SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
11 février 2011 11 februari 2011
________________
Question écrite n° 5-1330 Schriftelijke vraag nr. 5-1330

de Cindy Franssen (CD&V)

van Cindy Franssen (CD&V)

au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au Premier Ministre

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister
________________
Indication de la limitation de vitesse en agglomération De aanduiding van de snelheidsbeperking in de bebouwde kom 
________________
signalisation
code de la route
réglementation de la vitesse
agglomération
bebakening
verkeersregels
snelheidsvoorschriften
agglomeratie
________ ________
11/2/2011Verzending vraag
28/2/2011Antwoord
11/2/2011Verzending vraag
28/2/2011Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-291 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-291
________ ________
Question n° 5-1330 du 11 février 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1330 d.d. 11 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans la note de politique générale (DOC 52 2225/023) que vous aviez soumise à la Chambre des représentants, vous annonciez des changements radicaux dans la réglementation routière. Des citoyens estiment que certaines dispositions de la réglementation en vigueur sont confuses ou surannées. Je souscris pleinement à l'objectif de réécrire le code de la route pour en faire un ensemble logique, ordonné et lisible, répondant entièrement aux besoins des usagers et des autorités.

La situation politique au printemps 2010 a toutefois étouffé dans l'œuf ce plan ambitieux.

Dans le cadre d'une nouvelle réglementation routière, je voudrais évoquer le problème du contrôle de la vitesse en agglomération, sur la voirie régionale et par extension sur la voirie communale.

Les routes régionales jouent un rôle important dans la mobilité (inter)régionale. Il s'agit souvent de voies larges permettant une circulation fluide, ce qui incite certains automobilistes à dépasser la vitesse maximale autorisée. C'est certainement le cas en agglomération, où s'applique une limitation à 50 km/h.

En pratique, peu d'agglomérations correspondent à cet idéal. Dans certains cas, le rétrécissement est rendu difficile ou impossible par la présence de pistes cyclables ou de bandes de stationnement, par la largeur des bandes de circulation ou la distance entre les fronts de bâtisse. Dans ces cas, les panneaux qui doivent indiquer l'agglomération se trouvent dans les coins du champ visuel des conducteurs. Les caractéristiques des signaux d'interdiction ressortent beaucoup mieux que les signaux d'indication.

D'autres mesures comme les marques au sol n'ont qu'une utilité limitée, car elles sont peu visibles par temps de pluie.

De plus, selon l'article 9.9.2 de l'arrêté ministériel du 11 octobre 1976 fixant les dimensions minimales et les conditions particulières de placement de la signalisation routière, le signal d'interdiction C43 ne peut en principe être placé ni maintenu dans les agglomérations délimitées par les signaux F1 et F3.

On ne prévoit que deux exceptions, un panneau additionnel du type VI « rappel » devant alors compléter le C43 « 50 »: (impérativement) à la fin d'une section de route sur laquelle une vitesse supérieure à 50 km/h a été autorisée et (facultativement) quand la disposition particulière des lieux le justifie.

Par conséquent, le signal C43 n'est jamais placé en combinaison avec le signal F1. L'impact visuel du signal C43 est pourtant bien supérieur, quant à la couleur et la forme, à celui du signal F1. Les caractéristiques des signaux d'interdiction sont destinées à bien ressortir et incitent donc mieux à limiter la vitesse que les signaux d'indication du type F1.

L'entrée en agglomération pourrait être mieux signalée. La possibilité de combiner un signal F1 avec un signal C43 serait peut-être une solution.

Je souhaiterais que le secrétaire d'État réponde aux questions suivantes :

1) Dans quelle mesure l'article 9.9.2 de l'arrêté ministériel du 11 octobre 1976 peut-il être adapté pour répondre au problème susmentionné ?

2) Y a-t-il d'autres suggestions valables pour résoudre ce problème ?

3) Ce problème avait-il déjà été mis sur le tapis et avait-on à l'époque annoncé des mesures ?

