| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Session 2013-2014 | Zitting 2013-2014 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| 27 mars 2014 | 27 maart 2014 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question écrite n° 5-11284 | Schriftelijke vraag nr. 5-11284 | ||||||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
van Bert Anciaux (sp.a) |
||||||||
à la ministre de la Justice |
aan de minister van Justitie |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| les déclarations de la ministre relatives à la privation de la nationalité belge d'un condamné à une peine légère | de uitspraken van de minister inzake de intrekking van de Belgische nationaliteit van een licht veroordeelde | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| nationalité sanction pénale |
nationaliteit strafsanctie |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Requalification de : demande d'explications 5-4747 | Requalification de : demande d'explications 5-4747 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question n° 5-11284 du 27 mars 2014 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-11284 d.d. 27 maart 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
Dernièrement, le monde politique, comme un seul homme, a multiplié les propos les plus outranciers à l'encontre d'un jeune homme en colère qui ne respecte pas notre société avec ses normes et valeurs et prêche une forme de rébellion contre l'ordre social, quitte à recourir à la violence. Soyons clairs : en tant que pacifiste convaincu, je condamne fermement l'appel à la violence, tout comme vous et, je l'espère, toutes les personnes bien-pensantes. Je me dois en toute honnêteté de dire que je voue toujours de l'admiration à des personnalités révolutionnaires mythiques, comme Che Guevara, Camillo Torres, Nelson Mandela ou Zapata, bien qu'elles aient parfois, temporairement ou même la plupart du temps eu recours à la violence. Notre propre histoire est elle aussi émaillée de nombreux cas de concitoyens qui se sont engagés librement aux côtés des républicains dans la guerre civile d'Espagne, sur le Front de l'Est ou en Corée et qui sont toujours considérés aujourd'hui comme des héros par certains, tant de gauche que de droite. Cette introduction m'a été inspirée par le constat que notre monde politique est vite enclin à proposer de retirer son passeport belge à Fouad Belkacem, porte-parole de Sharia4Belgium, par exemple. Cet homme est-il dangereux ? Constitue-t-il une menace pour notre société ? Incite-t-il à la violence des jeunes souvent vulnérables et frustrés ? Indubitablement. Représente-t-il un réel danger ? Si la réponse à cette question est « oui », notre État de droit doit l'inculper et le traduire en justice. Le tribunal statuera alors sur le sort à réserver à cet homme en s'appuyant sur les lois et sur la jurisprudence. Dans ce contexte, il est franchement dangereux que des responsables politiques profitent de leur mandat exécutif pour réclamer certaines sanctions. La ministre de la Justice a ainsi plaidé publiquement pour que Fouad Belkacem soit privé de la nationalité belge. Quand le parquet général d'Anvers a précisé qu'une telle mesure était impossible, la condamnation de cet homme étant bien trop légère pour permettre une telle sanction, la ministre s'est empressée d'ajouter que cette mesure pourrait bien devenir possible si, comme elle l'espérait, une peine plus lourde était infligée à l'intéressé. Indépendamment de ce cas précis, je voudrais faire prendre conscience à la ministre de la gravité de sa prise de position. Non seulement, elle se prononce sur les peines espérées alors que le procès est encore en cours mais elle propose en outre d'infliger comme sanction une privation de la nationalité belge. J'en arrive à me demander pourquoi cette peine est citée aussi explicitement. En irait-il de même si l'intéressé ne s'appelait pas Fouad Belkacem mais Jan Peeters ? La ministre n'utilise-t-elle pas deux poids, deux mesures parce que l'inculpé d'un procès en cours est d'origine marocaine ? Ces questions me préoccupent et m'amènent à demander des éclaircissements à ce sujet. Pourquoi la ministre de la Justice a-t-elle tenu des propos aussi outranciers alors que le procès du prévenu est toujours en cours ? Juge-t-elle opportun de s'immiscer dans un procès à ce moment et avec un tel message ? Pourquoi la ministre de la Justice plaide-t-elle pour que M. Belkacem soit entre autres puni d'un retrait de la nationalité belge et pourquoi espère-t-elle une telle sanction ? Ferait-elle de même si les prévenus n'étaient pas d'origine ethnique et culturelle différente et peut-elle illustrer sa réponse d'exemples du passé, en particulier d'exemples de personnes déjà condamnées pour des crimes odieux, comme des assassinats, des mutilations, des mauvais traitements, etc. ? La ministre reconnaît-elle que, par son attitude, elle donne à tout le moins l'impression qu'il faut menacer les inculpés portant un nom « étranger », bien qu'étant des citoyens belges à part entière, d'une privation de la nationalité belge ? Admet-elle que cette approche laisse à tout le moins présumer que les Belges, immigrés depuis peu, méritent un autre type de sanctions que les Belges de souche ? Comment la ministre pense-t-elle que ces points de vue et expressions sont perçus par les centaines de milliers de « nouveaux » Belges ? Il se peut que, dans ces circonstances, ceux-ci se sentent-ils plutôt et de plus en plus des Belges « temporaires » ? |
