SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
18 février 2011 18 februari 2011
________________
Question écrite n° 5-1385 Schriftelijke vraag nr. 5-1385

de Filip Dewinter (Vlaams Belang)

van Filip Dewinter (Vlaams Belang)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Délits liés à la drogue - Nombres - Âge et nationalité des contrevenants Drugsgerelateerde misdrijven - Aantallen - Leeftijd en nationaliteit van de daders 
________________
toxicomanie
vol
criminalité
statistique officielle
répartition géographique
répartition par âge
drugverslaving
diefstal
criminaliteit
officiële statistiek
geografische spreiding
leeftijdsverdeling
________ ________
18/2/2011Verzending vraag
26/7/2011Antwoord
18/2/2011Verzending vraag
26/7/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-1385 du 18 février 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1385 d.d. 18 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De nombreux délits sont perpétrés par des toxicomanes, qui commettent des cambriolages ou des vols afin de se procurer les moyens nécessaires pour leur dépendance.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Le ministre peut-il me fournir un aperçu du nombre de délits liés à la drogue (vols, vols avec violence, cambriolages, cambriolages avec violence, attaques...) commis par des toxicomanes entre 2005 et 2010 ?

2) Peut-il fournir une ventilation entre la Flandre, Bruxelles et la Wallonie ?

3) Peut-il fournir une ventilation par catégorie d'âge ?

4) Peut-il fournir une ventilation par nationalité ?

 

Heel wat misdrijven worden gepleegd door drugverslaafden die inbraken of diefstallen plegen teneinde over de nodige middelen te kunnen beschikken om aan hun verslaving te kunnen tegemoet komen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Kan de geachte minister mij een overzicht geven van het aantal druggerelateerde misdrijven (diefstallen, diefstallen met geweld, inbraken, inbraken met geweld, overvallen, …) gepleegd door drugverslaafden voor wat betreft de jongste vijf jaar (van 2005 tot en met 2010)?

2) Kan hij ook een uitsplitsing maken tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië?

3) Kan hij tevens een uitsplitsing maken naar de verschillende leeftijdscategorieën?

4) Kan hij tevens een uitsplitsing maken naar de verschillende nationaliteiten?

 
Réponse reçue le 26 juillet 2011 : Antwoord ontvangen op 26 juli 2011 :

Le phénomène de la criminalité liée à la drogue est très complexe et difficile à mesurer. L’on ne peut en Belgique déduire directement l’ampleur de la criminalité liée à la drogue à partir des statistiques de police, de parquet et de condamnation.

En vue d’élaborer une méthode pouvant servir à mesurer la nature et l’ampleur de la criminalité liée aux drogues et d’avoir un aperçu du phénomène en Belgique, une recherche scientifique « Définition et mesure de la criminalité liée aux drogues » a été réalisée au sein du programme de recherches d'appui à la note politique fédérale relative à la problématique de la drogue. Cette recherche a débuté le 1er octobre 2006 et a été achevée le 31 décembre 2008.

Afin de déterminer la nature et l’ampleur de la criminalité liée aux drogues en Belgique, 1 435 dossiers policiers ont été examinés. Pour cette mesure, dix endroits de recherche ont été sélectionnés afin de garantir une bonne diversité géographique. Les chercheurs n’ont pas inclus toutes les catégories d’infraction dans l’échantillon. Ils se sont limités aux délits de propriété, infractions à caractère sexuel, faits de violence et infractions à la législation en matière de drogue. Il s’ensuit que les résultats ne peuvent être généralisés à d’autres types d’infractions ni d’autres régions.

Au cours de l’analyse des dossiers de la police, les chercheurs ont examiné 1 089 dossiers relatifs à des délits de propriété, des faits de violence et des infractions à caractère sexuel. 13,6 % des dossiers analysés ont pu être classés comme étant liés aux drogues.

Il a par ailleurs été vérifié dans le cadre de la recherche si des différences apparaissaient dans la répartition géographique de la criminalité liée aux drogues. Les lieux de recherche ont été répartis entre deux grandes villes, deux villes régionales, deux petites villes, trois communes urbaines dont l’une à la frontière belgo-néerlandaise et une commune rurale. Le nombre de dossiers examinés liés aux drogues augmente à mesure que le degré d’urbanisation du lieu de recherche s’accroît.