 

In uw algemene beleidsnota die u indiende bij de Kamer van volksvertegenwoordigers (DOC 52 2225/023) had u het voornemen genomen om de geldende verkeersreglementering ingrijpend te wijzigingen. Enkele bepalingen van het geldende verkeersreglement worden door burgers als verwarrend of gedateerd beschouwd. Ik onderschrijf ten volle deze intentie om het verkeersreglement te herschrijven tot een logisch, overzichtelijk en leesbaar geheel ten behoeve van de weggebruikers en de diverse overheden.

De politieke situatie in het voorjaar van 2010 heeft echter de uitvoering van dit ambitieus plan ondergraven.

In het kader van een nieuwe verkeersreglementering wil ik de problematiek kenbaar maken van de snelheidshandhaving in de bebouwde kom op gewest- en bij uitbreiding ook gemeentewegen.

Op het vlak van (inter)regionale mobiliteit nemen gewestwegen een belangrijke plaats in. Vaak zijn het bredere wegen die een vlotte doorstroming toelaten waardoor automobilisten de neiging hebben om sneller te rijden dan de toegelaten maximumsnelheid. Zeker in de bebouwde kom, waar in regel een snelheidsbeperking van 50 km per uur geldt.

In de praktijk blijken weinig bebouwde kommen te beantwoorden aan dit ideaalbeeld. In sommige gevallen kan dat vernauwende effect moeilijk of niet bekomen worden, omwille van de aanwezigheid van fietspaden, parkeerstroken, de breedte van een rijvak of de afstand van de ene tot de andere bouwlijn. In deze gevallen bevinden de borden die de bebouwde kom moeten aanduiden in de hoeken van het gezichtsveld van de autobestuurders. De karakteristieke eigenschappen van verbodsborden vallen in deze gevallen dan ook veel beter op dan de aanwijzingsborden.

Ook maatregelen zoals wegmarkeringen hebben maar een beperkt nut. Bij regenweer worden deze immers moeilijk zichtbaar.

Daarbij komt nog dat volgens artikel 9.9.2 van het ministeriële besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald, het verbodsbord C43 in principe niet mag worden geplaatst of behouden in bebouwde kommen, afgebakend door de verkeersborden F1 en F3.

Slechts twee uitzonderingen zijn voorzien waarbij dan steeds een onderbord van het type VI "herhaling" aan de C43 " 50 " moet worden toegevoegd: (verplichting) op het einde van een weggedeelte waarop een snelheid van meer dan 50 km per uur werd toegelaten en (facultatief) wanneer de bijzondere plaatsgesteldheid het rechtvaardigt.

Het gevolg is dat de plaatsing van een bord C43 nooit in combinatie met een bord F1 wordt geplaatst. Nochtans is de visuele impact van het bord C43 veel sterker dan het bord F1, omwille van kleur en vorm. De karakteristieke eigenschappen van verbodsborden hebben immers tot doel zeer goed op te vallen, en zetten derhalve beter aan tot snelheidshandhaving dan aanwijzingsborden zoals het type F1.

De aanduiding bij het binnenrijden van een bebouwde kom zou beter benadrukt kunnen worden. De mogelijkheid tot het plaatsen van een bord F1 in combinatie met een bord C43 biedt misschien al een oplossing.

Ik had graag van de geachte staatssecretaris een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1) In welke mate kan het artikel 9.9.2 van het ministeriële besluit van 11 oktober 1976 kan aangepast worden om tegemoet te komen aan de geschetste problematiek?

2) Zijn er andere valabele voorstellen om bovenstaand probleem aan te pakken?

3) Werd de problematiek in het verleden al aangekaart en werden er toen maatregelen in het vooruitzicht gesteld?

 
Réponse reçue le 28 février 2011 : Antwoord ontvangen op 28 februari 2011 :

J’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre :

Les panneaux de signalisation délimitant l’agglomération sont conformes à la Convention internationale relative aux plaques de signalisation, conclue à Vienne en 1968 et que la Belgique a ratifiée.

