SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
4 février 2011 4 februari 2011
________________
Question écrite n° 5-1201 Schriftelijke vraag nr. 5-1201

de Muriel Targnion (PS)

van Muriel Targnion (PS)

au ministre de la Coopération au développement

aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking
________________
Entreprises wallonnes - Exportations à destination de la République démocratique du Congo (RDC) - Création d'un fond - Collaboration entre l'AWEX, la CTB et BIO - Refus de Bio - Financement projet par projet Waalse ondernemingen - Uitvoer met bestemming Democratische Republiek Congo (DRC) - Oprichting van een fonds - Samenwerking tussen de AWEX, de BTC en BIO - Weigering van BIO - Financiering voor elk project apart 
________________
Région wallonne
République démocratique du Congo
Enabel (Agence belge de Développement
Société belge d'investissement pour les pays en développement
aide à l'exportation
Waals Gewest
Democratische Republiek Congo
Enabel (Belgisch Ontwikkelingsagentschap)
Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden
exportsteun
________ ________
4/2/2011Verzending vraag
14/3/2011Antwoord
4/2/2011Verzending vraag
14/3/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-1201 du 4 février 2011 : (Question posée en français) Vraag nr. 5-1201 d.d. 4 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Frans)

Jean-Claude Marcourt, le ministre wallon du Commerce extérieur, avait annoncé il y a peu de temps sa volonté de mettre en place un fond visant à aider les entreprises wallonnes dans leurs projets d'exportations à destination de la République démocratique du Congo (RDC).

L'objectif était de mettre en place un partenariat entre l'Agence wallonne à l'exportation (AWEX), qui soutient les entreprises wallonnes dans leurs actions d'exportations, et la Coopération technique belge (CTB), par l'intermédiaire de la Société belge d'investissement pour les pays en développement (BIO). Chaque partenaire aurait apporté approximativement un million d'euros dans cette opération.

Il me revient que les dirigeants de BIO auraient d'abord marqué leur intérêt pour la création de ce Fond pour finalement faire marche arrière.

Les administrateurs auraient décidé de marquer leur accord pour un financement conjoint avec l'AWEX projet par projet.

Quelles sont les raisons qui ont poussé BIO à ne pas soutenir une forme de collaboration structurelle entre la Région wallonne et le pouvoir fédéral ? Le fait que BIO opte pour un financement conjoint projet par projet n'est-il pas un signal négatif envoyé vers la Région wallonne en vue d'une collaboration dans cette matière ?

 

Jean-Claude Marcourt, de Waalse minister van Buitenlandse Handel, heeft een tijdje geleden aangekondigd dat hij van plan was een fonds op te richten om de Waalse ondernemingen te ondersteunen bij de uitvoer van goederen naar de Democratische Republiek Congo (DRC).

Het was de bedoeling om via de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO) een partnerschap op te richten tussen de Agence Wallonne à l'Exportation (AWEX), die de Waalse ondernemingen ondersteunt bij hun uitvoeractiviteiten, en de Belgische Technische Coöperatie (BTC). . Elke partner zou in deze operatie ongeveer een miljoen euro inbrengen.

Ik verneem dat de bestuurders van BIO aanvankelijk belangstelling hadden getoond voor de oprichting van dit Fonds, maar dat ze uiteindelijk een stap terug hebben gedaan.

De bestuurders zouden beslist hebben in te stemmen met een financiering samen met AWEX, voor elk project afzonderlijk.

Om welke redenen heeft BIO beslist om geen steun te verlenen aan een soort structurele samenwerking tussen het Waals Gewest en de federale overheid? Is het feit dat BIO kiest voor een gezamenlijke financiering voor elk project afzonderlijk, geen negatief signaal voor het Waals Gewest in het licht van een samenwerking op dit domein?

 
Réponse reçue le 14 mars 2011 : Antwoord ontvangen op 14 maart 2011 :

En réponse à la question posée par l’honorable membre, je souhaiterais lui faire part des éléments suivants.

Si le Conseil d’Administration de BIO n’a pas estimé opportun d’institutionnaliser la collaboration avec l’AWEX, il s’est néanmoins déclaré convaincu de l’intérêt de mener une action commune soutenue par des objectifs développementaux similaires et a marqué son accord pour travailler sous la forme opérationnelle de cofinancements projet par projet. Le Conseil a en effet estimé la Convention trop contraignante notamment en termes de montant mis à disposition (un million d’euros pour chaque partenaire), qui limitait fortement le nombre de projets pouvant être financés, sachant que généralement les prêts octroyés par BIO s’élèvent à 300 000 euros minimum. Le Conseil a rendu ses conclusions dans l’espoir que la collaboration avec l’AWEX permette de générer un partenariat durable et fructueux au profit de l’aide au développement de la République démocratique du Congo (RDC). Le Conseil n’écarte toutefois pas la possibilité de collaborer avec l’AWEX au travers d’un accord-cadre qui offrirait davantage de flexibilité et augmenterait ainsi le nombre de projets éligibles.

Ik kan het geachte lid, in antwoord op zijn vraag, volgende elementen meedelen.

Hoewel de Raad van Bestuur van BIO het niet opportuun achtte om de samenwerking met AWEX te institutionaliseren, heeft hij toch verklaard overtuigd te zijn van het belang van een gemeenschappelijk optreden dat wordt ondersteund door gelijkaardige ontwikkelingsdoelen en heeft hij zijn akkoord gegeven om te werken met cofinanciering per afzonderlijk project. De Raad vond de Conventie te bindend, onder meer wat betreft het terbeschikkinggestelde bedrag (1 miljoen € per partner), dat het aantal financierbare projecten fors zou beperken, wetende dat de door BIO toegekende leningen minimum 300 000 euro bedragen. De Raad heeft deze beslissing genomen in de hoop dat de samenwerking met AWEX een duurzaam en succesvol partnerschap zou opleveren in het belang van de ontwikkelingssamenwerking in de Democratische republiek Congo (DRC). De Raad sluit evenwel de mogelijkheid niet uit van een samenwerking met AWEX via een kaderakkoord dat meer flexibiliteit zou bieden, zodat meer projecten in aanmerking kunnen komen.