Recent bewoog de politieke wereld zich als een zwerm trekvogels in de richting van de straffe en om ter strafste uitspraken. Het ging over een jonge, kwade man die onze samenleving met haar normen en waarden niet respecteert en een vorm van rebellie tegen de samenleving, zelfs met geweld, predikt. Laat het duidelijk zijn dat ik als overtuigd pacifist, samen met u en hopelijk alle weldenkende mensen, het oproepen tot geweld absoluut veroordeel. Daarbij moet ik in alle eerlijkheid zeggen dat revolutionaire cultfiguren zoals Che Guevara, Camillo Torres, Nelson Mandela, Zapata, hoewel ze soms of tijdelijk of zelfs overwegend geweld gebruikten, nog altijd mijn bewondering wegdragen. In onze eigen geschiedenis ken ik ook de verhalen van landgenoten die zich vrijwillig engageerden bij de republikeinen in de Spaanse Burgeroorlog, aan het Oostfront of in Korea en die door sommigen, zowel van linkse als van rechtse signatuur, tot op vandaag als helden worden beschouwd. Ik vertel deze inleiding naar aanleiding van het verschijnsel dat onze politieke wereld zich zo gemakkelijk uitspreekt over het "afpakken van het Belgisch paspoort" van bijvoorbeeld Fouad Belkacem, woordvoerder van Sharia4Belgium. Is deze man gevaarlijk, vormt hij een bedreiging voor onze samenleving, tracht hij vaak kwetsbare en gefrustreerde jongeren te verleiden tot geweld? Zeker en vast. Vormt hij een reëel gevaar? Als het antwoord daarop ja is, dan moet onze rechtstaat hem aanklagen en voor de rechtbank brengen. Daar wordt beslist, op basis van wetten en jurisprudentie, hoe die man verder wordt aangepakt. In deze context klinkt het ronduit gevaarlijk als politici, vanuit hun uitvoerend mandaat, roepen om bepaalde sancties te treffen. Zo pleitte de minister van Justitie publiekelijk voor het afpakken van de Belgische nationaliteit van Fouad Belkacem. Toen het Antwerpse Parket-Generaal verduidelijkte dat dit niet kan, omdat de veroordeling van deze man veel te licht weegt om tot zo'n straf over te gaan, haastte de minister zich om te verzekeren dat dit straks, na een hopelijk zwaardere straf, wel mogelijk kon worden. Helemaal los van deze casus wil ik de minister confronteren met de ernst van haar stellingname. Niet alleen spreekt zij zich, zelfs terwijl het proces nog loopt, al uit over verhoopte straffen. Daarnaast stelt ze als straf voor om de Belgische nationaliteit af te nemen. Daarbij stel ik me de vraag waarom die straf zo nadrukkelijk wordt geopperd? Zou dat ook zo zijn als de betrokkene niet Fouad Belkacem maar wel Jan Peeters zou geheten hebben? Maakt de minister in haar evaluatie van dit dossier een andere afweging omdat de beschuldigde in een lopend proces van Marokkaanse afkomst is? Die vragen beroeren mij en zetten me aan om hierover meer duidelijkheid te verkrijgen. Waarom doet de minister van Justitie, terwijl het proces tegen een beklaagde nog loopt, daarover zo'n straffe uitspraken? Vindt de minister het gepast om zich op zulk moment en met zulke boodschappen te bemoeien in een rechtsgang? Waarom pleit en hoopt de minister van Justitie dat de heer Belkacem zal gestraft worden met onder andere het afnemen van zijn Belgische nationaliteit? Zou de minister dit ook bepleiten bij beklaagden die geen etnisch-cultureel diverse achtergrond hebben en kan zij dit met voorbeelden uit het verleden illustreren, in het bijzonder met voorbeelden van al veroordeelden voor afschuwelijke misdaden zoals moorden, verminkingen, mishandelingen enzovoort? Beaamt de minister dat zij door deze attitude minstens de indruk wekt dat beklaagden met een "vreemde" naam, hoewel volwaardig Belgisch staatsburger, moeten worden bedreigd met het afpakken van hun Belgische nationaliteit? Aanvaardt de minister dat deze benadering minstens het vermoeden wekt dat Belgen met een recent immigratieverleden een ander soort straf verdienen dan de zogenaamde Belges de souche? Hoe denkt de minister dat die standpunten en uitingen worden gepercipieerd door de honderdduizenden zogenaamde "nieuwe" Belgen, die zich daardoor misschien eerder en steeds meer "tijdelijke Belgen" voelen? |