SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session extraordinaire de 2010 Buitengewone zitting 2010
________________
20 septembre 2010 20 september 2010
________________
Question écrite n° 5-140 Schriftelijke vraag nr. 5-140

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Droit de grâce - Recours en grâce - Nombre - Octrois Genaderecht - Genadeverzoeken - Aantallen - Toekenningen 
________________
prescription de peine
sanction pénale
statistique officielle
répartition géographique
Roi et famille royale
strafverjaring
strafsanctie
officiële statistiek
geografische spreiding
Koning en Koninklijke familie
________ ________
20/9/2010Verzending vraag
25/11/2010Antwoord
20/9/2010Verzending vraag
25/11/2010Antwoord
________ ________
Question n° 5-140 du 20 septembre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-140 d.d. 20 september 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le droit de grâce constitue une prérogative royale instaurée par l'article 110 de la Constitution: "le Roi a le droit de remettre ou de réduire les peines prononcées par les juges, sauf ce qui est statué relativement aux ministres et aux membres des Gouvernements de Communauté et de Région." Le Roi a le droit de dispenser d'exécuter tout ou partie d'une peine. Il peut aussi la réduire, la modifier ou accorder un délai d'épreuve.

J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1. Combien de recours en grâce ont-ils été introduits en 2007, 2008, 2009 et 2010, par arrondissement judiciaire ?

2. Pouvez-vous fournir les éléments suivants à propos de ces recours :

le nombre de recours relatifs à des peines de prison et la durée de ces peines ;

le nombre de recours relatifs à des amendes et leur montant ;

le nombre de recours relatifs à des déchéances du droit de conduire et leur durée ;

le nombre de recours relatifs à des confiscations ?

3. Combien de recours ont-ils été acceptés au cours des années mentionnées dans la question 1, répartis par arrondissement judiciaire et en fonction de la ventilation mentionnée dans la question 2 ?

4. Dans quelle mesure l'aspect systématique des recours en grâce ne vient-il pas contrecarrer l'efficacité des sanctions ? Le fait que le Roi puisse annuler les décisions du pouvoir judiciaire participe-t-il vraiment d'une politique criminelle transparente et irréprochable ? Quelle est la position du ministre en la matière ?

 

Het genaderecht is een koninklijk prerogatief dat is ingesteld bij artikel 110 van de Grondwet:”De Koning heeft het recht de door de rechters uitgesproken straffen kwijt te schelden of te verminderen, behoudens hetgeen ten aanzien van de ministers en van de leden van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen is bepaald.” De Koning heeft het recht de uitvoering van de straf of een gedeelte ervan kwijt te schelden. Hij kan de straf ook verminderen of omzetten of een proeftijd toestaan.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1.Hoeveel genadeverzoeken werden in 2007, 2008, 2009 en 2010 ingediend, opgesplitst per gerechtelijk arrondissement;

2.Hoeveel verzoeken hadden betrekking op:

gevangenisstraffen en voor welke termijnen;

boetes en voor welke bedragen,

vervallenverklaringen van het recht tot sturen en voor welke termijnen

verbeurdverklaringen?

3.Hoeveel verzoeken werden tijdens de onder vraag 1 vermelde jaren, opgedeeld per gerechtelijk arrondissement, en met de opsplitsing vermeld onder vraag 2., ingewilligd?

4.In welke mate doorkruist de systematiek van de genadeverzoeken de efficiëntie van de bestraffing niet? Getuigt het wel van een transparant en correct strafbeleid wanneer de Koning de mogelijkheid heeft om beslissingen van de rechterlijke macht ongedaan te maken? Wat is het standpunt van de minister dienaangaande?

 
Réponse reçue le 25 novembre 2010 : Antwoord ontvangen op 25 november 2010 :

1, 2 et 3 voir tableau en annexe

Je ne dispose pas de données statistiques relatives à la répartition des demandes de grâce par arrondissement judiciaire ou en fonction des peines d’emprisonnement, des amendes, des déchéances du droit de conduire ou des confiscations.

Pour les années 2007, 2008, 2009 et 2010 je dispose des chiffres totaux répartis par ressort de cour d’appel.

4. Le droit de grâce peut être considéré comme un instrument susceptible de corriger, de manière personnalisée, les effets injustes ou non souhaités de l’application des peines, soit en les annulant ou en les allégeant.

Le droit de grâce permet de tenir compte de circonstances exceptionnelles ou particulières qui, au moment du jugement, n’étaient pas connues ou ne pouvaient être prévues.

Pour l’octroi d’une grâce il est donc tenu compte d’un ensemble d’éléments, par exemple des éléments nouveaux, intervenus depuis le jugement et qui, s’ils avaient été connus, auraient incité le juge à prononcer une autre peine.

L’on prend notamment en considération la gravité des faits, les éventuels antécédents judiciaires, la situation sociale, familiale et professionnelle actuelle du demandeur, son comportement et les efforts consentis à l’égard d’éventuelles victimes.

Le droit de grâce ne peut dès lors être considéré comme une voie de recours contre une décision motivée qui a déjà pris en considération les arguments du demandeur pour la détermination de la peine.