La limite de vitesse au sein de l’agglomération s’avère être 50 km/heure dans quasi tous les pays européens. Vu le caractère international des panneaux de signalisation délimitant l’agglomération et la vitesse maximale de 50 km/heure qui s’y applique, on peut présumer que presque tous les usagers de la route les connaissent.

Dans l’agglomération, outre la limitation de vitesse à 50 km/h, bien d’autres règles s’appliquent aussi, par exemple pour le parking. Dès lors, le placement de panneaux affichant une limitation de la vitesse à 50 km/h dans l’agglomération diminue aussi la valeur d’autres règles de la circulation qui y sont d’application. En outre, d’autres limitations de vitesse peuvent s’y appliquer, par exemple 70 km/h sur une voie continue.

C’est pourquoi le règlement dit du Gestionnaire de la voirie prévoit que le panneau de limitation de la vitesse à 50 km/h ne peut pas être utilisé en combinaison avec le panneau d’agglomération.

En effet, cette problématique a déjà été abordée antérieurement. Mais, la réponse fut chaque fois la même, à savoir que le panneau d’agglomération est connu de tous les usagers de la route, en Europe aussi, comme étant l’indication d’une zone où une limitation de la vitesse à 50 km/h est d’application.

Les limitations de vitesse sont respectées au mieux si le profil de la route correspond à la limitation de vitesse qui s’y applique. Idéalement, l’image de la route devrait faire en sorte que les conducteurs ressentent la vitesse maximale imposée comme étant logique. La création d’un effet de porte à l’entrée de l’agglomération peut elle aussi rendre les conducteurs attentifs au fait qu’ils viennent d’entrer dans une agglomération. Ce sont les gestionnaires des routes qui, en premier, doivent veiller à instaurer un régime de vitesse crédible.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden :

De verkeersborden die de bebouwde kom aanduiden, zijn conform aan de Internationale Overeenkomst inzake Verkeerstekens, afgesloten in 1968 in Wenen en die door België is geratificeerd.

In praktisch alle Europese landen blijkt de snelheidslimiet binnen de bebouwde kom 50 km/u te zijn. Door het internationaal karakter van de verkeersborden die de bebouwde afbakenen, en de maximumsnelheid van 50km/u die er geldt, mag worden aangenomen dat bijna alle weggebruikers daarvan op de hoogte zijn.

Binnen de bebouwde kom geldt niet alleen een snelheidsbeperking van 50 km/u. Ook tal van andere regels zijn er van toepassing, bijvoorbeeld m.b.t. het parkeren. Het plaatsen van borden met een snelheidsbeperking van 50 km/u binnen de bebouwde kom vermindert dan ook de waarde van de andere verkeersregels die gelden binnen de bebouwde kom. Bovendien kunnen binnen de bebouwde kom ook andere snelheidsbeperkingen van toepassing zijn, bijv. 70 km per uur op een doorgaande weg.

Daarom is in het zogenaamde reglement van de Wegbeheerder bepaald dat het bord met de snelheidsbeperking van 50 km/uur niet mag gebruikt worden in combinatie met het bord van de bebouwde kom.

Deze problematiek werd inderdaad reeds vroeger aangekaart, maar telkens werd in dezelfde zin geantwoord, namelijk dat het agglomeratiebord door alle weggebruikers, ook in Europa, gekend als een zone waarin onder meer een snelheidsbeperking geldt van 50 km per uur.

Snelheidslimieten worden het best gerespecteerd als het wegbeeld strookt met de snelheidsbeperking die er van toepassing is. Idealiter moet het wegbeeld er voor zorgen dat bestuurders de opgelegde maximumsnelheid als logisch ervaren. Ook het creëren van een poorteffect aan het begin van de bebouwde kom kan bestuurders bijkomend attenderen op het feit dat een bebouwde kom wordt binnengereden. Het is in de eerste plaats de taak van de wegbeheerders te zorgen voor een geloofwaardig snelheidsregime.