quota verdeeld tussen de verschillende EU-landen om deze doelstelling gezamenlijk te bereiken?

4) Op welke wijze worden de gewesten en gemeenschappen betrokken bij de realisatie van deze doelstelling?