La grâce peut être totale ou partielle, soumise au respect de conditions ou octroyée après un délai d’épreuve.

La mesure de grâce vient uniquement tempérer la rigueur de la décision judiciaire. Son octroi n’a d’effet que sur l’exécution de la peine.

Toute mesure de grâce octroyée par arrêté royal fait l’objet d’une mention sur le casier judiciaire de l’intéressé.

Le droit de grâce ainsi conçu ne contrecarre nullement l’efficacité des décisions judiciaires et de l’exécution des peines mais concourt au contraire à une exécution des peines humaine, juste et précise et à une politique pénale cohérente.

1-2-3



NOMBRE de RAPPORTS EN GRÂCE par COUR D'APPEL







2007

2008

2009

2010 *

GENT

389

325

312

196

ANTWERPEN

299

291

269

163

BRUSSEL

83

72

89

50

 




 

LIÈGE

391

388

321

231

MONS

214

181

181

103

BRUXELLES

219

223

232

103

 




 

FÉDÉRAL



1

 





 

TOTAL

1 595

1 480

1405

846

Source : GRADATA au 21 septembre 2010

*données partielles

REMARQUES

  1. Étant donné la longueur de la procédure, les octrois d'une année ne se rapportent pas nécessairement aux rapports en grâce demandés pour les requêtes de cette même année.

  2. Une requête en grâce peut concerner plusieurs peines et dès lors être envoyée dans plusieurs ressorts de cour d'appel.


NOMBRE D'ARRÊTÉS ROYAUX. D'OCTROIS










2007

2008

2009

2010 *

Nederlands

63

17

23

24

Frans

232

139

73

52





 

TOTAL

295

156

96

76


1, 2 en 3: zie tabel in bijlage

Ik beschik niet over statistische gegevens van de genadeverzoeken, opgesplitst per gerechtelijk arrondissement én opgesplitst per gevangenisstraffen, boetes, vervallen-verklaringen en verbeurdverklaringen.

Voor de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010 beschik ik over statistische totaalcijfers, opgesplitst per hof van beroep.

4. Het genaderecht dient begrepen te worden als een bijsturinginstrument dat kan worden aangewend om onbillijke of ongewenste gevolgen van de toepassing van de straffen, op gerichte wijze, ongedaan te maken of te verlichten.

Het genaderecht laat toe rekening te houden met uitzonderlijke, bijzondere omstandigheden die, op het ogenblik van de rechterlijke beslissing, niet waren gekend of konden worden voorzien.

Voor de toekenning van een genade wordt dus, onder meer, rekening gehouden met het geheel aan uitzonderlijke elementen, zoals nieuwe elementen die zijn tussengekomen sinds het vonnis en die, indien ze waren gekend, de rechter ertoe hadden aangezet een andere straf op te leggen.

Daarnaast wordt de zwaarwichtigheid der feiten, eventuele gerechtelijke voorgaande, de actuele sociale, familiale en professionele situatie alsmede het actueel gedrag van verzoeker en geleverde inspanningen ten aanzien van eventuele slachtoffers in overweging genomen.

Het genaderecht mag dus niet beschouwd worden als een beroepsmogelijkheid na een gemotiveerde rechterlijke beslissing, waarbij met de argumenten van de verzoeker reeds werd rekening gehouden bij de strafmaat-bepaling.

De genademaatregel kan zowel volledig als gedeeltelijk worden toegekend, er kunnen voorwaarden aan verbonden zijn of toegekend na een in acht te nemen proeftermijn.

Een genademaatregel tempert dus enkel de strengheid van de rechterlijke beslissing en de toekenning ervan heeft alleen uitwerking op de strafuitvoering.

Iedere genademaatregel, toegekend bij koninklijk besluit, wordt vermeld op het strafregister van betrokkene.

Het recht van genade, aldus opgevat, belemmert geenszins de efficiëntie van de rechtspraak en de strafuitvoering, maar draagt integendeel bij tot een humane, billijke en accurate strafuitvoering en correct strafbeleid.

1-2-3

AANTAL GENADE ADVIEZEN per HOF VAN BEROEP









2007

2008

2009

2010 *

GENT

389

325

312

196

ANTWERPEN

299

291

269

163

BRUSSEL

83

72

89

50

 




 

LIÈGE

391

388

321

231

MONS

214

181

181

103

BRUXELLES

219

223

232

103

 




 

FEDERAAL



1

 

 




 

TOTAAL

1 595

1 480

1405

846

Bron : GRADATA op 21 september 2010

*gedeeltelijke gegevens

OPMERKINGEN

  1. Gelet op de tijdsduur van de procedure, stemmen het aantal ingewilligde verzoeken van één jaar niet noodzakelijk overeen met het aantal genadeverzoekschriften van datzelfde jaar.

  2. Een genadeverzoek kan betrekking hebben op meerdere straffen en verzonden worden aan meerdere hoven van beroep.

AANTAL BIJ KONINKLIJK BESLUIT INGEWILLIGDE GENADEVERZOEKEN











2007

2008

2009

2010 *

NEDERLANDS

63

17

23

24

FRANS

232

139

73

52





 

TOTAAL

295

156

96

76