L’on a également vérifié le profil des suspects des dossiers examinés. De manière générale, les infractions commises par de jeunes hommes sans-abri et sans emploi sont significativement plus souvent liées aux drogues par comparaison aux infractions commises par des femmes plus âgées qui travaillent et qui ont un logement. L’âge des suspects des dossiers liés aux drogues est en moyenne plus bas que celui des suspects des autres dossiers.

Par ailleurs, les suspects ont généralement la nationalité belge pour la plupart des infractions. Pour les délits de propriété et les infractions à caractère sexuel, il n’y a pas de différence quant à la nationalité en matière de lien avec les drogues. Concernant les faits de violence, la proportion de non-Belges est plus élevée dans les dossiers liés aux drogues.

Pour plus d’informations, nous vous renvoyons à la recherche de B. De Ruyver, A. Lemaitre, M. Born, C. Colman, C. Pirenne et L. Vandam, Définition et mesure de la criminalité liée aux drogues, Politique scientifique fédérale, 2009. Elle peut être consultée à l’adresse suivante :

http://www.belspo.be/belspo/fedra/proj.asp?l=fr&COD=DR/30

Het fenomeen van druggerelateerde criminaliteit is zeer complex en moeilijk te meten. In België kan men de omvang van druggerelateerde criminaliteit niet rechtstreeks aflezen uit de politie-, parket- of veroordelingsstatistieken.

Om een methode te ontwikkelen die gebruikt kan worden bij het meten van de aard en omvang van druggerelateerde criminaliteit en om zicht te krijgen op de druggerelateerde criminaliteit in België werd binnen het onderzoeksprogramma ter ondersteuning van de Federale Beleidsnota Drugs een wetenschappelijk onderzoek “Definiëring en meting van druggerelateerde criminaliteit” (hierna DRUGCRIM-onderzoek) gevoerd. Dit onderzoek ging van start op 1 oktober 2006 en werd afgerond op 31 december 2008.

Om de aard en omvang van druggerelateerde criminaliteit in België te bepalen werden 1 435 politionele dossiers bestudeerd. Voor deze meting werden tien onderzoekslocaties geselecteerd teneinde een goede geografische diversiteit te garanderen. De onderzoekers hebben niet alle misdrijfcategorieën opgenomen in de steekproef. Ze beperkten zich tot de eigendomsdelicten, de seksuele delicten, de geweldsdelicten en de inbreuken op de drugwetgeving. Dit heeft tot gevolg dat veralgemeningen van de resultaten naar andere delicttypes of andere regio’s niet mogelijk zijn.

Tijdens de analyse van politiedossiers analyseerden de onderzoekers 1 089 dossiers inzake eigendoms-, gewelds- en seksuele delicten. Van de geanalyseerde dossiers konden 13,6 % geclassificeerd worden als druggerelateerd.

Verder werd in het onderzoek ook nagegaan of er verschillen optreden in de geografische spreiding van druggerelateerde criminaliteit. De onderzoekslocaties werden opgedeeld in twee grote steden, twee regionale steden, twee kleine steden, drie verstedelijkte gemeenten waarvan één aan de Belgisch-Nederlandse grens en een landelijke gemeente. Het aantal bestudeerde druggerelateerde dossiers stijgt naargelang de verstedelijkingsgraad van de onderzoekslocatie toeneemt.

Ook het profiel van de verdachten werd in de bestudeerde dossiers nagegaan. In het algemeen, wanneer jonge, dakloze mannelijke verdachten zonder beroep delicten plegen, zijn deze significant vaker druggerelateerd in vergelijking met delicten gepleegd door oudere, niet-dakloze, vrouwelijke en werkende verdachten. De leeftijd van de verdachten in de druggerelateerde dossiers is gemiddeld lager dan deze bij de niet-druggerelateerde dossiers.

Verder hebben de verdachten in de meeste delicten meestal de Belgische nationaliteit in plaats van niet-Belgische nationaliteit. Bij de eigendomsdelicten en seksuele delicten is er geen verschil qua nationaliteit inzake druggerelateerdheid. Bij de geweldsdelicten is de proportie niet-Belgen in de druggerelateerde dossiers hoger.

Voor gedetailleerdere informatie verwijs ik u graag naar het onderzoek van B. De Ruyver, A. Lemaitre, M. Born, C. Colman, C. Pirenne en L. Vandam, Definiëring en meting van druggerelateerde criminaliteit, Federaal Wetenschapsbeleid, 2009. Het onderzoek is vrij te raadplegen op:

http://www.belspo.be/belspo/fedra/proj.asp?l= nl&COD=DR/30.